VUB-onderzoek schijnt licht op financiële situatie van Rembrandt

© Belga

Over de financiële situatie van de Hollandse meester Rembrandt bestaan verschillende verhalen. Onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel en Tilburg Universiteit heeft een aantal belangrijke vragen rond zijn ‘boekhouding’ kunnen ophelderen. Rembrandt blijkt een slimme ondernemer met oog voor de juridische rafelranden. ‘Maar hij was geen mastermind’, klinkt het.

In 2019 kwam het boek Rembrandts plan van historicus Machiel Bosman uit. Hierin wordt de boedelafstand die Rembrandt op 14 juni 1656 aanvroeg wegens financiële problemen afgedaan als een vooropgezet plan om zijn monumentale huis te behouden. Wat uiteindelijk niet lukte.

Onlangs uitte professor insolventierecht Bob Wessels kritiek op de theorie in zijn boek Rembrandt’s Money. Die kritiek is gebaseerd op de theorie van VUB-onderzoekers Dave De ruysscher en Marco in ’t Veld. Hun stelling is dat een boedelafstand zeer onwaarschijnlijk is. Bovendien is hier geen basis voor in de bronnen.

De ruysscher en in ’t Veld tonen dit aan door twee aspecten te belichten. Ze keken hoe het juridisch werkelijk gesteld was met het huis van Rembrandt. Door een achterstallig betaling ontstond blijkbaar een schimmige situatie.

‘In werkelijkheid is Rembrandt slechts voor de helft eigenaar geworden en heeft hij vruchtgebruik over de andere helft, die krachtens het testament van Rembrandts toenmalige vrouw aan Titus toekomt’, verklaren de onderzoekers.

Nadien ging de financiële situatie van Rembrandt verder achteruit. Zo wees hij het huis toe aan zijn 14-jarige zoon Titus om zo in te staan voor de schulden aan zijn zoon. Het huis werd uiteindelijk door de nieuwe voogd van zijn zoon verkocht om Titus’ schuld te verheffen. Van een vooropgezet plan was uiteindelijk geen sprake.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content