“Om surrealistisch te werken moet je gewoon honger lijden”

© Successió Miró 2011 / SABAM Belgium 2011

De expo op de Kunstberg zet de poëtische kwaliteiten van Joan Miro in de verf.

Na de succesvolle Ensor-tentoonstelling, die zo’n 70.000 bezoekers lokte, verwelkomt het ING Cultuurcentrum ‘Joan Miro, het palet van de dichter’. Daarvoor werkt het samen met de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en de Stichting Joan Miro uit Barcelona. Samen met Magritte, wiens museum aan de overkant ligt, dompelt Miro de Kunstberg deze lente onder in een surrealistisch sfeertje.

Centraal in de tentoonstellingsruimte staat de belangrijke reeks ‘Constellations’, een serie van 22 lithografieën die de Catalaanse kunstenaar tijdens de oorlog maakte bij het boek van André Breton. Speciaal voor de expo zijn ze opnieuw samengebracht. Toen Miro bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in het Normandische Varengeville-sur-Mer verbleef, begon hij aan de reeks.

Inspiratie voor zijn kunstwerken, waarin het wemelt van typische Miro-motieven zoals sterren, ladders, vrouwen en vogels, haalde hij in de muziek en de natuur. Deel twee en drie ontstonden respectievelijk in zijn atelier in Palma de Mallorca en Barcelona, de plaatsen waar vandaag een Miro-museum gevestigd is. Beide gebouwen zijn ontworpen door de bevriende architect Josep Lluís Sert.

Later creëerde Miro begeleidende kunstwerkjes voor de bibliofiele uitgaven van ‘Parler seul’ van Tristan Tzara en ‘A toute épreuve’ van Paul Eluard. En voorzag hij enkele haiku’s, namelijk korte gedichten over de seizoenen met een eenvoudige toon, van een visueel begeleiding.

Trance

Maar Miro zijn liefde voor de poëzie blijkt ook uit zijn bijzondere titels, zoals bijvoorbeeld ‘Nachtelijke figuren volgen het lichtende slakkenspoor’ en uit werkjes zoals ‘L’été’ (1937), waarin hij teksten integreerde. Dat is niet zo verwonderlijk, als je weet dat het surrealisme uit een literaire beweging voortvloeide. Bovendien had de ontmoeting met de surrealistische dichters in de Parijse Rue Blomet een grote impact op Miro.

Net als de schrijvers ging Miro volgens surrealistische principes zoals associaties, collages en de écriture automatique te werk. “Om surrealistisch en volgens de écriture automatique te werken moet je gewoon honger lijden. Dan heb je geen drugs nodig om in trance te komen”, zei Miro daarover.

Zoektocht

Hoewel de latere werken vrij abstract overkomen, vond Miro zelf het ronduit een belediging als iemand hem een abstract kunstenaar noemde. En het moet gezegd: door de poëtische titels behield Miro inderdaad een zekere band met de realiteit. Toch haalde hij voor ‘Vrouw gewikkeld in de vlucht van een vogel’ (1980) inspiratie bij de dripping techniek van Jackson Pollock, dé Amerikaanse abstract expressionist bij uitstek.

Daarnaast liet hij zich inspireren door de Catalaanse Romaanse schilders en door de prehistorische vondsten in Catalonië. Zowel in zijn schilderijen als sculpturen balanceert zijn vrouwbeeld dan ook op de grens tussen de moedergodin en de hoer. Net als voor zijn schilderijen gaat Miro ook in zijn sculpturen vaak erg associatief te werk. Zo bouwt hij ze meestal op uit gevonden voorwerpen, die hij tot een nieuw werk assembleert. Soms laat hij die beelden later in brons gieten. Zoals bij het werk ‘Figuur’ (1967) beschildert hij die bronzen versies later soms zelfs. Het getuigt van Miro zijn voortdurende zoektocht naar innovatieve technieken en materialen.

Op Brusselse wijze

Hoewel de meeste werken van net voor de Tweede Wereldoorlog dateren, begint de expo met een aantal schilderijen uit de jaren twintig. Op die manier willen de tentoonstellingsmakers het ontstaan van de typische motieven en het afstand nemen van de realiteit beter duiden. Daarom integreerden ze de drie werken van Miro uit Belgisch museaal bezit. Op die manier geven ze de expo, die eerder al in Pisa te zien was, een Brussels tintje.

Zo opent de tentoonstelling met ‘Spaanse danseres. Olée’ (1924), een werk uit de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Ook ‘Schilderij (Circuspaard)’ (1938) en ‘Schilderij (Hoofd van een roker)’ (1924), beide eigendom van het Museum van Elsene, stammen uit de jaren twintig.

Met ‘Miro, het palet van de dichter’ willen de KMSKB volgens directeur Michel Draguet tonen dat ze, ondanks de recent aangekondigde sluiting van het museum voor moderne kunst, willen blijven inzetten op de kunst van de 19e en 20e eeuw.

Elien Haentjens

Joan Miro, het palet van de dichter, tot 19 juni in het ING Cultuurcentrum op de Brusselse Kunstberg. Op de benedenverdieping van de expo richtte de vzw Art Basics for children (ABC) een atelier in. Al worden ook ouders er uitgedaagd om hun eerste stappen in de voetsporen van Miro te zetten. Bovendien verschijnt bij de expo een gelijknamige catalogus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content