Oliver Stone en politiek, het zijn twee handen op één buik. De filmmaker is een van de weinige Amerikanen die zich openlijk tegen het beleid van de regering Bush durven te verzetten, een houding die hem absoluut niet in dank wordt afgenomen door de Amerikaanse pers. Maar Stone laat zich niet muilkorven. ‘Er is niets gevaarlijker voor Amerika dan een ex-alcoholicus die zegt dat je in Jezus moet geloven.’

Op het voorbije filmfestival in Berlijn haalde een aantal Amerikaanse acteurs en regisseurs zich de woede van de vaderlandse pers op de hals door zich resoluut tegen een oorlog in Irak uit te spreken. Dat Oliver Stone ook deel uitmaakte van dat gezelschap, kwam op zich niet echt als een verrassing. De man heeft tenslotte carrière gemaakt met films die de politieke en maatschappelijke trauma’s van Amerika onder het mes leggen. JFK stelde botweg dat de populairste president van de Verenigde Staten destijds door een militair-industrieel complot om het leven was gebracht. Nixon haalde de meest beschamende president naar de voorgrond. Born on the Fourth of July veroordeelde de al even gênante Vietnamoorlog. Wall Street nam de uitwassen van ongebreideld kapitalisme op de korrel. Talk Radio was een snoeiharde uithaal naar Amerikaanse onverdraagzaamheid in het algemeen en racisme in het bijzonder. Bovendien was het Stone die Alan Parker het script gaf voor Midnight Express, waarvoor hij en Parker nog steeds Turkije niet binnen mogen.

Sinds JFK wordt Stone door de gevestigde pers steevast afgeschilderd als een anti-Amerikaanse en paranoïde samenzweringsverslaafde, al laat de man zelf het duidelijk niet aan zijn hart komen. Hij heeft nog geen meter gedraaid van zijn grote Alexander De Grote-film (met Colin Farrell in de hoofdrol), maar de Griekse regering tekende wel al protest aan, omdat ze gehoord had dat Stone van Alexander een homo zou maken. De cineast weerlegde het gerucht meteen: Alexander was biseksueel. In Berlijn stelde hij dan weer zijn allereerste documentaire voor, Comandante, over niemand minder dan Fidel Castro. Stone verzamelde tijdens de drie dagen dat hij de Cubaanse leider van nabij mocht volgen dertig uur video-opnames en distilleerde daaruit een bizar en verrassend intiem portret. Al kan je begrijpen waarom Stone ook nu weer aan de schandpaal wordt genageld door een deel van de Amerikaanse pers. Castro, de man die decennialang Staatsvijand Nummer 1 was en die volgens de rechtse kenners altijd geprobeerd heeft om de Sovjet-Unie ertoe aan te zetten Amerika met kernkoppen te bestoken, wordt door Stone met meer dan de nodige egards behandeld. De kritische vragen die je van iemand van Stones status mag verwachten, komen maar zijdelings aan bod, en je kan je niet van de indruk ontdoen dat de regisseur zwaar onder de indruk was van zijn gesprekspartner. Hoe dan ook, Stone zorgt weer voor de nodige controverse. Zo ziet hij het echter zelf niet, want hij reageert fel als we het woord in de mond nemen. ‘Het is me helemaal niet om de controverse te doen’, countert hij. ‘Het geeft me geen kick om aangevallen te worden. Maar blijkbaar kan ik er niet aan ontsnappen. Ik heb zelfs kritiek gekregen voor U-Turn. En voor Any Given Sunday, een film over football! Wat is er Amerikaanser dan een film over football? Maar omdat ik de donkere kant van die wereld durfde te tonen, kreeg ik ervan langs.’

Maar je weet toch dat je in Amerika gekruisigd zal worden voor deze documentaire.

Oliver Stone: Ik hoop van niet. En ik hoop dat je fout bent door te denken dat Amerika zich als één blok tegen mijn film zal keren. Het oppervlakkige deel van de entertainmentpers heeft inderdaad al gezegd dat ik pure propaganda maak voor Castro, maar dat zijn mensen die niet verder kijken dan hun neus lang is. Mijn documentaire over Yasser Arafat is trouwens nog veel meer op de korrel genomen. Critici noemden het een liefdesbrief aan Arafat, wat complete horseshit is. De mensen die hem hebben gezien, de voornaamste leiders van de joodse gemeenschap in Amerika inbegrepen, vonden het allemaal net een heel evenwichtige film. We zijn zowel met de Israëlische als de Palestijnse kant gaan praten. Maar de New York Post ziet het natuurlijk weer anders.

