André

© Anton Coene

Het is het vreemdste muziekverhaal van 2016: de 76 jaar oude hammondspeler die triomfeert op Pukkelpop, op Studio Brussel grijsgedraaid wordt en na elk concert een staande ovatie krijgt. Jan Delvaux maakte het vanaf de eerste rij mee en hield een dagboek bij van zijn jaar met André Brasseur.

Woensdag 15 april 2015, 17.00 uur. N91 NAMEN-LEUVEN, TER HOOGTE VAN BEAUVECHAIN.

‘Denkt gij dat André ons verhaal begrepen heeft?’ vraag ik aan Jimmy Dewit (aka DJ Bobby Ewing). ‘Ik weet het niet goed’, antwoordt hij. ‘Misschien morgen toch maar eens bellen.’ We rijden over de N91 van Namen naar Leuven, een weg vol jeugdsentiment. Langs hier reden we destijds met de autobus richting Ardennen.

Jimmy en ik zijn vandaag nog eens op schoolreis geweest. De bestemming was Wépion, een deelgemeente van Namen. La capitale de la fraise Belge. Onze bezienswaardigheid was een gedeelde all-time hero: André Brasseur, keizer van het hammondorgel en maker van een rist instrumentale oorwurmen. Nummers die iedereen kent maar waarop bijna niemand een titel of een gezicht kan plakken. Dat maakt dat André altijd vergeten wordt. Al is dat deels zijn eigen fout.

In 1965 wint hij de jackpot met Early Bird, zijn tweede single. Afhankelijk van de bron zijn daar zes à tien miljoen stuks van verkocht. Volgens André zijn het er tien. De opbrengsten van dat immense succes investeert hij in wat hij het beste kent: het nachtleven. Brasseur opent kort na elkaar twee discotheken: de Pow-Pow in Marche-en-Famenne en La Lokomotiv’ in Barbençon. De artiest wordt horecamagnaat. Op het hoogtepunt heeft André tachtig mensen in dienst. Hij blijft tussendoor straffe platen maken maar heeft geen tijd meer om ze ook te promoten.

In het begin van de jaren 80 komt de weerbots. André is opgebrand. Hij kapt met alles en gaat opnieuw spelen. In de luwte, in pianobars en restaurants. Zijn hammond schittert nog op Night Owls (1990) en Time Flies (1992), de grootste successen van Vaya Con Dios. Maar daarna verdwijnt hij tussen de plooien van de geschiedenis.

Woensdag 15 april 2015, 11.00 uur. WÉPION, THUIS BIJ ANDRÉ BRASSEUR.

We zijn amper binnen bij André of de achterkant van zijn hammond ligt al open. Hij legt Jimmy de eenvoudige maar oerdegelijke mechaniek uit. Het 250 kilo zware orgel is meer dan vijftig jaar oud maar werkt nog perfect. Twee druppels olie per jaar volstaan.

Het gesprek flippert alle richtingen uit. Na twee uur durven we eindelijk de vraag te stellen die al jaren op onze lippen brandt: of André zijn geweldige funkbommen uit de jaren zestig en zeventig opnieuw live zou willen brengen, met orkest?

Jimmy heeft hem in 2012 solo zien optreden in de Bonnefooi, een café in Brussel. André zag er geweldig uit en had nog de juiste attack. Maar het was te weinig. Er moest volk bij.

Reserve-Vlaming Christophe Deborsu vertelde mij enkele maanden daarna dat André elke zondag in een restaurant in Namen speelde. Maar daar durfden we niet te gaan kijken.

We hielden onze droom warm. Het levensverhaal van André werd een belangrijk onderdeel van Belpop Bonanza Bis, onze tweede theatershow over de geschiedenis van de Belgische popmuziek.

De verlossing kwam van Stefaan Vandenberghe. Hij is de baas van NEWS, de Gentse platenfirma van Netsky, Trixie Whitley en Het Zesde Metaal. Stefaan wilde in 2014 een verzamelaar uitbrengen met onbekende Belgische grooves uit de seventies en vroeg of ik het begeleidende boekje wil schrijven.

Funky Chicken kreeg veel weerklank, ook buiten de grenzen. Er stonden twee straffe maar minder bekende nummers van Brasseur op: Funky en Saturnus. Het gaf Stefaan zin om een compilatie te maken met de vergeten parels van de man. Er zíjn ettelijke compilaties van André, maar zijn carrière was nog nooit op een waardige manier samengevat.

