The Art of War in kazerne Dossin: ontaarde artiesten maken kunst van de oorlog

Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Knack-cultuurredacteur Jan Braet bezocht de expo The Art of War in de Mechelse Dossinkazerne. ‘Twee doodshoofden converseren met elkaar, terwijl James Ensor ze een kwarteeuw eerder nog liet ruziën om een haring.’

Duitse oorlogsvrijwilligers zijn de merkwaardige hoofdfiguren op een expo in een museum dat de door nazi-Duitsland georganiseerde uitroeiing van de Joden memoreert. Otto Dix zat vanaf 1914 aan het kanon op de slagvelden van de Somme. George Grosz kon zich slechts even onderscheiden, aangezien hij in 1915 om gezondheidsredenen uit het leger werd ontslagen, terwijl Max Beckmann als medisch vrijwilliger aan de slag ging in Oost-Pruisen en Vlaanderen, eer hij door een zenuwinzinking moest afhaken. Grafische werken van Dix en Grosz domineren een tentoonstelling over The Art of War, uitgerekend in de Mechelse kazerne Dossin vanwaar tijdens WO II 25.484 Belgische Joden met de trein naar de concentratiekampen vertrokken.

De kunst van de oorlog laat zich alleen met afschuw bekijken.

Heeft het memoriaal, museum en documentatiecentrum over de Holocaust en mensenrechten het geweer van schouder veranderd, dat het oorlog niet langer aanklaagt maar verheerlijkt? Voor deze expo gaat het uit van de verhandeling De kunst van het oorlogvoeren door Sun Tzu (5e eeuw v.C.). Nu is het bijzondere aan deze Chinese generaal en militaire strateeg dat hij de hoogste uitmuntendheid toekende aan degenen die ‘het leger van de vijand onderwerpen zonder strijd’.

HUILENDE VROUW (1914) van Max Beckmann. Oorlog spaart de moeders niet.
HUILENDE VROUW (1914) van Max Beckmann. Oorlog spaart de moeders niet.© Coll. Galerie Ronny van de Velde

Ook niet evident is dat de eerder vermelde Duitse kunstenaars-oorlogsvrijwilligers na hun grote ontnuchtering uitgroeiden tot de scherpste ontmaskeraars van de krijgswaanzin en zijn desastreuze gevolgen voor de samenleving. Zozeer, dat Dix en Beckmann hun baan kwijtspeelden en als makers van Entartete Kunst werden veroordeeld toen de nazi’s eenmaal het heft in handen hadden genomen. Grosz werd eveneens ‘ontaard’ verklaard, maar had in 1933 wijselijk de wijk genomen naar de Verenigde Staten.

Ik vermoed dat ex-kanonnier Otto Dix niet eens zo’n superpacifist was toen hij, vijf jaar na zijn traumatiserende krijgservaringen, de etsenbundel Der Krieg uitbracht, vijftig prenten waarin het gebeuren in en om de loopgraven met ijzige precisie en hallucinerende kracht gegrift is. Maden komen uit de holtes van oogkassen, mond en neusgaten van een ontvleesd hoofd, en vlechten een kroon op de schedel. Staande, dode soldaten vormen een kring in het spooklandschap, zoals bij de Dead Troops Talking van Jeff Wall zeventig jaar later. Twee doodshoofden converseren met elkaar, terwijl James Ensor ze een kwarteeuw eerder nog liet ruziën om een haring. Het kadaver van een paard, met de poten omhoog in een veld, zou Berlinde De Bruyckere inspireren.

George Grosz van zijn kant tekende de lijken die hij langs verlaten wegen tegenkwam tijdens z’n korte doortocht aan het front, en ging zich later toeleggen op felle karikaturen van potsierlijke militaire chefs, brutale kapitalisten en het armoe lijdende volk, dat de ene vernedering na de andere onderging.

Wat oorlog aanricht bij de burgerbevolking geeft de term The Art of War zijn meest wrange bijklank. Dix, weer hij, tekende een irrsinnig geworden vrouw die in haar blote borst knijpt terwijl haar zuigeling stil ter aarde neerligt met een gat in zijn hoofdje. Zulke dingen laten zich alleen met afschuw bekijken, reden waarom velen ook de ijskoude presentatie van de Holocaust in de vaste collectie van kazerne Dossin liever ontlopen.

Is de simpele prent van een Huilende vrouw door Max Beckmann dan zoveel draaglijker? Het verdriet van de schoonmoeder van de kunstenaar over haar gesneuvelde zoon laat zich allicht makkelijker delen met anderen, met iedereen. Zo ook met de Iraanse vrouwenrechtenactiviste Darya Safai, blijkens haar getuigenis aan de expowand. Ze beschrijft een moeder, de hare, die niet weet of haar gevangengenomen kind dood is of niet, en die het later, aan de grens tussen Iran en Turkije, moet laten gaan in de wetenschap dat ze het nooit meer zal terugzien?

Tot 1 juli.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content