‘The Matrix Resurrections’ is één lange déjà-vu

© Warner Bros

De vierde film uit de iconische The Matrix-franchise met Keanu Reeves kijkt lang in de spiegel, om tussen de waanbeelden door échte romantiek te ontdekken.

In een wereld waarin de grens tussen feit en fictie vervaagt, is een nieuwe trip door het konijnenhol dat The Matrix heet altijd spannend. De afgelopen jaren is de ‘blue or red pill’-keuze uit deze baanbrekende filmreeks van Lana en Lilly Wachowski een graag gebruikte meme geworden voor zowel conservatieve als progressieve krachten die de ‘droomwereld’ van de ‘echte’ wilde scheiden. Om de ogen van de onwetende tegenpartij te openen. En die ‘echte wereld’ was een nachtmerrie waarin mensen als een soort batterij voor artificiële intelligente wezens diende, de droomwereld de illusie die wij onze realiteit noemen. Sinds de eerste film vlak voor de millenniumwende verscheen, zijn er veel cursussen over dit gedachte-experiment gegeven.

Dat Lana Wachowski in The Matrix Resurrections ervoor kiest om die lessen achttien jaar na de laatste Matrix-film nog eens op te dissen en tegen het licht te houden, is begrijpelijk maar ook vervelend. De aanloop voelt hierdoor als één lange déjà-vu. De opening is zelfs een letterlijke remake van de ouverture van de eerste film uit 1999. ‘Een déjà-vu is meestal een glitch in de Matrix’, zei Trinity (Carrie-Anne Moss) toen al waarschuwend. ‘Het gebeurt als iemand iets aanpast.’ En die aanpassing is dat Keanu Reeves’ personage Thomas Anderson een getroebleerde gamedesigner is die ooit het populaire spel The Matrix maakte en de protagonist – Neo – op zichzelf baseerde. Zijn baas Smith (Jonathan Groff) wil die oude game nu nieuw leven inblazen.

Tegen de wil van Anderson, die constant tegen zijn demonen vecht door zijn ‘waanbeelden’ aan zijn therapeut (Neil Patrick Harris) en diens kat Déjà-vu voor te leggen. Het voorschrift voor blauwe pillen krijgt hij steevast ter afscheid van zijn sessie. Ook zijn jongere collega’s begrijpen niet meteen waarom ze zich opnieuw met de Matrix zouden moeten inlaten. ‘Waarom zou je oude code gebruiken om een nieuw spel te maken’, vraagt één van Andersons collega’s. Die bedenking zet niet enkel de deuren wagenwijd open om even Hollywoods drang naar nostalgisch knip-en-plakwerk onder de loep te nemen, het zet ook The Matrix Resurrections handig boven kritiek. Omdat het fijntjes benadrukt dat het dna van The Matrix spelen met perceptie is.

Maar waar deze franchise vroeger ook met verwachtingen speelde, voelt de vierde film in de reeks aanvankelijk als een hyperbewuste tv-serie die inzoomt op een uitgebluste, zelfs kwetsbare versie van Reeves’ iconisch rol. Bij momenten is dat grappig – zie Warner Brothers en The Matrix zichzelf eens voor schut zetten! – maar dus ook vervelend. Pas wanneer die lange, zelfbewuste introductie achter de rug is, gaat deze flitsende film op de gemanipuleerde tonen van Jefferson Airplane’s White Rabbit een konijnenhol in waar het wél leuk vertoeven is. Wachowski’s film is dan geen grappig bedoeld traktaat over realiteitsbeleving of over uitverkorenen meer, maar over liefde.

Onder de heerlijke actiesequenties en visueel vernuftige shots die gretig met zowel tijd als ruimte spelen, schuilt immers een oeroud idee van de onmogelijke liefde. En al betreedt The Matrix Resurrections daar nergens echt nieuw terrein, zelfs in een binaire, computer gegenereerde wereld worden die romantische gevoelens tastbaar. ‘Feelings make the fiction real’, klinkt het. En zo wordt dit nostalgisch knip-en-plakwerk toch nog een bijtend actueel portret van onze onderbuiksamenleving dat de kijker op de luide tonen van de Rage Against the Machine-cover Wake up in de echte wereld dropt. Of niet.

The Matrix Resurrections van Lana Wachowski met Keanu Reeves Carrie-Anne Moss, Jonathan Groff.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content