De ontstaansgeschiedenis van de volkstoren

© Knack Extra

Het MAS kende een lange ontstaansgeschiedenis. Een overzicht.

‘Op deze plek had een winkelcentrum kunnen staan’, zegt oud-schepen van Cultuur Eric Antonis, uitkijkend op de Hanzestedenplaats. Met een studie van de UGent wist hij het stadsbestuur te overtuigen van de plannen voor het MAS. Nu kan de Antwerpenaar hier de ’toren van het volk’ beklimmen.

De deels verborgen voorgeschiedenis van het MAS begint bij het masterplan voor de stedelijke musea van architect Stéphane Beel. Met zijn ingrepen slaagt hij erin de toegankelijkheid daarvan te verbeteren, maar voor een aantal instellingen vindt hij geen deugdelijke oplossing.

Antonis: ‘Het Volkskundemuseum zat verborgen achter het stadhuis, het Etnografisch Museum viel niet te restylen en bij het beschermde Vleeshuis waren de onmogelijke draaitrappen het obstakel. Xaveer de Geyter maakte daarop een plan om de eerste verdieping van het Vleeshuis via een schuine lift te verbinden met een nieuwbouw op de plaats van het Badhuis. In deze constructie zouden we diverse collecties samenbrengen om de geschiedenis van de stad te vertellen. Maar op de gemeenteraad kreeg De Geyter niet de kans een woord te zeggen, het was een regelrechte oorlog. Ik kon niet anders dan het plan afvoeren.’

Shopping

Daarop bestelt Antonis een studie bij de UGent, die de ideale plek voor een stadsmuseum op de Hanzestedenplaats situeert. Met dat toekomstige museum als een hefboom voor de ontwikkeling van het Eilandje.

Volgens Antonis ziet een van de schepenen daar liever een groot en lucratief shoppingcenter verschijnen. ‘Als schepen van Monumentenzorg kon ik dat verijdelen door te verwijzen naar het beschermd havengebouwtje dat zich daar bevindt.’ Maar dat betekent niet dat havenschepen Leo Delwaide veel zin heeft om de kostbare gronden te laten gaan. ‘Met Frank Gehry als architect zag hij het uiteindelijk wel zitten, maar ik wilde van Antwerpen geen tweede Bilbao (waar Gehry het Guggenheimmuseum ontwierp, nvdr) maken.’

Uiteindelijk raakt het schepencollege het in 1998 eens over de oprichting van een museum op de Hanzestedenplaats, dat de collecties van het Volkskundemuseum, het Nationaal Scheepvaartmuseum en een deel van het Vleeshuis zal bevatten. Op dat moment valt voor het eerst de naam MAS. De stad zal ongeveer 22 miljoen euro vrijmaken, de Vlaamse overheid zegt een vergelijkbaar bedrag toe.

Een internationale jury met Bob Van Reeth als voorzitter kiest uiteindelijk voor het ontwerp van Neutelings-Riedijk. ‘Het project van bijvoorbeeld Tadao Ando was ook heel mooi, maar het nam de hele Hanzestedenplaats in’, aldus Antonis. ‘Neutelings ging de hoogte in, waardoor je geen slot op de stedenbouwkundige ontwikkeling errond zette.’

Inhoudelijk gedefinieerd

Midden 2004 lost Philip Heylen Antonis af als schepen van Cultuur. Samen hebben ze Carl Depauw, conservator van het Rubenshuis, overtuigd om het MAS te leiden. ‘Maar in de begroting van de Vlaamse regering stond het toegezegde bedrag nog altijd niet ingeschreven’, zegt Heylen. ‘Dat akkoord werd pas eind 2005 definitief, zodat we in september 2006 de eerste steen konden leggen. Op dat moment moest ik nog 14 miljoen euro extra zien te vinden.’

‘Een bron van inkomsten zijn de ruim drieduizend metalen handjes op de gevels van het MAS, waarvan er nu een derde voor 1000 euro per stuk verkocht zijn. In de periode 2005-2006 hebben we het MAS ook inhoudelijk gedefinieerd. We hebben ervoor gekozen alles wat met muziek te maken heeft in het prachtige Vleeshuis te laten. Tegelijk hebben we besloten de etnografische collecties en de precolumbiaanse verzameling van Dora Janssen wel in het MAS onder te brengen.’

Columbus

Heylen verdedigt die laatste – bekritiseerde – beslissing nog steeds: ‘Antwerpen is altijd een poort naar de wereld geweest, voor goederen en personen, in beide richtingen.’ Ondernemers die naar verre oorden trokken, begonnen te verzamelen. ‘En toen Columbus de Nieuwe Wereld ontdekte, kwam alle informatie naar Antwerpen om gedrukt en verspreid te worden. Ook dat verhaal moeten we vertellen.’

De sluiting van het Etnografisch Museum kwam de stad financieel goed uit, zo geeft Heylen toe. ‘Samen met die van het Volkskundemuseum levert dat zowat 7 miljoen euro op. Vier bedrijven die zich founder van het MAS mogen noemen, zorgen voor nog eens 3,2 miljoen euro. Ik ben nu volop bezig met hoofdsponsors, zodat het financiële plaatje op termijn rond zal zijn.

‘Ik ben heel blij dat we de Antwerpenaren en de rest van de wereld straks kunnen laten zien waar deze stad voor staat’, besluit Heylen. ‘Weet u dat het meer dan honderd jaar geleden is dat we een dergelijk project tot een goed einde hebben gebracht? Dat is fantastisch.’

Eric Bracke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content