127 HOURS JAMES FRANCO ‘Ik ben niet zomaar een Hollywoodclown’

JAMES FRANCO in '127 HOURS'. 'Onze boodschap is duidelijk: Leef je leven ten volle!'

Laat die Oscars maar komen! Niet alleen is Danny Boyles waargebeurde survivaldrama 127 Hours genomineerd, ook hoofdrolspeler James Franco maakt kans op een beeldje voor zijn vertolking van de verbeten bergbeklimmer Aron Rolston. De acteur die u misschien beter kent als Peter Parkers beste vriend uit de Spider-Man-trilogie of Sean Penns getormenteerde geliefde in Milk praat de hele ceremonie zelfs aan elkaar. ‘Eerst wílde ik de Oscars niet eens presenteren.’

In dit tijdperk van Google, Wikipedia en andere digitale droginfotheken is een doorgedreven leergierigheid even zeldzaam als een intelligente Hollywoodblockbuster. Grote kanshebber in de categorie ‘homo universalis 2.0’ is James Franco (33), de knapperd die indruk maakte met zijn vertolking van James Dean in een tv-film, vervolgens Spider-Man-nemesis Harry Osborn een onverwacht lijden meegaf en zich sindsdien langzaam maar zeker een weg richting Grote Doorbraak baant.

Al is het geen ramp als die er niet komt. Zijn wiskundeknobbel bezorgde hem al als tiener een stage bij defensiegigant Lockheed Martin, vorig jaar verscheen zijn eerste verhalenbundel en tussendoor vliegt hij van de ene prestigieuze postgraduaatcursus naar de andere. Zijn kunstinstallaties sierden al menige gerenommeerde galerij, een ervaring die hij kan gebruiken voor zijn rol in de populaire soap General Hospital van Franco, een multimediakunstenaar met een donker verleden – ‘Performancekunst op z’n puurst’, meent hijzelf.

Die aaneenschakeling van afwijkende nevenactiviteiten verklaart wellicht waarom Franco ondanks zijn aanzienlijke cinema-cv nog steeds geen échte grote naam is. Dat euvel zou Danny Boyles nieuwste film 127 Hours wel eens kunnen verhelpen. Met zijn gedreven vertolking van Aron Rolston, de natuurliefhebber die enkele jaren geleden dagen in een afgelegen canyon vastzat, dingt hij immers mee naar Oscargoud.

Het Grote Sterrenspel lijkt Franco nog vreemd, als ik hem de hand schud in het Soho Hotel hartje Londen. Franco maakt een verwaaide indruk – het is moeilijk in te schatten of hij last heeft van een extreme jetlag of acute desinteresse. Een collega beweert zelfs dat hij met een junkie te maken heeft omdat hij geen zinnig antwoord kan losweken. Op welgemikte vragen reageert Franco echter met het enthousiasme van een hyperactieve kleuter.

‘Zo’n kans krijg je niet elke dag!’, schreeuwt hij uit als ik hem vraag wat hem aan dit project boeide. ‘Het verhaal van een man die zes dagen in absolute afzondering doorbrengt, geconfronteerd wordt met de venijnigste kantjes van Moeder Natuur en zowel mentaal als fysiek rake klappen krijgt: welke acteur staat níét voor zo’n rol te springen? Dat betekent niet dat ik de prent met eender welke regisseur had gemaakt. Dat Danny enorm bezield te werk gaat en er niet voor terugdeinst om vertrouwde grond achter zich te laten, vormt een perfecte basis.

Werkt zijn flashy filmstijl een kunstzinnig iemand als jij niet op de zenuwen?

James Franco: Ik houd van trage films, dat klopt. Volgens mij zou Chantal Akerman een fantastische versie van Arons verhaal kunnen inblikken. Ik wist dat Danny een compleet ander soort cineast is, daarover morren zou dus belachelijk zijn. Het was me in de eerste plaats om de ervaring te doen. Dat is het enige waarover je als acteur een beetje controle hebt.

Vind je niet dat Danny’s kenmerkende foefjes de kracht van Arons verhaal en jouw indrukwekkende acteerprestatie ondermijnen?

Franco: Natuurlijk overdondert Danny de kijker met zijn trucs: het montagetempo ligt heel hoog en de score doet doven weer horen. Achter al die glijmiddeltjes voor Jan Modaal schuilt echter een straf staaltje pure cinema. Er wordt meer getoond dan verteld, en de nadruk ligt op de fysieke acties van het hoofdpersonage. Bovendien hebben de weinige dialogen iets van een avant-gardistisch experiment. Tijdens de reconstructies van de video-opnames die Aron voor zijn familie en vrienden maakte, wordt de zogenaamde vierde muur doorbroken en lijkt het alsof de bioscoopbezoeker direct wordt aangesproken.

Aron toonde jullie die opnames. Een heftige ervaring, me dunkt.

Franco: Ongelooflijk leerrijk zal je bedoelen. Hoewel het duidelijk was dat hij zijn eigen dood had aanvaard, toonde Aron geen greintje zelfmedelijden. Hij hield zich kranig omdat hij ervan overtuigd was dat dit de laatste beelden waren die zijn moeder van hem zou zien. Dat is echt wel sterk spul, man.

