Robert Devriendt: een hedendaagse Vlaamse Primitief

© Valentina Colonna-Preti

Met zijn minuscule schilderijtjes brengt Robert Devriendt de Vlaamse Primitieven in herinnering.

Hij heeft altijd bewondering geoogst voor zijn fijn gepenseelde schilderijtjes met hun doortrapte reproducties van exotiek en romantiek, kunst en kitsch.

Iets van zelfironie was nooit weg. Zonsondergangen met oranjeroze hemels boven machtige bergketens voerde hij uit op luttele vierkante centimeters. Briljant suggereerde hij het gevaar van een solitair roofdier, dat steevast opgezet bleek.

In dit land werd zijn werk wel vaak getoond, maar tot in den treure slechts als een passage in een groepstentoonstelling. Nogal wat Belgische mid-carreer kunstenaars verkeerden in zijn geval. Het jonge museum M in Leuven verkondigde het gat te willen dichtrijden. Het bracht grote solopresentaties van Jan Vercruysse en Philippe Van Snick. Ook de derde in de rij, Robert Devriendt (55), mag eindelijk enkele registers opentrekken, maar moet het alsnog stellen zonder boek.

Instincten

Het is niet omdat hij een atelier in Brugge heeft dat hij de traditie van de Vlaamse Primitieven moest inhaleren, maar Devriendt speelt het toch klaar om levendig te herinneren aan hun liefde voor het detail, het glanzende object, het licht dat door zijn reflecties vorm geeft aan de dingen. Je eigen nekharen komen overeind als je die van een personage van Devriendt zo haarfijn ingeplant ziet; als je het wit van de ontzetting ziet in het oog van een geschonden gezicht, of het weerzinwekkende goedje op de tong van een geblinddoekte. Het is een kwestie van seconden eer de aura van de Primitieven plaatsmaakt voor een postmoderne hel.

‘Victimes de la Passion’ zo heet de expo, naar de toenemende belangstelling van de schilder voor wat er gebeurt wanneer beschaafde lui in alle intimiteit hun roofdierachtige instincten op elkaar loslaten.

Dwaalwegen

Zoals de Primitieven verdeelt Devriendt zijn verhaal over verschillende luiken. Alleen bestaat het bij hem uit losstaande fragmenten. Elke toeschouwer mag er zijn eigen versie van ijken. Uit hoe meer delen een werk bestaat, hoe moeilijker dat gaat, bij gebrek aan spanningsopbouw.

Bij de meest recente werken is aan dat euvel verholpen. Soms ontstaat er zelfs een sequentiële beweging tussen de delen (een wijzende vinger die doorloopt bijvoorbeeld), wat de samenhang bevordert. Tot de ontwikkeling van een plot komt het niet.

De schilder roert in de stilstaande plas van de instincten en mikt als fetisjist op de sensuele aantrekkingskracht van het geschilderde object, niet op een story. De eigen hand is slechts discreet zichtbaar: Devriendt kiest voor de fotografische blik en variërende camerastandpunten – van panoramisch shot tot extreme close-up. Hier is een kunstenaar aan de slag die de kijker op dwaalwegen brengt. Elk op de zijne, maar in hetzelfde bos, zoals de filosoof Martin Heidegger dacht.

Jan Braet

Victimes de la Passion, nog tot 16 januari 2011 in het Leuvense museum M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content