Met ‘Centre Pompidou mobile’ wil de directeur kunst voor iedereen toegankelijk maken.
Een jaar na de opening van het Centre Pompidou Metz pakt het museum opnieuw uit met een nieuwigheid: Centre Pompidou nomade. Met dat kleine, rondreizende museum wil de directeur van het Centre Pompidou, Alain Seban, kunst naar mensen brengen die zelf moeilijk hun weg naar het museum vinden. “Een wereldpremière”, volgens Seban.
Volgens Seban hebben meesterwerken van de moderne kunst nooit eerder in een zwervende structuur rondgereisd. Van bij zijn aantreden als directeur van het Centre Pompidou in 2007 is Seban al bezig met de realisatie. In oktober opent het museum eindelijk de deuren voor het publiek.
Het museum zal in alle uithoeken van Frankrijk neerstrijken, zodat de plaatselijke bevolking er gratis kan proeven van de kunst. Eerste halte is Chaumont, een klein stadje bij Parijs waar het museumpje vanaf oktober drie maanden staat. Daarna slaat het mobiele museum zijn tenten nog op in onder andere Cambrai, Boulogne-sur-Mer, Le Havre en Aubagne.
Als vorm koos architect Patrick Bouchain voor een structuur die op een kermis- of circustent lijkt. Het museum bestaat uit drie bouwelementen van aluminium en staal, die bedekt worden met een gekleurde doek. Samen met Loïc Julienne won Bouchain de internationale wedstrijd voor het project, onder andere omwille van de lage kostprijs van het project. Ter vergelijking: de montagekost van het Mobile Art Pavilion van Zaha Hadid, dat intussen een vaste stek gekregen heeft bij het Institut du Monde Arabe in Parijs, lag al ongeveer even hoog als de totaalkost van het Centre Pompidou Mobile.
Kostenplaatje
De eerste expo draait rond het thema kleur en bundelt een vijftiental moderne kunstwerken van onder andere Fernand Léger, Henri Matisse en Pablo Picasso. Ook is er een hedendaags werk van Olafur Eliasson. Mediateurs en acteurs zullen het publiek helpen de werken te ontdekken.
In totaal bedraagt de kostprijs van het mobiele museum zo’n 2,5 miljoen euro, die door de overheid en sponsors wordt betaald.
Elien Haentjens