Het is nu of nooit, dachten Jimmy en ik. We gingen praten met Koen Adams en Danny Theuwis van Leuven Jazz. Ze wilden André graag op de festivalaffiche in 2016 en ze wilden investeren in de opstartkosten van de nieuwe groep.

We hadden een plaat en een eerste concert. Dus wij naar Wépion om daar ons plan op tafel te leggen. Het is een heerlijke dag, met aardbeien als dessert. Maar op de terugweg bekruipen ons vele twijfels. Hebben we wel duidelijk genoeg uitgelegd wie we zijn en wat we willen?

Dinsdag 25 augustus 2015. WÉPION, THUIS BIJ ANDRÉ BRASSEUR.

Ronde 2. Maar goed dat we nog eens gebeld hebben. ‘Ik was behoorlijk overdonderd door die twee en wist echt niet wat ik ervan moest denken’, zal André later in een interview zeggen. ‘Toen ze me vroegen om op tournee te gaan, dacht ik dat het een grap was.’ Hij stelt ons trouwens nog regelmatig de vraag hoe wij eigenlijk onze kost verdienen.

Leslie Vantomme en Valerie Van der Speeten zijn mee. Zij runnen het artiestenbureau Working Class Heroes in Gent en produceren samen met ons Belpop Bonanza. Ze zijn met andere woorden beslagen in het stroomlijnen van wilde plannen.

De eerste grap is snel gemaakt. De geluidskast die veelal bij een hammond wordt gebruikt, is een… Leslie. Onze Leslie wordt vanaf dan de versterker van André. Hij had zijn kleinzoon kunnen zijn.

André vertelt over zijn konijnenpoot. Een hammond kostte in het begin van de jaren zestig evenveel als een Porsche. Voor een jonge muzikant was dat onbetaalbaar. De assistente van zijn toenmalige echtgenote erfde onverwacht een grote som en deed André zijn grote droom cadeau.

Er wordt een timing opgesteld: de samenstelling van de nieuwe groep in november, eerste repetities in december, de plaat in januari en het eerste concert in maart. De enige ambitie: spelen, spelen, spelen.

Dinsdag 15 december 2015. BRUSSEL, HOTEL METROPOLE.

Dreigingsniveau 4. Er is nauwelijks beweging in de hoofdstad. Dat komt goed uit want we willen promofoto’s maken. Plaats van afspraak is Hotel Métropole aan het Brouckèreplein. André speelde hier in 1964 elke avond met zijn orkest in de brasserie.

Fotograaf Anton Coene trekt normaal de wereld rond met jonge muzikanten als Balthazar en Trixie Whitley, maar de switch is snel gemaakt. Jeanine, de levensgezellin van André, brengt nog gauw het jasje van zijn nieuwe showkostuum in orde.

Het eindpunt van de trip is Veals & Geeks, een hippe zaak in tweedehandsvinyl. We willen André laten zien dat hij daar een eigen vakje heeft onder de letter B. Het is op dat moment het enige tastbare bewijs van onze stelling dat hij vandaag nog steeds relevant is.

Jimmy koopt een plaat van André. ‘Ha, geweldige artiest’, zegt de winkelier. ‘Absoluut’, zegt Jimmy. ‘Hij is trouwens hier.’ De man spurt achter zijn kassa uit om André de hand te schudden en een foto te maken. Hij vertelt dat zijn platen erg in trek zijn bij Amerikanen.

André is zichtbaar trots en koopt een exemplaar van Experience, een maxi uit 1977. Jimmy en ik wisselen verbaasde blikken uit. Een artiest die zijn eigen platen koopt? Dat hadden we nog niet meegemaakt. André krijgt een fikse korting, Jimmy ook.

‘Die middag in Brussel is het écht begonnen’, zal Jeanine later zeggen. ‘Het was alsof ik op stap was met mijn tweede familie.’

Vrijdag 29 januari 2016. BRUSSEL, VRT.

Promodag op de VRT voor Lost Gems from the 70’s, het nieuwe verzamelalbum van André.

‘Laten we hem gewoon meenemen’, dachten we. Dat is een heel goed en een heel slecht plan. Na een uur liggen we al twee uur achter op ons schema. André wordt overal met open armen ontvangen en deelt gul platen, posters en handtekeningen uit.

