Met een gemiddelde van één boek per jaar in de winkel en – naar eigen zeggen – twee andere in een lade van haar bureau, is Amélie Nothomb een echte veelschrijver. Een status die haar sinds haar debuut in 1992, met Hygiène de l’assassin, zowel kritiek als bewondering heeft opgeleverd. Kritiek omdat haar vaak dunne boeken te oppervlakkig zouden zijn. Bewondering om het talent zeer herkenbare, banale situaties met een flinke schep fantasie uit te vergroten tot een speels, meeslepend verhaal.

Nothomb is in het echte leven een kleurrijke figuur die met haar Pompiliohoeden, haar liefde voor zwart, de looks van een naïef meisje en gepeperde uitspraken, zelf een flinke hand toesteekt om haar mysterieuze imago levendig te houden. Ze lijkt erg op veel van haar personages en speelt ook in haar verhalen vaak gewoon Amélie Nothomb. Ze voelt zich immers goed in haar schik bij het schrijven van autobiografieën.

Het autobiografische Stupeur et tremblements (vertaald als Met angst en beven, 1999) is ongetwijfeld Nothombs bekendste werk. Het werd bekroond met de Grand Prix de l’Académie Française en is vertaald in 15 talen. Niet vanzelfsprekend voor een roman die de kritiek op haar werk belichaamt: flinterdun, een speelse maar oppervlakkige stijl en een verhaal over een andere cultuur waarin clichés niet worden geschuwd.

Die beperkingen zijn meteen ook de troeven van Stupeur et tremblements. De jonge Amélie werkt voor de Japanse multinational Yumimoto, en merkt dat haar gedrevenheid contraproductief werkt in een streng hiërarchische werkomgeving. Ze ondergaat de ene vernedering na de andere, maar houdt toch vol. Het verhaal is geschreven met ontzag én een ingehouden geldingsdrang tegenover Japan en de Japanners. Nothomb toont hoe de arbeidsethiek in het Oosten en het Westen, ondanks oppervlakkige economische gelijkenissen, fundamenteel anders is. Ze rekent echter niet af met Japan, maar betuigt in een lichtvoetige, relativerende taal haar liefde aan een moeilijke, uitdagende minnaar.

Dat wil ze ook doen in Ni d’Eve ni d’Adam (vertaald als De verloofde van Sado), haar jongste werk en opnieuw een roman waarin ze teruggrijpt naar haar leven in Japan. Rinri, haar geliefde, is echter te lief en dus vlucht ze van hem weg als hij haar ten huwelijk vraagt. Nothomb schetst een beeld van Japan dat opnieuw niet vrij is van clichés, maar dat weet te bekoren dankzij haar herkenbare stijl.

‘de verloofde van sado’

Verschenen bij Manteau.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content