Zes acteurs – drie mannen, drie vrouwen – en evenveel kansen op een Oscar. Een gesprek onder sterren over stress op de set, waarom acteurs zo vaak verliefd op elkaar worden en herkend worden op straat. ‘Elvis Presley heeft mij geïnspireerd om te acteren. Meer bepaald zijn dood.’

Zeggen dat het gezelschap voor de ‘Oscar roundtable’ divers is, is een understatement. Aan de ene kant zit Morgan Freeman, een van de meest door de wol geverfde acteurs in Hollywood, een man die eind jaren 60 zijn debuut maakte op Broadway en sindsdien in tientallen films en toneelstukken meespeelde. Aan de andere kant zitten Gabourey Sidibe, een 26-jarige New Yorkse die met haar vertolking van een seksueel misbruikte tienermoeder in Precious haar debuut maakte op het bioscoopscherm, en Carey Mulligan, een 24-jarige Britse die voorheen onbekend was, maar dankzij haar hoofdrol in An Education op weg lijkt naar een grote carrière – haar volgende project is Oliver Stones sequel op Wall Street. Sandra Bullock, een van de publiekslievelingen in Hollywood én een actrice van wie de films totnogtoe in totaal wereldwijd meer dan drie miljard dollar opbrachten, zit dan weer samen met Jeff Bridges en Woody Harrelson, twee acteurs die altijd veeleer tot de underdogs in de filmindustrie hebben behoord. Ze hebben echter allemaal twee dingen gemeen: de liefde voor het vak én een nominatie voor de 82e Academy Awards, die zondag worden uitgereikt in het beroemde Kodak Theatre in Los Angeles.

Morgan, jij bent er tweeënzeventig en de enige acteur hier die al een Oscar op de schoorsteen heeft staan. Word je nog nerveus?

Morgan Freeman: Neen.

Jeff Bridges: Nooit?

Freeman: Alleen als ik toneel doe: dan krijg ik altijd een energieboost vlak voor ik het podium opga.

Bridges: Jij bent begonnen als danser, niet?

Freeman: Neen, ik ben begonnen als acteur, maar iemand zei me dat ik er zo goed uitzag als ik bewoog dat ik danser moest worden.

Carey, jij bent met je vierentwintig jaar de jongste in het gezelschap. Hoe ben jij in het vak gerold?

Carey Mulligan: Mijn vader was een hotelmanager en we verhuisden vaak. Ik zat als klein meisje op een gigantische internationale school in Duitsland, waar er een grote musical- en theater-afdeling was. Van toen ik zes was, wilde ik niets anders meer doen.

Gabourey Sidibe: Ik wilde helemaal geen actrice worden. Ik ben erg lui en het leek me heel veel werk. Bovendien houd ik er niet van afgewezen te worden. Maar op de een of andere manier heb ik bij iedere auditie waaraan ik meedeed ook de rol gekregen. Bij mijn eerste dag op de set van Precious was ik doodsbang voor al die mensen en vroeg ik me af of ik wel echt kon acteren. Toen ik voor de camera stond, was die angst echter volledig weg.

Woody Harrelson: Maar je moet toch opgefokt zijn voor een scène?

Sidibe: Ik weet het niet. Ik luister veel naar opzwepende muziek voor ik opmoet, maar die leg ik ook op als ik de was doe.

Sandra Bullock: Het thema van Rocky?

Sidibe: Yeah, er waren dagen op de set dat ik me zo ziek voelde dat ze eerst het Rocky-thema voor me moesten neuriën. Voor de camera staan is voor mij een gevecht, maar wel een gevecht dat ik wil winnen.

Sandra, jouw moeder was een operazangeres niet?

Bullock: En mijn vader was een zang-leraar, ja. We reisden heen en weer tussen de VS en Europa, omdat mijn moeder meedeed in opera’s. Geconfronteerd worden met dat soort toewijding is beangstigend, omdat de lat voor jezelf dan zo hoog ligt. Maar het gaf me de drang om altijd beter te willen worden, om die angst te gebruiken om er alles voor te doen.

