‘ALS IK NIET SCHRIJF, BEN IK ONGELUKKIG’

De Amerikaanse bestsellerauteur David Baldacci heeft veel over om zijn romans geloofwaardig te maken. ‘Ik heb met zowat alles geschoten waarmee er te schieten valt.’ In zijn recentste actiethriller, Onschuldig, zorgt de huurmoordenaar niet alleen voor vuurwerk, maar ook voor een teder moment.

In Onschuldig introduceer je Will Robie, die als huurmoordenaar voor de Amerikaanse overheid werkt. Hoe ontwikkel je zo’n nieuw personage?

DAVID BALDACCI: Door zelf een moordenaar te worden, natuurlijk. Ervaring uit de eerste hand is voor mij essentieel. Nee, grapje. Ik wilde mezelf vooral uitdagen om een ‘slechterik’ te creëren voor wie lezers uiteindelijk sympathie krijgen. Bij elk boek dat ik schrijf, dwing ik mezelf een andere richting uit. Bij Robie vond ik het belangrijk dat je om hem begint te geven. Dat is niet makkelijk als je weet dat hij een beroepsmoordenaar is. Maar ik heb hem een hart gegeven, of hij ontdekt toch gaandeweg dat hij een hart heeft. Het roofdier wordt de bewaarengel van Julie, het meisje dat met eigen ogen de moord op haar ouders heeft gezien. De transformatie van moordmachine in een compleet menselijk wezen lijkt me bij Robie wel geslaagd.

Heb je ooit een man als Robie ontmoet?

BALDACCI: Ik ken behoorlijk wat militairen die dezelfde vaardigheden hebben. Niemand van hen gaat er eens uitgebreid voor zitten om te vertellen dat ze moorden plegen voor de overheid. Maar in de loop der tijd hoor je wel het een en het ander waardoor ik Robies personage meer vlees kon geven.

Hoe overhaal je mensen die voor de politie, het leger of de overheid werken om hun bedrijfsgeheimen te vertellen?

BALDACCI: Toen ik pas als schrijver begon, was dat echt niet makkelijk. Ik ben jurist van opleiding en plots moest ik me als een journalist gedragen. Ik moest alle mogelijke contacten die ik maar had aanspreken om bij de mensen te raken met wie ik wilde spreken. Zo heb ik heel vaak mensen ontmoet die me zeiden: ‘Ik vertel je dit nu wel, maar dit mag je nooit publiceren!’ En dat heb ik ook nooit gedaan. Nu ik bekender ben, is dat anders. Overheidsinstellingen bellen me zelfs op omdat ze in mijn boeken willen. Een heel groot verschil met mijn beginnersdagen.

Robie heeft een strikte routine. Hij laat nooit of te nimmer sporen na, laat alle buren in zijn flatgebouw natrekken… Dat klinkt behoorlijk paranoïde voor een koelbloedige moordenaar.

BALDACCI: Ja, maar je moet ook wel paranoïde zijn als je Robies werk doet. Hij is gevaarlijk, maar zijn omgeving ook. Een man als Robie maakt heel wat vijanden en van een normaal leven met vrouw, kinderen en vrienden is geen sprake. Enerzijds bewonder ik dat soort mannen wel, maar net als jij ben ik er ook bang voor.

Het valt me op dat je in je boeken heel gedetailleerde informatie geeft over wapens en militaire trainingsmethoden.

BALDACCI: Met Google en Wikipedia red ik het niet in mijn boeken. Ik moet er echt op uit om aan den lijve te ondervinden of te zien wat mijn personages meemaken. Daarom doe ik heel wat interviews met mensen op het terrein. Zo heb ik Fort Benning in Georgia bezocht, waar de Army Rangers trainen. Ik heb intussen al heel wat gekke dingen gedaan omdat ik mijn personages door en door wil kennen. Ik ben van een parachutetoren gesprongen, heb met een scherpschuttersgeweer geschoten en zelfs met een militaire Humvee rondgereden.

Ben je zelf een adrenalinejunkie?

BALDACCI: Ik ben geen fan van wapens, maar ik heb met zowat alles geschoten waarmee er te schieten valt. Ik hou van snelle boten en ik heb al met auto’s gereden waarvan ik de snelheid opvoerde tot dik drie cijfers (in mijl per uur), maar toch ben ik niet het prototype van iemand die dol is op risico’s. Ik zoek wel eens mijn grenzen op, maar ik bewaar toch altijd de controle. Dat is ook mijn motto: ken je grenzen.

Je publiceert misdaadromans aan een olympisch tempo. Raak je nooit het noorden kwijt nu je verschillende reeksen hebt lopen?

