Ons oordeel over ‘Avengers: Infinity War’: hoe meer zielen, hoe meer spektakel

© /

Zelfs superhelden doen aan carrièreplanning. Nadat Marvel jarenlang een kruimelspoor richting deze ensemblefilm maakte, dwingt de studio met zijn hele superheldenplakboek in Avengers: Infinity War loonsverhoging af. Samen sterk?

Anthony Russo en Joe Russo met o.a. Robert Downey Jr., Scarlett Johansson, Chris Pratt en Zoe Saldana

Hoe gigantisch het Marveluniversum het afgelopen decennium ook werd, in Anthony en Joe Russo’s Avengers: Infinity War valt het met de omvang ervan wel mee. Zo kruist de jonge Peter Parker/Spider-Man (Tom Holland) bijna toevallig Tony Stark/Iron-Man (Robert Downey Jr.) tijdens zijn schoolreis naar het MoMA en is Peter Quill (Chris Pratt) en zijn Guardians net op the right place en the right time – als die zegswijze tenminste ook in de ruimte opgaat – om Thor (Chris Hemsworth) ergens in het heelal op te pikken. Nadat superschurk Thanos (Josh Brolin) de godenzoon knock out slaat, zwermt hij immers samen met een heleboel anderen in het heelal om uiteindelijk tegen de voorruit van Quills schip te smakken. Hoe groot is de kans?

Uiteindelijk verliest u003cemu003eAvengers: Infinity War u003c/emu003ezich toch nog in dezelfde oppervlakkigheid waarin veel superheldenfilms zich wentelen.

Om heel het superheldenplakboek van Marvel aan bod te laten komen, moet de kijker heel wat narratieve gemakkelijkheidsoplossingen door de vingers kijken. Daar vragen scenaristen Christopher Markus en Stephen McFeely – die ook het scenario van Captain America en Thor pende – doorheen de film ook knipogend vergiffenis voor, zoals die keer dat Spider-Man zich in volle strijd niet meer herinnert welke superheld hij aan het redden is of wanneer de Hulk (Mark Ruffalo) zich verward afvraagt waarom er zowel een Ant-Man als een Spider-Man bestaan.

Met zoveel helden is het onmogelijk om alles te begrijpen, laat staan dat je iedereen even subtiel in het verhaal kan schrijven. Toch lukt het Markus, McFeely en de Russo-broers aardig om de schermtijd tussen de verschillende helden te delen, al gaat dat volledig ten koste van diepgang. Wie een uitgewerkte superheld wil zien, moet de standalone-films van Iron Man, Thor, Captain America of Black Panther maar bekijken.

Hoewel de Russo-broers een uurtje worstelen om de meeste personages in het verhaal te passen – het serieuze Avengers-leven botst aanvankelijk stevig met de komische Guardians-stijl – vinden ze uiteindelijk toch de juiste toon en ritme. Dat het verhaal bewust klein wordt gehouden, helpt. De oneindige oorlog wordt opgebroken in zes eenvoudige bouwstenen: de infinity stones. Die wil Thanos bemachtigen om over het universum te heersen, net zoals Voldemort in Harry Potter and the Deathly Hallows gruzielelementen wil bemachtigen.

Maar wanneer de helden uiteindelijk beseffen dat ze tegen dezelfde vijand vechten, verliest Avengers: Infinity War zich uiteindelijk toch nog in dezelfde oppervlakkigheid waarin veel superheldenfilms zich wentelen.

Het verhaal verschuift helemaal naar de achtergrond om plaats te maken voor stuurloze kinetische energie. Tijdens de epische gevechten maakt het zelfs niet uit wie wie mept, zolang de kijker maar gevloerd wordt. Daar is natuurlijk niets mis mee. Maar als Kevin Feige – de architect achter deze lucratieve filmfranchise – tien jaar lang naar deze tweeëneenhalf uur durende showreel heeft toegewerkt, valt te vrezen dat er de komende tien jaar vooral extravagante space soap opera’s te zien zullen zijn: hoe meer zielen, hoe meer spektakel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content