‘In Antwerpen leven veel ezelmensen’ (Anne-Mie Van Kerckhoven)

© Filip Van Roe

Duivelskunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven maakte acht reusachtige werken voor het MAS, eentje voor elke verdieping.

Duivelskunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven (59) maakte acht reusachtige werken voor het MAS, eentje voor elke verdieping. Op hedendaagse digitale landschappen traceert zij eeuwenoude verhalen.

Eindelijk kan ik eens iets doen voor mijn stad’, zegt Anne-Mie Van Kerckhoven, tekenares en schilderes, en een pionier in de toepassing van hedendaagse digitale technieken in de kunst. ‘En dan ook nog in samenwerking met een hoop jonge creatievelingen, iets wat ik al heel lang wilde doen.’ Het MAS-project is meteen ook haar grootste tot dusver. Ook letterlijk.

Acht lichtwanden langs de roltrappen, één op elke verdieping van het MAS, zullen minstens twee jaar bedekt worden met ‘digitale landschappen’ van Van Kerckhovens hand. Omvang: 3 op 9 meter. Bovendien loopt er vanaf 15 mei een expo over deze werken in het Museum Plantin-Moretus, met bijbehorend boek. En in september krijgt ze een grote overzichtstentoonstelling in Chicago. Op haar 59e timmert Anne-Mie Van Kerckhoven meer dan ooit aan haar lokale en internationale carrière.

Dit is een monsteronderneming geworden. Welk totaalconcept zit erachter? ANNE-MIE VAN KERCKHOVEN: Mijn basisidee was om digitale landschappen te maken, vertrekkend van de horizonlijn van de stad rondom het MAS, die telkens zakt als je een verdieping hoger gaat. Ik heb op elke etage foto’s genomen van het uitzicht: op het centrum van de stad als je naar het zuiden kijkt, op Linkeroever in het westen, op Park Spoor Noord in het noorden… Op basis van die foto’s heb ik kleurensyntheses gemaakt met de computer. Die digitale landschappen waren oorspronkelijk abstracte kleurenvlakken, zonder meer. Om die in te vullen en er een echt verhaal van te maken, ben ik in het Museum Plantin-Moretus op zoek gegaan naar interessante tekeningen uit oude, zestiende-eeuwse boeken.

Uiteindelijk heb ik vooral geput uit Hieroglyphica, seu De Sacris Aegyptiorum, aliarumque gentium literis commentarii van Joannes Pierus Valerianus (1556), een boek met emblemata dat in die tijd erg populair was. Emblemata waren eigenlijk massamedia avant la lettre: het zijn prentenboeken met een woordje uitleg erbij, vaak uitbeeldingen van spreuken, gemaakt voor de modale mens.

Hoe ben je daaruit gaan selecteren?

VAN KERCKHOVEN: Valerianus’ emblemata zijn voorzien van Latijnse onderschriften, die ik samen met Kristof Selleslach, medewerker bij het Museum Plantin-Moretus, heb vertaald. Vreemd genoeg kwamen we aan de hand van die tekstjes bijna niets te weten over de betekenis van de emblemata. Ik ben ook geen historicus, hé.

Voor de selectie ben ik dus afgegaan op mijn intuïtie. Als ik naar mijn gevoel genoeg over één beeld wist, begon ik aan het volgende. Ik ben ze beginnen over te tekenen, omdat ik niet wist of ik ze mocht fotograferen. Ik merkte al snel dat daar te veel tijd in zou kruipen – en blijkbaar was het wel toegelaten om er foto’s van te nemen, zonder flits welteverstaan.

Zitten er nog andere visuele elementen verstopt in de MAS-werken?

VAN KERCKHOVEN: Net als in de oude Egyptische literatuur, waarin bepaalde zinnen vaak herhaald worden, heb ik gebruik gemaakt van steeds weerkerende vormen. Zo komen in een aantal van deze werken vier bollen terug, die refereren naar de vier oerelementen: aarde, water, lucht en vuur.

Ook de contouren van een vluchtende figuur komen meermaals in het stuk voor. Als je alle werken naast elkaar zou leggen, zou je een soort animatiefilmpje krijgen. Voorts fungeert de horizonlijn als een toonbalk, met al die verschillende emblemata, vormen en figuren als muzieknoten die een verhaal vertellen.

Deze lichtwanden zijn duidelijk anekdotischer en verhalender dan je vroegere werk.

VAN KERCKHOVEN: Klopt. Dat is de invloed van de jongeren van het project ‘MAS in jonge handen’ (die door Van Kerckhoven begeleid werden en van wie ook werken muren en plafonds van het museum sieren, nvdr). Ze waren met meer dan honderd: kinderen uit zeer artistiek gerichte scholen, maar ook pas gearriveerde nieuwe Antwerpenaartjes en regelrechte probleemjongeren.

Ik heb hen in groepjes van tien uitgenodigd in mijn atelier in Borgerhout, en hen inzage gegeven in mijn creatief proces – iets wat ik doorgaans niet doe. Ze kregen de eerste versies van mijn digitale landschappen te zien. Hun reactie was: ‘Bah, dat vinden wij eigenlijk heel lelijk.’ Maar de figuurtjes van de emblemata vonden ze wel grappig. Daardoor heb ik die nadien nog explicieter op het voorplan geplaatst.

Kun je jouw MAS-werken een eigentijdse variant op Picasso’s Guernica noemen? Dat is ook zo’n reusachtig concept, met een massa voorstudies, en inhoudelijk een explosieve cocktail van abstractie en geschiedenis, in dat geval oorlogsdramatiek.

VAN KERCKHOVEN: Dank voor het compliment. De Guernica is dan ook een van de beste werken die ik in mijn leven heb gezien. Ja, ik heb ook alles wat me tijdens het werken te binnen schoot op papier gezet: honderden varianten van de digitale landschappen, waarom ik bepaalde emblemata gekozen heb, wat hun oorspronkelijke betekenis was… En die werken zeggen naar mijn mening ook iets over wat er verkeerd gaat in de huidige maatschappij.

Een voorbeeld: het emblema van de ezelmens komt in een van de werken voor, niet toevallig. Bij Valerianus is de ezelmens het nurkse, koppige menstype dat zich weigert aan te passen aan een nieuwe omgeving. Sorry hoor, maar dat kun je dus zeggen van sommige Marokkanen in Antwerpen – ik woon in Borgerhout, als vrouw word je hier wel eens belaagd of beledigd door een bende ezels – maar evengoed van sommige Antwerpenaren. (lacht) In Antwerpen leven met andere woorden veel ezelmensen.

Michael Ilegems

De tentoonstelling ‘Inzichten en vergezichten’ met Van Kerckhovens ontwerpen voor het MAS is van 15 mei tot 28 augustus te bezoeken in het Museum Plantin-Moretus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content