BALDACCI: Nooit. Dat zou net hetzelfde zijn als dat je je kinderen vergeet. Ik schrijf alles zelf, gebruik nooit een ghostwriter of een coauteur of god weet wat. Die zouden vast en zeker in de war raken, maar ik niet, omdat elk verhaal in mijn hoofd gebeiteld zit. Soms, als mensen over een boek van tien of twaalf jaar geleden beginnen, ben ik verbaasd dat ik me dat verhaal nog tot in detail voor de geest kan halen. Die boeken zijn echt een deel van mij geworden.

Je schrijft trouwens niet alleen misdaadromans, maar ook scenario’s, kortverhalen en kinderboeken. Het lijkt wel alsof je dag en nacht aan het werk bent?

BALDACCI: Ik hou echt van schrijven, maar ik beschouw het niet als een baan, het is gewoon mijn manier van leven. Als ik niet schrijf, ben ik ongelukkig. En als ik klaar ben met het ene verhaal, wil ik meteen aan het volgende beginnen. Schrijven bepaalt echt wie en wat ik ben.

Je debuteerde in 1996, op je zesendertigste, met Het recht van de macht. En je bent ook jurist van opleiding.

BALDACCI: Ik heb niet rechten gestudeerd omdat ik van plan was om al mijn kennis over misdaad en straf ooit in mijn boeken te gebruiken. Het was geen vooropgezet plan. Ik ben jurist geworden omdat ik mijn rekeningen wilde betalen en mijn familie wilde onderhouden, maar ik wilde al van jongs af schrijver worden en ben begonnen met kortverhalen. En ik ben altijd blijven dromen van een leven als fulltimeschrijver.

In 1997 werd je door People uitgeroepen tot een van de 51 mooiste mensen ter wereld. Ben je ijdel?

BALDACCI: Daar maakt mijn vrouw nog altijd grapjes over. Je moet weten dat er op die lijst bijna uitsluitend acteurs, muzikanten en modellen staan. Er stond nog één paleontoloog op en omdat ze nog een schrijver zochten, werd ik opgevoerd. Ik kijk liever naar wat er onder de oppervlakte zit. Sommigen van mijn interessantste vrienden zouden nooit zo’n schoonheidslijst halen. En dan? Schoonheid zit in je geest en persoonlijkheid. De rest is alleen maar windowdressing. Je kunt het hoogstens faken en op een bepaald moment verdwijnt uiterlijke schoonheid toch.

Ben je ook niet ijdel als het op erkenning aankomt?

BALDACCI: Ik vind het heerlijk om te horen wat lezers van mijn boeken vinden, maar ik ben niet zo geïnteresseerd in wat recensenten schrijven.

Iets helemaal anders: je bent ambassadeur voor de Amerikaanse multiple-sclerosisvereniging?

BALDACCI: Mijn zus heeft al bijna dertig jaar MS, daarom ben ik er zo bij betrokken. Ik zamel geld in en probeer mensen bewust te maken van de ziekte. Intussen is er vooruitgang geboekt in de behandeling. Ik heb een aantal vrienden met MS die de laatste vijf jaar een veel beter leven hebben gekregen door betere medicijnen.

Daarnaast heb je je eigen stichting, de Wish You Well Foundation. Is analfabetisme nog altijd een groot probleem in de Verenigde Staten?

BALDACCI: De helft van de volwassenen in de Verenigde Staten haalt slechts de twee laagste leesniveaus. Daardoor kunnen ze hun talenten niet volledig ontwikkelen en worden ze eerder een last voor de maatschappij dan een meerwaarde. Lezen en schrijven is gewoon een fundamentele basis die ieder mens nodig heeft. We kunnen eender welk probleem wel proberen op te lossen, maar dat heeft alleen zin als mensen geletterd zijn.

Onschuldig zou net als heel wat van je andere boeken zo verfilmd kunnen worden. Heb je zelf al een acteur in gedachten voor Will Robie?

BALDACCI: Dat probeer ik net te vermijden als ik schrijf. Als ik dan al aan een acteur zou denken, loop je het risico dat je een scenario vermomd als boek schrijft. Maar er zijn heus wel acteurs die een goede Will Robie zouden kunnen neerzetten. Eerlijk gezegd zijn er ook al filmplannen. Nu maar hopen dat die film er ook komt.

Wat zou er van David Baldacci zijn geworden als zijn eerste misdaadroman niet zo’n succes was geworden?

BALDACCI: Dan zou ik nog steeds een jurist zijn, maar wel eentje die lesgeeft. Leraars hebben in mijn leven voor het grote verschil gezorgd. En daar kunnen leraars in het leven van iedere leerling voor zorgen.

DE MOORDZOMER

Knack Focus selecteerde 40 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Alle info: moordzomervanknack.be

VOLGENDE KEER

Jo Claes – Tot de dood ons scheidt

DOOR JOHANNA SPAEY

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content