Ayco Duyster haalt hem live in de uitzending op Radio 1. Ze vraagt hoe het is om weer met een groep te gaan spelen. ‘Ach, muzikanten’, schertst André. ‘Het is altijd iets. Ik heb eens een drummer gehad die in hetzelfde jaar drie keer naar de begrafenis van zijn grootmoeder moest.’

Zaterdag 30 maart 2016. LEUVEN, 30CC/MINNEPOORT

D-Day op Leuven Jazz. De zaal is zo goed als uitverkocht. De spanning stijgt. De oude hammond heeft het tijdens het try-outconcert begeven. Mogelijk omdat André te kwistig is geweest met olie.

Hij zoekt van bij de start contact met het publiek. Achter onze rug heeft hij enkele zinnen in het Nederlands ingestudeerd. Hij debiteert zelfs een gedicht van Guido Gezelle.

Om de haverklap stelt hij zijn nieuwe groep voor. Het zijn straffe ‘huurlingen’ met een breed palmares. Drummer Dirk Jans is vrij wegens een sabbatical van De Mens. Gitarist Ben Van Camp en bassist Ben Brunin zijn een beproefde tandem. Zij zijn onder meer Les Bens van Isolde Lasoen, waar ook trompettist Jo Hermans en saxofonist Wietse Meys lid van zijn.

De constructie heet André Brasseur & Band, maar het had ook André & Zonen kunnen zijn. Hij had de vijf voordien nooit ontmoet of gezien. Maar er was meteen een klik. Hij vindt hen de groep die hij in de jaren 60 had moeten hebben. Zij vinden hem de meest rock-‘n-rolle artiest met wie ze ooit hebben gespeeld. André geeft hen ruimte en vuurt hen aan. ‘Hij maakt me zot’, zegt bassist Ben regelmatig. Deze avond omhelst André trompettist Jo in het midden van een solo.

‘Het speelplezier is puur’, ziet Het Nieuwsblad. ‘De jonge muzikanten geven een scherp, zelfs opzwepend kantje aan de oude nummers. Nooit eerder zagen we een 76-jarige zo breed grijnzen.’

Er liggen ondertussen clubconcerten vast in Gent, Moeskroen, Eeklo en Leffinge. De trein lijkt te vertrekken.

Maandag 6 juni 2016. HASSELT.

Pukkelpop kondigt André aan. Hij is de oudste artiest ooit op het festival. Als Tom Barman die prestatie wil evenaren, moet hij nog bezig blijven tot 2047.

Het is een champagnemoment. We waren ervan overtuigd dat André ook jonge mensen kon aanspreken. Maar hoe krijg je die in godsnaam naar een concert van een oude man die zelden op de radio te horen is? Het was dus hopen en wachten op Pukkelpop.

Zaterdag 18 augustus 2016, 12.30 uur. HASSELT, PUKKELPOP, MARQUEE.

André opent de laatste festivaldag in de Marquee. Het is een mooie concertplek, maar ze is groot en het concert start al op de middag.

Wij weten niet wat te verwachten. Zal er ook maar iemand opdagen? Gaan die instrumentals aanslaan? We lummelen backstage naar het startuur toe. ‘André heeft niks geslapen vannacht’, zegt Jeanine. Het is hem niet aan te zien. Zijn luim is goed. ‘C’est quand même un grand festival’, zeg ik. ‘Oui, c’est un terrain de 16 hectares’, antwoordt André lachend.

Vijf minuten voor aanvang. Er staat hoop en al 200 man. Ha, iemand met een bordje ‘Merci André’. Toch fans. De Waalse pers arriveert. L’Avenir is zelfs met man en macht uitgerukt om het grote moment te verslaan.

Dat wordt het ook. De vonk slaat meteen over, de tent vult zich helemaal. De nestor van Pukkelpop dwingt op dit ontiegelijk vroege uur een bis af. Het enige van het hele festival. ‘Je vous aime’, roept André. De tent scandeert ‘Merci André, merci André, merci’. Achter het podiumdoek staan er tranen in ogen.

Om 14.15 uur staat de eerste recensie online. ‘Zelden zo’n grote verscheidenheid aan mensen zo blij gezien’, schrijft De Standaard. Goed voor vijf sterren. Knack Focus sluit zich daarbij aan. ‘Ontroering op een zaterdagmiddag op Pukkelpop: geloof ons, het komt zelden voor.’ Grote blijdschap bij Team Brasseur.