Waarom wou je eigenlijk een film maken rond Castro? Omdat de man al 75 is en niet zo heel lang meer te leven heeft?

Stone: Dat had er zeker iets mee te maken. De gemiddelde Amerikaan ziet Castro nog steeds als een karikatuur, de communist met de baard en de sigaar, iemand die je meteen moet aanvallen. Ik wou hem vanuit zijn leeftijd benaderen. Je bent oud, je hebt niet lang meer te leven, wat vind jij van het leven? Wat betekent het voor jou? Waar moet de wereld over denken? Wat zijn jouw waarden? Castro is een buitengewoon ervaren man. De kennis van zulke mensen mag niet verloren gaan. Ik heb ook veel meer tijd aan deze film besteed dan ik oorspronkelijk van plan was, omdat ik Castro steeds fascinerender begon te vinden naarmate ik hem beter leerde kennen. Ik heb hem altijd benaderd als filmmaker, nooit als journalist of politieke wetenschapper. Ik heb hem van bij het begin gezegd dat ik in de eerste plaats een boeiende film wou, dat ik ‘Cut!’ zou zeggen als het saai werd, dat ik veel met de camera zou bewegen en vaak van decor veranderen. Ik moest me op mijn gemak voelen met hem, want anders zou ik in niets verschillen van de doordeweekse Amerikaanse talkshowpresentator.

Is je mening over de man sterk veranderd in de loop van die drie dagen?

Stone: Mijn bewondering voor hem is in elk geval een stuk dieper geworden. Ik besefte vroeger niet hoe moreel hij wel is. Waarschijnlijk omdat ik zelf zo immoreel ben. (lacht) Wat mij toch weer verrast heeft, is hoe moeilijk het is om een leider te zijn. Je kan niet anders dan ontzag hebben voor iemand die op zijn 75e nog steeds zo’n ontembare wil uitstraalt. Hij wil in de eerste plaats doen wat juist en goed is, en die overtuiging put hij uit zijn eigen moraliteit. Hij heeft geen psychiater nodig, in tegenstelling tot vele anderen. Hij twijfelt geen moment aan zichzelf. Zijn visie is ook niet de vrucht van radicale ideologie of kwezelarij, ze is gebaseerd op een geloof in de goeie zaak. Je moet weten dat Castro evengoed voor een comfortabel leven had kunnen kiezen. Hij had een succesvol advocaat kunnen worden. Maar hij besloot te vechten voor iets waarin hij geloofde.

Maakte het iets uit of jij ook geloofde wat Castro allemaal vertelde?

Stone: Nee, omdat het uiteindelijk niet relevant is. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken wat hij gelooft of niet. Er is ook geen absolute waarheid. In de grond hebben we allemaal een waanbeeld van de werkelijkheid. Daar gaan veel van mijn films ook over. Denk maar aan U-Turn. In tegenstelling tot wat Amerika denkt, is Castro bijvoorbeeld totaal geen egoïst. Hij wordt gemotiveerd door het collectief. Op zijn leeftijd gelooft hij nog steeds rotsvast dat hij geen rol van betekenis speelt. Hij is nu al bezig met wat Cuba na zijn dood zal overkomen. Hij bereidt de jonge Cubanen voor om de golf van propaganda te weerstaan die het land zal overspoelen.

Deel je Castro’s ideeën?

Stone: Sommige wel, sommige niet, en dat heb ik hem ook gezegd. Ik geloof in vrije onderneming. Ik geloof in kapitalisme, zij het met een bepaald plafond. Er moet een maatschappelijke controle op het systeem bestaan. Ik geloof dat iedereen vrij zijn eigen leven moet kunnen uitbouwen. Misschien is het omdat ik als Amerikaan die overtuiging met de paplepel heb meegekregen. Maar Fidels ideeën zijn niet noodzakelijk tegengesteld aan de mijne. Zijn model was socialistisch, niet communistisch. Hij heeft weliswaar toenadering gezocht tot de Sovjet-Unie, maar dat was vooral omdat Amerika zich vanaf het begin zo hard en onwrikbaar opgesteld heeft tegenover Cuba. Met name Richard Nixon, de grootste leugenaar uit de Amerikaanse geschiedenis. Waarom we Nixon wel geloven en Castro niet, is me een raadsel. De manier waarop Amerika Cuba behandeld heeft, zit vol paradoxen. Castro is niet de boeman waarvoor hij altijd versleten wordt. Het moet volgens mij ook mogelijk zijn om een semi-socialistische samenleving op poten te zetten zonder dat je het land overspoelt met reclameborden en casino’s.