Hoe ben jij in het vak gerold, Woody?

Harrelson: Eigenlijk komt dat door Elvis Presley, en meer bepaald door zijn dood. Toen hij gestorven was, kon je via TV Guide voor een kleine som vijf platen van hem kopen, en zo ben ik hem beginnen te imiteren. Op een dag stond ik in de bibliotheek van mijn school en zeiden enkele vrienden uit het footballteam: ‘Vooruit Woody, doe je Elvis nog een keer.’ Dus begon ik te zingen: ‘Well, I bless my soul/What’s wrong with me.’ Al snel stond de hele bibliotheek vol met mensen en op het einde van mijn optreden, kwam er een knap meisje op me af dat zei: ‘Woody, je zou eens toneel moeten proberen.’ En dat heb ik dan gedaan. (Lacht)

Sandra, zat jij in een van je eerste films, ‘The Vanishing’, niet op schoot bij Jeff Bridges?

Bullock: Ja, hij heeft me verdoofd en daarna levend begraven. Dat was heel leuk omdat ik voor het grootste deel van de scène op zijn schoot moest liggen. Een hele dag lang op de schoot van Jeff Bridges liggen, het is geen slechte manier om te beginnen.

Harrelson: Hoe was het voor jou, Jeff?

Bridges: Ik vond het ook wel leuk. (Lacht)

Bullock: Hij was geen lieve man in die film. Hij zat dan ook in zijn personage.

Harrelson: Het is echt interessant om te zien hoe in bijna elke film de relaties tussen de personages en de relaties tussen de acteurs beginnen te overlappen.

Bridges: Hoe bedoel je?

Harrelson: Als de personages niet overeenkomen, zullen de twee acteurs ook niet door één deur kunnen. En als ze een getrouwd koppel spelen, gedragen ze zich ook zo.

Bridges: Ik merk wel dat je gemakkelijker je ziel opent tegenover een acteur die in de film dicht bij je staat. Dat is gevaarlijk omdat je snel een grens kunt oversteken.

Is dat de reden waarom acteurs vaak verliefd worden op hun medespelers?

Bridges: Natuurlijk. Ik ben drieën-dertig jaar getrouwd, en de steun van mijn vrouw om mijn ding te doen, is heel waardevol.

Harrelson: Ze geeft je toestemming om een scheve schaats te rijden? (Lacht)

Bridges: Zij is de belangrijkste vrouw in mijn leven. Ze begrijpt alle intieme zaken, de dingen die echt belangrijk zijn. Je wordt het soms beu om te doen alsof – ik ben het moe om me anders voor te doen dan ik ben.

Woody, je eerste grote rol was die van barman Woody in ‘Cheers’. Was het frustrerend dat mensen jou en je personage niet uit elkaar konden houden?

Freeman: Televisie is daarvoor berucht.

Harrelson: Ik heb zes jaar lang geen andere rol kunnen krijgen. Een deel van mij vroeg zich af of ik ooit nog iets anders zou doen.

Bridges: Ten tijde van Sea Hunt was mijn vader (Beau Bridges; nvdr.) zo goed dat mensen dachten dat hij écht een duiker was. Dat is een mooi compliment, maar daarna kreeg hij alleen nog dat soort rollen aangeboden. En dat voor iemand die zoveel Shake-speare heeft gespeeld.

Freeman: Ik heb nog vaak samen met je vader in New York op de metro gezeten, ergens in 1968.

Had je geen auto dat je iedere dag de metro moest nemen?

Freeman: Als je van de Upper West Side naar de theaterbuurt wil, moet je wel de metro nemen. Anders raak je er gewoon niet. Een van de ergste gevolgen van mijn bekendheid is dat ik de metro niet meer kan nemen.

Sidibe: Ik probeer alles met de metro te doen, omdat het de beste manier is om ergens te komen. Maar het is al een paar keer gebeurd dat ik instapte en er precies een fotosessie begon.