Even later zijn we André kwijt. Hij staat op het artiestenterras te keuvelen met organisator Chokri Mahassine. “C’est le directeur ici. We hebben het al over volgend jaar gehad.’ Het is de Forrest Gump in André. Nieuwsgierig en onversaagd. Een zaligheid.

Maandag 10 oktober 2016. BRUSSEL, STUDIO BRUSSEL.

Koen Galle van Studio Brussel polst of André een bewerking wil maken van de nummer 1 van The Greatest Switch, de jaarlijkse lijst met de beste dansnummers. Dat wordt vrijwel zeker Universal Nation van de Belgische dj en producer Push. Een geweldig voorstel. Maar wat gaat dat geven? De nieuwe versie is groepswerk. Ze wordt live geboren in Studio Toots aan de Reyerslaan en ze zit meteen juist.

Studio Brussel zet Universal Nation à la Brasseur meteen in high rotation. Lap, le papa funky vijfmaal daags op de jongerenzender van de VRT.

Zaterdag 12 september 2016. KRAAINEM, CC DE LIJSTERBES

Start van de theatertournee. Het eerste concert in een nieuwe werkelijkheid. Vanavond geen volle tent met dansende mensen maar een zittend publiek van 150 leeftijdsgenoten van André.

Nele De Meyer van cc De Lijsterbes tempert de verwachtingen. ‘Hier is bij mijn weten nog nooit gedanst.’ ‘Attends’, zegt André. Na amper drie nummers nodigt hij het publiek al uit om op het podium te komen dansen. Zo geschiedt ook. Nog eens drie nummers verder staan er in de zaal tien koppels te slowen op Atlantide.

André vertelt over zijn wedervaren op Pukkelpop. Over zijn vijf sterren en dat iedereen ‘Merci André’ riep. Op slinkse wijze dwingt hij zo opnieuw een staande ovatie af. De toon voor de verdere tournee is gezet. Zo zal het ook gaan in Diest, Turnhout, Alsemberg, Lier en Gent.

De aanhang wordt steeds diverser: zeventigers in hun mooiste pak die veel te vroeg zijn, hipsters, fans uit Luik met een vooroorlogse videocamera, mods, de lokale muzikantenscene, en altijd die ene fan die zijn hele collectie Brasseurs bij heeft om te laten signeren. Het record staat op 53 stuks.

We hebben ondertussen al grote balken doorgezaagd met filosoferen over de duistere krachten van André. Er zit iets in zijn muziek wat mensen blij maakt, wat hen laat glimlachen vanaf de eerste noot. Maar wat dan precies?

Volgens André is het omdat hij op een zeldzaam geworden instrument speelt en omdat er melodie in zijn nummers zit. Interessant, maar dat klinkt als opgewarmde retro. Terwijl André een jong veulen is dat graag risico’s neemt.

Live vertrekt hij bij cheesy hits als Big Fat Spiritual en Studio 17 en eindigt hij met losbandige cultdingen als X of Revolution 2000. Het is het omgekeerde van wat je zou verwachten. Maar het werkt.

Onze tussentijdse balans: André verenigt een popduivel, een dwarse punk en een virtuoze instrumentalist in zich. Abba maal The Clash maal Jimmy Smith. Met een dikke laag Richard Branson. Want bovenal is hij een kleine neringdoener. Er moet gescoord worden. ‘Als er niet gedanst wordt, is het concert niet geslaagd.’

Zaterdag 29 oktober 2016. NAMEN, LE GRAND MANÈGE.

André speelt voor het eerst in jaren in vol ornaat in Namen, zijn woonstad. Het optreden in Le Grand Manège is onderdeel van Les Beautés Soniques, een festival dat scherpe keuzes maakt. Andere namen zijn Robbing Millions, Tindersticks en Warhaus.

André zet de zaak vooraf op scherp in de lokale krant. ‘Ik zie alleen leerling-priesters in Namen. Hier zijn het kleine heiligen, maar je moet ze buiten de stad eens uit de bol zien gaan.’

De RTBF draait een reportage voor het journaal. Journalist David Brichard offert een vrije dag op. Hij wil er absoluut bij zijn en heeft zelfs twee cameraploegen klaarstaan. ‘Wat heeft Vlaanderen toch met André?’ is zijn rode draad. Ik vertel hem dat hij bij ons nooit weg is geweest. Er is altijd wel een programma op radio of tv dat een nummer van André gebruikt. Radio Gaga op Canvas gebruikt op dit moment Far West als generiekmuziek. En misschien zijn orgels wel typisch Germaans, zoals André altijd beweert.

