BOURNE TO BE ALIVE

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Paul Greengrass haalt superspion Jason Bourne na negen jaar terug uit retraite voor een actiethriller met ups en downs.

Na negen jaar afwezigheid beukt Jason Bourne zich opnieuw de bioscopen binnen om dan toch een vervolg te breien aan de hitfranchise die van Matt Damon een actiester en van de shaky cam voor even de standaardstijl voor blockbusters maakte. Veel gras laat guerrillafilmer Paul Greengrass, na The Bourne Supremacy (2004) en The Bourne Ultimatum (2007) aan zijn derde missie toe, er niet over groeien. Nog voor je jezelf hebt afgevraagd waar de losgeslagen spion al die tijd heeft gezeten en wat hij ondertussen heeft uitgevreten, heeft Greengrass alle vragen al beantwoord in een vluchtige proloog die van Londen over Washington naar de Balkan zapt.

Veel lijkt er in mondo Bourne op het eerste gezicht niet veranderd: nog steeds wordt hij opgejaagd door zijn voormalige werkgevers van de CIA, nog steeds wil hij weten wat er in zijn uitgewiste verleden met hem is gebeurd en nog steeds blijkt hij een even gewetensvol als gespierd eenmansleger te zijn. Dat komt terug on the grid wanneer zijn ex-collega Nicky Parsons de Edward Snowden in zichzelf voelt opborrelen en hem in hartje Athene, tijdens een demonstratie tegen de Europese besparingsmaatregelen, enkele compromitterende CIA-files wil overhandigen.

Zoals Supremacy en Ultimatum helemaal ingeplugd waren in de noughties, met hun jachtige, handbewogen en faux-documentaire stijl en hun gevoel van post-9/11-paranoia, zo tracht Greengrass zijn held ook nu weer te laten opjagen door de turbulenties van de tijdgeest. Maar waar die combinatie van spionageconventies met contemporaine topics vorige keren organisch en o zo dynamisch oogde, voelt de mix deze keer dwangmatiger en meer achterhaald aan. En dan zeker wanneer er een subplot over een socialemediagoeroe bijgesleurd wordt. Of wanneer Bourne over de Strip van Las Vegas scheurt in een gepimpte actiefinale die het realisme, toch de motor van de franchise, frontaal ramt, alsof Bourne solliciteert naar een klus in de volgende The Fast & The Furious.

De grootste bedreigingen zijn deze keer dan ook niet Tommy Lee Jones en Alicia Vikander, die Bourne als CIA-bobo’s vanachter computerschermen de klok en de globe rond achternazitten. Het zijn vooral de spoken uit Bournes verleden die hem parten spelen – die van Supremacy en Ultimatum om precies te zijn. Dat déjà-vu- gevoel wordt nog versterkt door een achtervolging die zich in de slipstream van die geweldige klopjacht in Tangiers uit Ultimatum tracht te murwen, door een emotionele scène waarin Bournes vertrouwelinge, net als in Supremacy, voor zijn ogen sterft, en ga zo maar verder. Jason Bourne oogt vaak als een greatest hits-compilatie van de vorige films.

Been there, Bourne that, zou men denken. Maar ook al verdampt deze vijfde aflevering (als je de spin-off The Bourne Legacy meetelt) een stuk sneller dan de twee vorige: Greengrass en zijn huiscameraman Barry Ackroyd, die de stiel leerde bij Ken Loach, weten nog altijd hoe je een potje meeslepende actie bijeen moet schieten en plakken. De knap opgebouwde en uitgesponnen scène in Athene, die vettig knipoogt naar Costa-Gavras’ Z, mag nu al op de Best of Bourne worden gezet, en twee uur lang houdt de film er stevig de pas in op de staccatoritmes van componist John Powell. Bovendien torst Matt Damon de boel ook nu weer probleemloos op zijn stoere schouders, en maakt hij van Bourne een spion van geschonden vlees en besmeurd bloed.

Geen comeback à la Rocky of Bobby Ewing, wel nog altijd een entertainende actiethriller met de nodige musculatuur.

JASON BOURNE ***

Paul Greengrass met Matt Damon, Alicia Vikander, Tommy Lee Jones

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content