Elvis Peeters ziet zijn roman verfilmd: ‘Ja, mijn generatie heeft grotendeels gefaald’

© Jef Boes
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Boerenzoon. Punker. Grondlegger van de Vlaamse rock. Succesauteur van literaire pareltjes, waaronder de bestseller Wij, waarvan u binnenkort de verfilming kunt zien. Knap van Elvis Peeters. Vooral omdat Elvis Peeters niet bestaat.

Elvis Peeters bestaat niet. Toch zit hij keurig op tijd klaar op het terras van de Lierse koffiezaak Bizarr, vergezeld van een latte machiato en een zwerm wespen die het op zijn gebakje gemunt heeft. ‘Hier komen we vaak over ons werk debatteren – en public blijf je als schrijverskoppel toch beleefder. En de taartjes zijn verrukkelijk. De slagroom is een perfect glijmiddel om elkaars kritiek te slikken.’

Elvis Peeters bestaat dus wel, maar dan uit twee mensen, Jos Verlooy en zijn eega Nicole Van Bael. Die laatste schuwt interviews. ‘Ze wil geen publiek figuur zijn en dat is haar recht, toch? Pas op, ze zal ons gesprek nalezen. Zij is de strenge bewaker van ons alter ego. Als ik onzin uitkraam, krijg ik op mijn donder. (lacht) Veel collega’s vinden dat raar, met twee mensen aan één boek schrijven maar wij kennen niets anders. Al sinds het prille begin werken we samen – behalve voor liedteksten of gedichten, die schrijf ik alleen.

Bijna niets is verzonnen. Die meisjes die op een autostradebrug hun rokjes optillen – zonder slip: hebben we echt meegemaakt.

We zijn ondertussen zodanig met die dynamiek vergroeid dat ik me amper kan voorstellen dat ik solo zou schrijven. Onze samenwerking maakt ons allebei beter. Nu, het heeft ook nadelen. Traagheid is er een van: een tekst kan jaren in de kast blijven liggen omdat we er samen niet uit raken. Daarom ook hebben we gekozen niet mee te werken aan het scenario van Wij. Een film maken is op zich al tijdrovend, laat staan dat je als regisseur nog moet wachten op een koppel dat over een komma kibbelt. We hebben Rene Eller, de Nederlandse regisseur, carte blanche gegeven en hebben slechts één keer de set bezocht. We waren gecharmeerd door zijn keuze voor jonge, onbekende acteurs en zijn casting kwam verbazend goed overeen met het beeld dat wij van onze personages hadden – Nicole en ik konden zo de juiste namen op de juiste koppen plakken.

‘Het is fascinerend om te zien hoe ons verhaal in een ander medium is gegoten. Eller heeft keuzes moeten maken. Zo heeft hij het aantal vertelperspectieven van acht naar vier teruggeschroefd en met voice-overs gewerkt. En hij heeft er een extra laag aan toegevoegd: op het einde van de film krijg je een soort impliciete verklaring voor alle losbandige gedrag. Er wordt gewag gemaakt van een wraakcomplot, terwijl die vendetta in het boek bewust volledig afwezig is.’

Elvis Peeters ziet zijn roman verfilmd: 'Ja, mijn generatie heeft grotendeels gefaald'
© Jef Boes

***

De roman Wij verscheen bijna tien jaar geleden. Het snoeiharde verhaal over acht jongeren die twee zomers lang alle remmen losgooien, werd meteen onder de lof bedolven. Concreet: vier jongens en vier meisjes bekampen – deels uit verveling, deels uit rebellie – de burgerlijkheid van suburbia met seks, drugs en geweld. Aanvankelijk kun je hun pubergedrag nog goedmoedig onder de noemer ‘experimenteerdrift’ klasseren – in je blootje in de wei lopen, flessen uit het drankkabinet van je buurman stelen, kattenkwaad uithalen – maar algauw escaleert de groepsdynamiek. Seksspelletjes leiden tot prostitutie en genitale verminking, de middelvinger naar de bourgeoisie ontspoort richting chantage en wanneer de meiden een nieuwe interpretatie geven aan ‘leuk zwaaien naar automobilisten op de autostrade’ vallen de eerste doden. Wij is gedrenkt in bitter nihilisme en neergepend in een kille documentaire stijl die genadeloos op de lezersmaag inhamert. Nergens wordt er vergoelijkt, nergens komt er ook maar enige moraal om de hoek kijken.

