2016 volgens Rinus Van de Velde: ‘Op festivals of zelfs in de AB zul je mij bijna nooit zien’

Rinus Van de Velde. © Charlie De Keersmaecker

Creatief Vlaanderen maakt de balans op van het voorbije jaar. Knack Focus’ man van het jaar Rinus Van de Velde oogstte algehele bijval en 73.000 bezoekers met zijn expo Donogoo Tonka. Maar er kwam nog veel meer zijn kant uit.

RINUS VAN DE VELDE: Ja, ik ben vader geworden van een tweeling. Twee jongens. Ze zijn superbraaf en het is leuk, maar misschien wel goed dat ik nooit heb geweten hoe het is met maar één kind. (lacht) Nu, het is ook schattig, zo twee. Ze zijn een week na de opening van mijn tentoonstelling in het SMAK geboren.

Kersverse vaderschappen rijmt men niet met een druk sociocultureel leven.

VAN DE VELDE: Ik heb dus niet gigantisch veel kunnen zien, maar ik heb toch een lijstje kunnen maken. In de eerste plaats zijn me twee expo’s bijgebleven. Mika Rottenberg, in het Palais de Tokyo in Parijs: fenomenaal. Zij is videokunstenares en net zoals ik probeert ze een universum te scheppen, in haar geval door haar video’s te tonen in de installaties waarin die video’s zelf gemaakt zijn. Zo stap je een bevreemdende, surreële, verrassende wereld binnen. De andere die ik heb onthouden, is van een bevriende schilder, Armen Eloyan, in Londen. De drie grote nieuwe doeken die hij daar toonde, zijn meesterwerken voor mij. Hij is een totaal andere kunstenaar dan ik: werkt snel en naïef, kinderlijk en bruut bijna, in veel kleuren. In mijn atelier heb ik een groot werk van hem hangen en daar kijk ik veel naar, omdat er lef en attitude uit spreekt, iets waaraan ik blijvend herinnerd wil worden.

Het filmische karakter van jouw werk is onmiskenbaar.

VAN DE VELDE: Ik probeer elke zondag een film te gaan bekijken. Om geïnspireerd te raken, of te zien op welke manier een regisseur een verhaal vertelt. Mijn voorlopige favoriet van 2016 is Embrace of the Serpent, die Colombiaanse film waarin Jan Bijvoet een zieke antropoloog speelt die in de jungle op zoek gaat naar een medicijn. Die zwart-witbeelden zijn ongelofelijk straf. Om de twee minuten dacht ik: dit zou een schitterende tekening zijn. (lacht)

Kun je ook thuis van een boek of plaat genieten?

VAN DE VELDE: Ik had voor dit gesprek ook Robert Walser genoteerd, een Zwitserse schrijver van begin 20e eeuw van wie recent het boek De wandeling is vertaald. Een soort verheerlijking van de natuur, geschreven tijdens zijn dagelijkse wandelingen, op kleine stukjes papier. In een speciale stijl, heel archaïsch. Een aanrader. Die Walser is ook een bijzonder figuur, ik heb hem al vaak gebruikt in mijn tekeningen. Ik ben nu bezig in zijn Jakob von Gunten, meer een roman maar ook tamelijk geniaal.

Luister je naar muziek of de radio in je atelier?

VAN DE VELDE: Ja, maar misschien nog meer naar luisterboeken – dan kan ik twee dingen tegelijk doen. Van muziek ken ik veel minder. Ik had enkel Stuff. op mijn lijstje staan, omdat ik voor die groep een hoes heb gemaakt en hen in deSingel heb zien spelen. Ik ga niet graag naar optredens, zo rechtstaan tussen al dat volk. Op festivals of zelfs in de AB zul je mij bijna nooit zien. Maar dit was een theaterzaal. Voor mij een intiemere beleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content