Harrelson: Ik zat een paar dagen geleden nog op de metro. Niets gemerkt.

Bridges: Er zou een manier moeten zijn om als acteur even je gezicht te veranderen als je naar buiten gaat.

Harrelson: Ik stond ooit in de lift met Bill Murray, en die haalde vlak voor de deuren opengingen een masker van Richard Nixon boven. Toen realiseerde ik het me: die man heeft een gezicht uit de duizend, maar toch wordt hij nooit herkend.

Overkomt jou dat ook al, Carey?

Mulligan: Neen, ik ben al welgeteld twee keer herkend en dat was nadat ik meegespeeld had in Doctor Who, wat in Groot-Brittannië een gigantische serie is. Ik ben een soort kneedbaar persoon, die er van de ene dag op de andere helemaal anders kan uitzien. Ik verander mijn haar ook vijf keer per jaar.

Freeman: Ik heb twee mooie verhalen daaromtrent. Ik zat ooit op het vliegtuig met een petje over mijn ogen getrokken en een man leunde naar me toe en zei: ‘Ik weet dat je incognito probeert te blijven, maar ik heb je herkend, meneer Samuel L. Jackson.’ Ik zei dat hij zich vergiste en hij antwoordde: ‘Ik weet dat je liegt, maar het is oké, ik vertel het niet verder.’ (Lacht) En een andere keer kwam een man in een bar van een hotel op me af en hij zei: ‘Drie weken geleden zat ik samen met een vriendin van jou, Alfre Woodard, en ik vroeg haar wie volgens haar de beste acteur was met wie ze nog had samengewerkt. En ze noemde jou, meneer Louis Gossett Jr.’ Ik heb mijn gezicht in de plooi gehouden en hem beleefd bedankt.

Wat vinden jullie als acteurs van de motioncapturetechniek? Jeff, jij hebt er ervaring mee voor je rol in de ‘Tron’-sequel.

Bridges: Het is iets anders. Je moet nieuwe technieken ontwikkelen, andere dingen doen met je geest. Je zit in een pakje met honderden stippen op je gezicht en honderden sensoren op je lichaam, en alles – de sets, de make-up – gebeurt in postproductie.

Freeman: Probleem is dat je als acteur van je kostuum en je make-up afhangt.

Bridges: Het was wat oncomfortabel, maar tegelijk ook erg opwindend. Het is de toekomst.

Harrelson: Een erg diplomatisch antwoord.

Bridges: Wie heeft Avatar gezien?

Bullock: Ik nog niet.

Moeten we gaan kijken?

Freeman: Ik denk dat die ‘motion capturing’ een beetje een rage is, iets wat zal voorbijgaan. Eigenlijk zit je naar een tekenfilm te kijken. Wat ik echt wil, is in de ogen van een acteur kijken en een heel andere persoon zien.

Morgan, herinner je je nog hoe je je voelde toen je op je 50e die eerste zin las van de bespreking van Pauline Kael van ‘Street Smart’: ‘Is Morgan Freeman the greatest American actor?’

Freeman: Natuurlijk. Dat plaatst je in een soort pantheon van acteurs. Tegen dan was ik wel al tot de conclusie gekomen dat ‘de beste’ in deze industrie niet bestaat. Ik geef Philip Seymour Hoffman gelijk op dat vlak: we zijn niet beter dan elkaar, we nemen het voor elkaar op.

Wat zouden jullie ervan vinden als er tien nominaties voor ‘Beste Acteur’ zouden zijn, zoals nu in de categorie ‘Beste Film’?

Bridges: Dat zou ik prima vinden. Het leukste aan alle prijsuitreikingen, het belangrijkste eigenlijk, is dat ze je de kans geven om te zeggen: ‘Hé, mensen, kom naar onze film kijken, hij is echt goed!’

Harrelson: Morgan, hoe was het om Nelson Mandela te ontmoeten?

Freeman: Erg cool. Je voelt jezelf erg belangrijk in zijn bijzijn. Zeker omdat er mannen bij staan in maatpak en met Uzi’s in hun handen.

