SYMPATHY FOR THE LORD. ‘No High Like The Most High’. In ‘Body Piercing Saved My Life’ verslikt journalist Andrew Beaujon zich in het fenomeen van de christelijke rock.

Andrew Beaujon ****

BODY PIERCING SAVED MY LIFE

INSIDE THE PHENOMENON OF CHRISTIAN ROCK

DA CAPO PRESS

Bestaat er een dankbaarder onderwerp voor een boek dan christelijke rock? ‘Jááá’, horen we u hardop denken – er zitten nieuwe batterijen in ons hoorapparaat – maar misschien moet u die mening toch maar even herzien. Anyone who’s anyone schreef ooit songs ter meerder eer en glorie van De Allerhoogste, van Bob Dylan over Nick Cave tot Kanye West. De verzamelde leden van U2 zaten een tijdje bij een katholieke sekte, tot een hobbyprofeet van God het verzoek kreeg om de groep te ontbinden. En dan vallen er ook nog eens tientallen hilarische faits divers te rapen in de catacomben van de Christian Rock, een genre dat al een aantal jaar meer geld in het laatje brengt dan jazz en klassieke muziek en new age samen. In de VS – waar anders? – zijn er bijvoorbeeld religieuze muziekfestivals voor mensen die plechtig zweren dat ze ‘de voorbije drie jaar geen onbijbelse daden hebben gesteld’. Nog in de VS krijgen katholieke rockers Doves Awards – naar de Heilige Geest, jawel – voor songs à la God Is The Bomb en Stop Aborting My Generation. En wie is al uitgelachen met ex-gitarist Brian ‘Head’ Welch van Korn, die ‘Jesus’ op zijn vingers liet tatoeëren ‘om niet meer te masturberen’? Wij nog lang niet.

Om maar te zeggen: Andrew Beaujon had van Body Piercing Saved My Life een onvervalste dijenkletser kunnen maken, maar helaas geraakt de Washington Post-journalist niet verder dan een grappige titel. ( Body Piercing… verwijst naar een populaire T-shirt-slogan in religieuze rockkringen, boven een afbeelding van Christus’ doorboorde handen.) Het boek begint veelbelovend met de geschiedenis van de Christian Rock, maar wil daarna te veel richtingen tegelijk uit. Reisverhalen worden afgewisseld met portretten en verslagen van bizarre workshops, maar op geen enkel moment wordt duidelijk waar Beaujon precies naartoe wil. Bovendien krijgt hij enkel randfiguren voor zijn microfoon – Sufjan Stevens weigert bijvoorbeeld alle medewerking – en slaagt hij erin om Bible Belt-rockers David Eugene Edwards en Jim White te vergeten, nochtans protagonisten in de prachtige documentaire Searching For The Wrong-Eyed Jesus.

‘Door aan dit boek te werken, werd ik een grote fan van Christelijke rock, van christenen en van de Heer Jezus’, schrijft Beaujon zonder een spatje ironie in zijn nabeschouwing. Een pijnlijk slappe conclusie van een boek dat zelden het niveau van een slecht schoolopstel overstijgt.

Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content