Openluchtmuseum Middelheim (terecht) in feest

© Joris Casaer

Het Openluchtmuseum Middelheim, waarschijnlijk het grootste openluchtmuseum in Europa, is aan een nieuw leven begonnen.

Tijdens het Pinksterweekend was het Openluchtmuseum Middelheim terecht in feest. De oppervlakte groeide met vijf hectare, er werd een nieuw paviljoen (het huis) in gebruik genomen en de collectie werd herbekeken. Ruim 30 hectare park is nu beschikbaar voor het patrimonium en tijdelijke tentoonstellingen. Waarschijnlijk is het nu het grootste openluchtmuseum in Europa.

Het begon allemaal in 1950 toen de toenmalige creatieve burgemeester Lode Craeybeckx het initiatief nam om, in het wat verwaarloosde park Middelheim, een internationale tentoonstelling van beeldhouwkunst te organiseren. Hij vond de inspiratie in het Batterseypark bij Londen en de beeldentuin van het museum Kröller-Müller in Otterlo.

Na deze expositie groeide het idee om een permanente collectie samen te stellen en tweejaarlijks een vervolg te geven aan dit eerste experiment. Ondanks heftige tegenwerking binnen het bestuurscollege zette Craeybeckx door en werd Antwerpen een museum rijker. Na iedere Biënnale, telkens gewijd aan één land, werd een aantal beelden aangekocht en groeide de verzameling. Mettertijd ontwikkelde het kunstbeeld zich van figuratief naar abstract en naar totaal nieuwe vormen.

De filosofie dat een beeld een statisch element is dat een vaste plaats inneemt in het park moest bijgesteld worden wanneer bleek dat kunstenaars met hun werk een ruimte wilden vullen en er een dialoog mee wilden aangaan. Het museumbeleid verschoof van een receptieve naar een dynamische aanpak. Kunstenaars werden uitgedaagd om zich te meten met de monumentale natuuromgeving en gingen zoeken naar die confrontatie.

Zo ontstonden werken in situ die geïntegreerd werden in het park. Voorlopig is dat nog altijd het geval met de jongste aanwinsten van o.a. de Chinees Ai Weiwei die een bestaand bruggetje in het park recycleerde, de Zwitser Roman Singer die een reusachtige schans bouwde die de basis vormt van happenings en de Belg Philippe Van Snick die een verwaarloosde waterpartij omvormde tot een poëtische ruimtelijke installatie dicht bij het paviljoen dat architect Renaat Braem in 1969 bouwde om er de kwetsbare sculpturen in onder te brengen.

Op het terrein van het vroegere Hortiflora dat nu museumgebied werd, bouwde het architectenbureau Robbrecht-Daem een nieuw paviljoen (het huis), een open/gesloten constructie die ruimte zal bieden aan tijdelijke tentoonstellingen zoals nu met werk van Thomas Schütte.

Ook het wat verloederde kasteeltje werd onder handen genomen om er de administratieve diensten in onder te brengen, er is een originele book-shop, een brasserie en een uniek terras met bar.

Kortom, het Middelheimmuseum is aan een nieuw leven begonnen en hoopt dat het kwart miljoen bezoekers van vorig jaar nu nog zal toenemen.

Ludo Bekkers

Het museum is dagelijks gratis toegankelijk tot zonsondergang behalve op maandag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content