Andrés concert is met 500 toeschouwers de klapper van het festival. Ik haal mijn beste Frans boven om hem in te leiden. ‘Depuis six mois, je vis une histoire extraordinaire avec un Namurois. Ce soir, on va conquérir la Wallonie.’ Dus zo werkt demagogie.

Daan Stuyven komt kijken. Jaren geleden al vertrouwde hij me toe dat het zijn grote droom is om met André op tournee te gaan. Hij heeft gehoord dat het straf is, maar is er desondanks niet helemaal gerust in. Niemand ziet zijn helden graag afgaan.

André, cet éternel gamin, schiet als een windhond uit de startblokken. Na drie nummers komt Daan vragen of we nu al in de finale zitten.

Halverwege introduceert André Universal Nation. ‘Studio Brussel vroeg me er iets mee te doen. Niet makkelijk, het zijn maar twee noten. Dit is wat we ervan gemaakt hebben.’

De zaal ontploft. Ex-burgemeester Jacques Etienne gaat er helemaal voor. Een knappe blondine stapt nonchalant het podium op. Het is alsof ze bij de bakker binnenwandelt. André laat het zich allemaal welgevallen.

De RTBF vraagt Daan achteraf om een reactie. ‘Ca fait 15 ans que je rêve de ce moment-ci. Je suis tout content.’ Hij wordt meteen belegerd. Iedereen met een gsm is blijkbaar pers hier. Geweldig, dat andere land van ons.

‘André Brasseur a fait danser Namur’, bloklettert L’Avenir op maandag.

Een paar dagen later verandert Christophe Deborsu zijn omslagfoto op Facebook. Hij staat breed glimlachend naast André. ‘Zijn grootste hit dateert uit mijn geboortejaar 1965. Hij heeft al 17 miljoen platen verkocht en het is nog niet gedaan. Merci André.’

Zondag 20 november 2016. KERMT, PLATEN- EN CD-BEURS

Een bezoek aan Limburg, de enige kant van het land waar André, Pukkelpop uitgezonderd, dit jaar nog niet gespeeld heeft. Een man op hoge leeftijd komt binnen. Hij is met een smoes weggelokt uit het verzorgingstehuis. Onder zijn arm heeft hij een zwart-witfoto waarop hij naast André staat, gemaakt in de Magdalenazaal in Brussel, na afloop van een concert.

De man is zeer aangedaan door de onverwachte ontmoeting. Het is een prachtig beeld: een artiest van 76 met zijn grote fan van 91. Het zoveelste inkadermoment van een boerenjaar.

Er zijn de feiten. Maar het was ook mooi om te zien hoe André Brasseur & Band de groep André Brasseur is geworden. En hoe onbevangen André en Jeanine van het avontuur genieten. ‘Ik zie dit niet als een comeback. Ik ervaar het als een cadeau.’ Tegelijkertijd brandt de ambitie om nog eens door zijn favoriete Duitsland te toeren.

Valerie stuurt ’s avonds een lijst met nieuwe concertopties door. Het is een wonderlijk palet. Waalse rockclubs waar normaal jong grut als Cocaine Piss speelt, festivals en de eerste datum al voor 2018. Bij leven en welzijn treedt André ook op z’n 79e nog op.

Een paar dagen later laat Tony Currie van BBC Schotland weten dat hij op 14 december komt kijken in Kortrijk. Hij wil André interviewen voor zijn kerstshow. Duitsland ligt plots weer 100 kilometer dichterbij.

ANDRÉ BRASSEUR & BAND

sluit het jaar feestelijk af op 28/12 in De Roma. Alle info: andrebrasseur.com.

foto’s Anton Coene

Ayco Duyster vraagt hoe het is om weer met een groep te gaan spelen. ‘Ach, muzikanten’, schertst André. ‘Het is altijd iets. Ik heb een drummer gehad die in hetzelfde jaar drie keer naar de begrafenis van zijn grootmoeder moest.’

De Marquee vult zich helemaal. De nestor van Pukkelpop dwingt op dit ontiegelijk vroege uur een bisnummer af. Het enige van het hele festival. ‘Je vous aime’, roept André.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content