Helpt beeldmateriaal je bij het spelen van echte personages?

Franco: Arons video’s zijn een geval apart. Van James Dean bestaat er heel wat beeldmateriaal, maar intens kun je dat niet noemen. Enkel opnames van net voor zijn fatale ongeluk zouden in de buurt komen van wat Aron toonde.

Hebben Arons ingrijpende belevenissen je over je eigen leven doen nadenken.

Franco: De boodschap van zijn memoires en onze film is overduidelijk: Leef je leven ten volle! Dat deed ik al voor dit project. Waarom denk je dat ik niet alleen acteer, maar ook nog studeer, schrijf, schilder en noem maar op? Zulke activiteiten doen je jezelf dag in dag uit in vraag stellen. Een goed voorbeeld: sinds ik vlieglessen volg, ben ik me uiterst bewust van mijn eigen sterfelijkheid – met de nodige introspectie tot gevolg.

Je vriend Sean Penn regisseerde enkele jaren terug ‘Into the Wild’. Waarom wagen gedoodverfde stedelingen als jullie zich aan ‘man versus natuur’-verhalen?

Franco: Wat deze verhalen interessant maakt, is dat ze meer draaien om de interne strijd van de mens dan om zijn gevecht met de natuur. Arons historie heeft iets van de toneelstukken van Samuel Beckett – net door dat ontmantelde en spartaanse karakter. Danny is trouwens ook niet bepaald ‘Mister Nature’: niet de setting, maar Arons confrontatie met zichzelf was belangrijk.

Een van je nevenactiviteiten valt moeilijk te plaatsen: je modellenwerk voor Gucci.

Franco: Dat doe ik om twee redenen. Enerzijds omdat ik zielsveel van Gucci’s producten houd, anderzijds omdat het merk mijn artistieke projecten stevig steunt. Zo financierde het een installatie die Gus Van Sant en ik maakten rond diens doorbraakprent My Own Private Idaho. Die zal binnenkort getoond worden in de prestigieuze Gagosian Gallery in Los Angeles.

Maken al je bezigheden deel uit van een groots opgezet interdisciplinair kunstproject of gaat het simpelweg om zaken die je boeien?

Franco: Daar kan ik geen eenduidig antwoord op geven. Je moet me geloven als ik zeg dat ik geen overkoepelend plan heb. Ik houd me in de eerste plaats met zaken bezig omdat ze me fascineren. Ik zou nooit iets enkel en alleen doen omdat het ’the arty thing to do’ is. Tegelijkertijd besef ik dat mijn buitenfilmische bezigheden aan impact winnen door mijn cinemacarrière. Daar heb ik mee leren leven, nu kan ik die kruisbestuiving zelfs ironiseren. Eén ding vind ik wel superbelangrijk: of het nu om acteren, schrijven, studeren, of schilderen gaat, ik neem het allemaal bloedernstig.

Dat je verhalenbundel ‘Palo Alto’ niet bepaald enthousiast werd onthaald, kwam dus hard aan?

Franco: (Zucht) Ik hoop dat er een dag komt dat vergelijkingen tussen James Franco de acteur, James Franco de kunstenaar en James Franco de schrijver ophouden. Op dit moment worden mijn verhalen en kunstwerken nog net iets te vaak benaderd als de hobbyprojectjes van een of andere Hollywoodclown – wat niet wegneemt dat ik blij ben met alle aandacht die mijn werk krijgt.

Terug naar de zevende kunst: binnenkort speel je de hoofdrol in ‘Planet of the Apes’-prequel ‘Rise of the Apes’. Ben je niet bang voor een catastrofe à la Tim Burtons herinterpretatie?

Franco: Helemaal niet. Ik word omringd door enkele spilfiguren vanuit het The Lord of the Rings-kamp: cameraman Andrew Lesnie, de crew van speciale- effectenhuis WETA en Gollumacteur Andy Serkis. Ik ben een ongegeneerde fan van Peter Jacksons filmtrilogie. Dat zijn vaste kern zich achter dit project schaarde, deed me blindelings tekenen. Ik besefte dat het niet om de zoveelste gezichtsloze blockbuster zou gaan.

Bij wijze van afsluiter: beschouw je je rol als presentator van het nakende Oscargala ook als ‘performancekunst op zijn puurst’?

Franco: Daar ben ik nog niet uit. Ik kan je wel vertellen dat ik aanvankelijk heb geweigerd. ‘Daar bak ik niets van’, dacht ik bij mezelf. Nadien maakte die angst me ongelooflijk kwaad en heb ik besloten toch toe te zeggen. Wat is het ergste dat me kan overkomen? Dat ik als de ‘Slechtste Oscarpresentator Aller Tijden’ door het leven zal gaan? So fucking what!

127 HOURS

Vanaf 16/2 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

‘Sinds ik vlieglessen volg, ben ik me uiterst bewust van mijn eigen sterfelijkheid – met de nodige introspectie tot gevolg.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content