008 OP 10

DANIEL CRAIG maakt het weer bont in SPECTRE.
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Na Skyfall mikt Sam Mendes opnieuw in de Bondroos met Spectre, een uitstekende joyride door 007’s privé- en filmverleden.

‘If you don’t leave now, we’ll die together’, hijgt Monica Bellucci tegen Daniel Craig in de hooguit vier minuten schermtijd die ze als Bondgirl – excuus: Bondwoman – krijgt in aflevering 24 van de spionnenfranchise. Zij speelt de kersverse weduwe van een huurmoordenaar, hij kruipt voor de vierde keer in de huid van Ian Flemings ultieme jongensfantasie. Maar geen paniek: tot een begrafenis komt het niet – toch niet tot de zijne. En ook nu weet 007 zich uit alle heikele posities te wringen en op dik twee uur tijd de kapitalistische wereld uit de klauwen van megalomane schurken te redden. In casu die van de Special Executive for Counter-intelligence, Terrorism, Revenge and Extortion, of kortweg Spectre, een misdaadsyndicaat voorgezeten door de mysterieuze Franz Oberhauser (Christoph Waltz).

Inderdaad: van de 300 miljoen dollar die in Spectre werd gepompt, ging het gros als vanouds niet naar de scenario-afdeling. Wie een goed verhaal wil, moet rond een kampvuur gaan zitten. En wie dieptepsychologie verwacht, leest beter Jacques Lacan. Dit is Bond, James Bond. En regisseur Sam Mendes, die na Skyfall (2012) voor de tweede keer 007 door alle geopolitieke gevarenzones ment, delivers the goods, zoals ze over het Kanaal zeggen. Verwacht dus ook nu een stijlvolle, haast classicistische rollercoaster, en een Bond die zowel op zijn ziel als op zijn Aston Martin de nodige blutsen krijgt.

Spectre een sequel op Skyfall noemen, is overdreven, maar de verhaallijnen die in de lucratieve voorganger werden geïntroduceerd, lopen wel door – met gadgetmeester Q 2.0 (Ben Whishaw) in een sleutelrol. Bovendien krijgt Bond, die een duister geheim uit zijn verleden en psychologe Madeleine Swann (Léa Seydoux) in de ogen mag kijken, ook nu met intriges binnen MI6 af te rekenen. Daar dreigt het 00-programma afgeschaft te worden ten faveure van een wereldwijd cyberspionagenetwerk.

‘De toekomst is digitaal’, klinkt het ook daar even dwangmatig als in de media, maar Mendes denkt daar gelukkig anders over. Hij filmde dit keer opnieuw op pellicule (met Tinker Tailor Soldier Spy-cameraman Hoyte Van Hoytema), trekt vooral de analoge, oldskool actiekaart en vertraagt en versnelt als een ervaren piloot. Tussendoor stoft hij Bonds iconische filmverleden af en worden de vier Craig-episodes via flashbacks aaneengeregen, alsof de blonde Bond effectief op het punt staat om, negen jaar na Casino Royale, zijn licence to kill opnieuw in te leveren.

Bovendien schiet ook de rest voorbij als een best of-Bond, met een speedboatrace op de Thames die knipoogt naar GoldenEye (1995), een trip door de Alpen die aan On Her Majesty’s Secret Service (1969) doet denken en een knokscène op een trein waarin de echo’s van From Russia with Love (1963) weerklinken. Het eerste uur behoort tot het beste wat de franchise ooit voortbracht, en zelfs al houdt Spectre het hoge niveau niet tot op het einde vol, heeft de film sowieso het beste openingsshot van de hele reeks. Dat begint in de straten van Mexico City, waar de dag van de doden wordt gevierd. De camera kronkelt tussen honderden gemaskerde figuranten, sluipt een hotellift en -kamer binnen, en houdt pas drie minuten later halt op het dak, waar 007 mag doen waar hij ondertussen al 53 jaar in excelleert: snoodaards omleggen zonder daarbij zijn maatpak te kreuken.

Een uitstekend gemaakte, uiterst genietbare joyride, die je misschien niet de hele tijd shaken maar toch regelmatig stirred achterlaat.

SPECTRE ****

Sam Mendes met Daniel Craig, Léa Seydoux, Christoph Waltz, Ben Whishaw, Ralph Fiennes

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content