Vond je dat je als documentairefilmer een bepaalde verantwoordelijkheid had?

Stone: Absoluut, in die zin dat ik er alles aan wou doen om zijn woorden zo ongefilterd mogelijk weer te geven. Het is zo gemakkelijk om te vervormen wat hij zegt. Kijk maar naar de nieuwsverslaggeving op CBS. Daar krijg je elke avond een potje desinformatie. Je moet op je tellen passen als je zo’n documentaire maakt. Het is een heikele zaak als je het goed wilt aanpakken.

Heb je plannen om naast Castro en Arafat nog andere politieke figuren te volgen?

Stone: Ik moet eerst de tijd vinden. Momenteel wijd ik mij aan mijn film over Alexander de Grote, en dat is een enorme productie. Ik doe het heel graag, maar documentaires zijn een vak apart. Al is het een stuk plezieriger dan reclamespots draaien. Als het van mij afhangt, maak ik er nog wel een paar, ja.

Hoe zou een film over George W. Bush eruitzien, denk je?

Stone:(zucht) Ik denk dat het je nooit zou lukken om een documentaire te maken over hem. Je zou nooit de toegang krijgen tot zijn leven. Kijk in zijn ogen en je weet genoeg. Bush is iemand die wegloopt van confrontaties. Zodra iemand hem een vraag stelde die wat dieper graafde, nam hij de benen. Elke psychiater kan je vertellen dat het een uiting van angst is. Hij leeft in angst. De angst om weer aan de drank te raken, waarschijnlijk. (lachje) Er is niets gevaarlijkers voor Amerika dan een ex-alcoholicus die zegt dat je in Jezus moet geloven. (grijnst)

Volgens Dustin Hoffman is het conflict rond Irak een herhaling van hoe de Vietnam-oorlog destijds is begonnen, met een flagrante leugen. Deel je die mening?

Stone: Ik maak me ernstig zorgen, zoals iedereen. Het gaat allesbehalve goed met Amerika. De economie is een ramp en we staan op het punt een oorlog te voeren waar ik geen bal van snap. Ik weet niet waarom we nu per se met Irak moeten gaan vechten terwijl we de boel onder controle hebben. Ik weet niet waarom we niet tegen al-Qaeda ten strijde trekken, het echte gevaar. En het is me een raadsel hoe de media de publieke opinie kunnen controleren.

Zijn de Amerikanen die zo denken niet zwaar in de minderheid?

Stone: Ik denk dat de meeste mensen met een heel onaangenaam gevoel rondlopen. Maar veel mensen laten zich gewillig leiden als schapen. Zo zit het leven in elkaar. We hebben weinig macht. De regering zegt ons wanneer we moeten springen. En wat er nu te gebeuren staat, kan niet anders dan slecht aflopen voor Amerika.

Je zegt dat de manier waarop de grote Amerikaanse kranten en zenders de publieke opinie gijzelen angstaanjagend is. Wordt dat steeds erger?

Stone: Het is niets nieuws. Ik herinner me nog heel goed hoe we tijdens de eerste helft van de jaren zestig, in de jaren voor de Vietnamoorlog, overstelpt werden met artikels en programma’s over de Vietnamese dreiging. In de late jaren zeventig was Khomeini dan weer het Monster, een decennium later was het de beurt aan Saddam Hoessein. De media marcheert op het tromgeroffel van het grote kapitaal. Zoals ik zei in Natural Born Killers: ’the media is man-made weather’, weer dat door de mens zelf wordt gemaakt. Het is zoals het weerbericht in die zin dat niemand erover nadenkt. Niemand stelt de pertinente vragen. En iedereen gelooft wat hij op tv ziet. Het is een moderne ziekte. We moeten leren om zonder tv te leven. Televisie is het Grote Kwaad. We zetten het toestel heel onschuldig op, maar het is allesbehalve een onschuldig medium. Het serveert je voorgekauwde meningen, het laat je niet voor jezelf denken. We krijgen te weinig feiten en te veel opinies.