Heeft hij je laten weten wat hij van de film vindt?

Freeman: Neen, nog niet.

Harrelson: Heeft hij hem gezien?

Freeman: Ja, we hebben hem zelfs samen bekeken: ik zat ongeveer waar jij nu zit. Het was bij de Nelson Mandela Foundation in Johannesburg. Toen ik voor het eerst op het scherm kwam, zei hij: ‘Ik ken die kerel.’ Hij glimlachte ook veel. Zijn geest doet rare dingen met hem. Hij lacht er soms zelf om, maar hij vraagt zich af of en hoe hij herinnerd zal worden.

Bridges: Hoe heeft hij dat gezegd tegen jou?

Freeman: (In Mandela’s stem): ‘ Maybe they will remember the old man.’ Ik ben een tijdje bij hem geweest, en het gaat op en neer. Hij wordt erg snel moe.

Wisten jullie dat met ‘The Blind Side’, Sandra de eerste vrouw is die een film draagt die meer dan tweehonderd miljoen dollar heeft opgebracht?

Bullock: First chick, ja. ( Lacht) Het is leuk, maar ook vreemd. Iedereen doet nu: ‘Je bent een vrouw en je hebt dit bereikt!’ Stel je voor! Ik weet heus wel dat ik een tweederangsburger ben, daar ben ik me al sinds mijn puberteit van bewust.

Denk je dat de studiobonzen zich eindelijk realiseren dat vrouwen een film evengoed kunnen dragen?

Bullock: Dat vrouwen iets waard zijn, bedoel je? Ik denk niet dat ze dat al echt helemaal geleerd hebben. Dit is een industrie, en de baan van de bazen bestaat erin om de studio geld te laten verdienen. Kunst komt soms echt op de tweede plaats. Al wat ik kan hopen is dat mijn films hun geld terugverdienen, zodat ik daarna weer kan kiezen wat ik wil doen.

Maak je je daar na al die jaren nog steeds zorgen over?

Bullock: Ja. Ik wil niet dat mensen denken dat ik mijn geld niet waard ben. Ik heb jaren geleden al geleerd dat als ik meer kansen wilde krijgen – want in deze wereld draait het vaak om de kansen die je aangeboden krijgt – ik een andere richting moest inslaan. Ik heb het geld niet nodig, maar ik moet het gevoel hebben dat ik mezelf moet bewijzen en een rol echt moet verdienen. Je moet jezelf nederig houden.

© Newsweek.

Vertaling en bewerking Stefaan Werbrouck.

The 82nd Academy Awards

Zondag 7/3. De uitreiking wordt live uitgezonden op Prime Star, vanaf 0.00. De betaalzender is voor één keer gratis te bekijken voor alle klanten van Telenet Digital TV, op kanaal 300.

Door David Ansen en Ramin Setoodeh

Morgan Freeman: Ik zat ooit op het vliegtuig met een petje over mijn ogen en een man leunde naar me toe en zei: ‘Ik weet dat je incognito probeert te blijven, maar ik heb je herkend, meneer Samuel L. Jackson.’

Jeff Bridges: Het leukste aan alle prijsuitreikingen, het belangrijkste eigenlijk, is dat ze je de kans geven om te zeggen: ‘Hé, mensen, kom naar onze film kijken, hij is echt goed!’

Carey Mulligan: Ik ben al welgeteld twee keer herkend. Ik ben een soort kneedbaar persoon, die er van de ene dag op de andere helemaal anders kan uitzien.

Sandra Bullock: Voor mijn eerste grote rol moest ik een hele dag lang op de schoot van Jeff Bridges liggen. Geen slechte manier om je acteercarrière te beginnen.

Woody Harrelson: Ik heb zes jaar lang geen andere rol kunnen krijgen door ‘Cheers’. Een deel van mij vroeg zich af of ik ooit nog iets anders zou doen.

Gabourey Sidibe: Ik wilde helemaal geen actrice worden. Ik ben erg lui en het leek me heel veel werk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content