Natuurdocu ‘Gunda’ toont hoe het voelt om een biggetje te zijn

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Viktor Kossakovsky snuffelt in het leven van een zeug en haar biggen in de bedwelmende natuurdocumentaire Gunda. ‘Een film om een bad in te nemen’, aldus Paul Thomas Anderson.

‘Life is a pigsty’, croonde de minzame misantroop Morrissey al, en dat motto lijkt ook de Russische documentairemaker Viktor Kossakovsky te onderschrijven met deze fascinerende zwart-witdocumentaire, zij het dan met veel liefde en empathie voor de varkens in kwestie. Gunda dompelt je op een pure, louter cinematografische manier onder in wat er leeft in en rond een varkensstal. Maar dan zonder woorden, zonder mensen, zonder muziek en zelfs zonder kleuren.

Gunda is geen natuurdocumentaire die je per se iets wil doceren over de agro-industrie, of die beesten tracht te vermenselijken, ook al blijft Gunda’s intens blanke blik na het rollen van de credits je nog lang bij en werpt de film onvermijdelijk vragen op over hoe mens en dier zich tot elkaar verhouden. Kossakovsky, die eerder over dezelfde kwesties mediteerde in bekroonde docu’s als Vivan las antipodas (2011) en Aquarela (2019), houdt zijn camera op snuithoogte, maar dan op een discrete, observerende afstand, om je in eerste instantie een idee te geven van hoe het voelt om een varken te zijn.

Het zowel bedwelmende en bevreemdende als cerebrale en manipulatieve u003cemu003eGundau003c/emu003e is hoe dan ook een delicatesse voor elke cinefiel.

Het begint bij het meditatieve openingsshot, waarin zowel de film als Gunda en haar biggetjes in de stal ontwaken, en eindigt onvermijdelijk tragisch op precies dezelfde plek. Tussendoor rolt Gunda in de modder, hoor je haar knorren en zie je haar twaalf biggetjes langzaam groter worden. Ook een eenpotige kip en een kudde koeien passeren in slow-motion de revue, al zijn dat nodeloos esthetiserende passages die je enigszins uit Gunda’s leefwereld trekken.

Nu is Kossakovsky uiteraard niet de eerste die een film maakt over en met boerderijbeesten. Robert Bresson draaide Au hasard Balthazar (1966) met een ezel. Er waren de Hollywoodavonturen van George Millers biggetje Babe. En Andrea Arnold stelde onlangs in Cannes haar eerste documentaire Cow voor. Die zoomt op een soortgelijke, woord- en muziekloze manier in op een koe. Een beter referentiepunt voor Gunda lijkt Nikolaus Geyrhalters even fraai geschoten Our Daily Bread te zijn, een klinisch precies gemonteerde en ambivalente doorlichting van de vleesindustrie. Kossakovsky toont weliswaar geen enkele slachting, maar laat op de achtergrond – tussen het ruisen van de wind en het geknor en geloei – wel hier en daar machinale geluiden doorsijpelen.

Als kijker blijf je je altijd wel ergens bewust van het lot dat de speelse, instinctieve, volstrekt amorele en door een drukkende existentiële leegte omringde personages te wachten staat, zodat het hartverscheurende einde misschien wel nog harder binnenkomt. ‘This beautiful creature must die a death for no reason. And death for no reason is murder’, zong Morrissey ook al, maar of je nu een vegetariër bent of varkenswangetjes lust: het zowel bedwelmende en bevreemdende als cerebrale en manipulatieve Gunda is hoe dan ook een delicatesse voor elke cinefiel. Joker-acteur Joaquin Phoenix was zelfs zodanig ontroerd dat hij de film adopteerde als uitvoerend producent.

Gunda

Viktor Kossakovsky met Gunda

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content