Heb je altijd zo’n nihilistische visie op politiek gehad?

Stone: Ik ben niet nihilistisch. Mijn filosofie is er een van politieke gezondheid. Politiek is nodig. Ik ben er niet tegen. Ik geloof in politiek. Ik geloof dat de beste politici bereid zijn om hun privé-leven op te offeren voor de publieke sector, om iets te creëren, om te leiden. Het probleem is dat die publieke sector nu zo corrupt is geworden dat iemand met nobele intenties nauwelijks nog een kans maakt. Maar ik geloof rotsvast dat de mens fundamenteel goed is. Je ziet het elke dag, ook in de politieke wereld. Negentig procent van de mensen die zich politiek engageren, doet dat met de beste bedoelingen. Ze willen echt iets betekenen voor hun medemensen. Het probleem stelt zich bij de politieke top, omdat daar veel geld in het spel is. En geld maakt mensen corrupt. De enige oplossing is om al dat kapitaal weg te nemen uit de politiek. End of story. En televisie moet weer in handen komen van de gewone mens. Dat zijn de twee hervormingen die ik wil doorvoeren. Stem voor mij. (lacht)

JFK, Nixon, Castro, Alexander de Grote, je bent duidelijk gefascineerd door leidende figuren. Wat trekt je daar zo in aan?

Stone: Is dat niet de grootste uitdaging waar elke mens voor staat? Een mens die naar het hoogste in het leven streeft, wordt ofwel heel spiritueel, ofwel een koning-filosoof in de platonische zin van het woord. En koning-filosofen zijn de hoogste vorm van het menselijk ras omdat ze anderen kunnen leiden. We zijn met te veel op deze aardbol en we moeten dringend de koppen bij elkaar steken om te zien hoe we dat gaan aanpakken. We hebben leiders nodig, niet mensen die ons bedriegen en bestelen en hun presidentschap kopen. Mijn God, wat een manier om je leven te leiden.

Lopen er momenteel echte leiders rond in de States?

Stone: Hoe kunnen we echte leiders hebben als we zoveel poen investeren in verkiezingscampagnes? Het sluit elkaar uit. Het idee van Cicero Cincinatus, dat de beste politici afkomstig zijn uit het relatief ongerepte platteland, is nog steeds het beste. Dat verklaart ook voor een deel waarom Carter en Clinton zo populair waren. Zij werden gezien als een terugkeer naar het ruralisme. Jammer genoeg hield Clinton nog meer van poen dan van patatten. (lachje) Alexis De Toqueville zei het al in 1830. Democratie is per definitie gedoemd om te mislukken zolang het toelaat dat burgers kunnen stemmen om zichzelf te betalen.

Zou je jezelf nog patriot noemen?

Stone: Absoluut. Ik heb mijn land gediend in Vietnam. Ik heb altijd van Amerika gehouden, al weet ik niet of ik er nu nog van hou. De regering die het land nu bestuurt, gaat me toch wat te ver. Maar het heeft weinig zin om daar nu nog over te klagen. We hebben die kerel in het Witte Huis gestemd. Oké, hij heeft vals gespeeld, maar in veel staten heeft hij overtuigend gewonnen. Als dat de president is die Amerika wil, dat ze er de oorlog en al de rest maar bij nemen. Want dat is wat ons de komende jaren te wachten staat: nog meer angst en terreur en overheidstekort en economische tegenslag en vijanden over de hele wereld. Als dat is wat de gemiddelde Amerikaan wil, dan wordt het misschien tijd dat ik een ander vaderland zoek. Amerika is helemaal dol aan het draaien. Het is exact dezelfde situatie als voor Vietnam. Het Congres is dezelfde bende weke kwallen. En de media zingen hetzelfde liedje: nu oorlog onvermijdbaar is, wat zal er dan gebeuren nadat we gewonnen hebben? (lacht ongelovig) Stel je voor. Hoe kun je dan nog een ernstige discussie voeren over waarom we deze oorlog moeten voeren?

Door Ruben Nollet

‘We hebben leiders nodig,geen mensen die ons bedriegen en bestelen en hun presidentschap kopen.’

‘Nog meer angst, terreur, economische tegenslag en vijanden over de hele wereld, dat staat ons de komende jaren te wachten. Als dat is wat de gemiddelde Amerikaan wil, dan wordt het tijd dat ik een ander vaderland zoek.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content