Eller schuwt de scabreuze beelden in zijn verfilming niet. Minderjarigen die aan de lopende band kloek dooraderde pikken afzuigen, pornofilms maken om wat zakgeld te verdienen, elkaar in de onderbuik stampen in de hoop een abortus op te wekken en een tienerbordeel oprichten teneinde gegoede middenstanders en rechtse politici in de seksval te lokken. Niet meteen een ode aan de onbezorgde jeugd dus.

'Van bedrijven en banken wordt geen moraal verwacht, maar wat doet dat met een samenleving?'
‘Van bedrijven en banken wordt geen moraal verwacht, maar wat doet dat met een samenleving?’

‘Based on a true story’, zo opent de film. Elvis Peeters bevestigt dat. ‘Zodra het uitgangspunt van de roman was vastgelegd, hebben we bijna niets moeten verzinnen, we konden de verhalen zo uit de realiteit plukken. Onze openingsscène hebben we echt meegemaakt. We reden over een Duitse snelweg en plots zagen we op een brug boven ons een rij meisjes die hun rokjes optilden. Hun slipjes hadden ze die dag thuisgelaten. Dat beeld bleef ons bij. In dezelfde periode zagen we een documentaire over de rechtspersoonlijkheid van bedrijven. Bedrijven worden geacht zich in onze samenleving te gedragen als mensen. Sociologen en psychiaters kwamen tot de onthutsende conclusie dat bedrijven handelen als psychopaten en het hen aan elke morele reflex ontbreekt. Een succesvolle bedrijfsleider denkt maar aan één ding en dat is winst maken. Van bedrijven en banken en holdings wordt geen moraal verwacht, maar efficiëntie en rendement. Daar stelt geen hond zich vragen bij. Maar wat doet dat met een samenleving waarin economie zo belangrijk is? In Wij tonen we een wereld waarin de moraalloosheid van die economie door levenskrachtige jonge mensen wordt gekopieerd. Ze redeneren: het is mogelijk, dus we doen het. Zonder enige verantwoordelijkheid voor de gevolgen op te nemen.

Wij gaat niet over ontspoorde jongeren, maar over ónze generatie: welke wereld hebben wij de jeugd nagelaten? Met welke zieke denkbeelden hebben wij hen opgevoed? Kun je het hen kwalijk nemen dat ze hun lichaam verkopen als wij consumentisme als hoogste goed promoten? Hun handelingen, hoe schrikbarend ook, liggen perfect in de lijn van het neoliberale gedachtegoed: alles is te koop, dus als er vraag is naar tienerporno, waarom zouden zij daar niet in mogen voorzien én er een flinke stuiver aan verdienen? Je kunt Wij zelfs geen schuldbekentenis noemen, dit is geen mea culpa van onze generatie aan de volgende, want de wereld vóélt zich niet schuldig.

Goh, nu begin ik als een oude zeur te klinken. Maar daar gaat Wij over, hoe wij toekomstige generaties in de steek laten.

‘Eind jaren tachtig heb ik de commercialisering van de maatschappij zien opkomen. De Berlijnse Muur viel, VTM werd opgericht, aanhangers van de vrije-markteconomie rolden hun ideologie uit. Staatsbedrijven werden aan de lopende band geprivatiseerd want vrijhandel zou voor betere service en lagere prijzen zorgen. Akkoord, als je vroeger bij de RTT (het overheidsbedrijf waaruit Belgacom/Proximus is gegroeid, nvdr.) een telefoon bestelde, moest je een maand op een aansluiting wachten. Klinkt lang, maar als je tegenwoordig een abonnement wilt regelen met Telenet of Proximus hang je zelf uren aan de lijn. Die maand is gewoon versnipperd geraakt in frustrerende kwartiertjes waarin je op knopjes drukt terwijl Für Elise in je oor schettert. Jij bent hun werknemer geworden, jij voert hun taken uit, jij levert service waar die van hen tekortschiet.

‘Ja, ik vind dat mijn generatie grotendeels gefaald heeft. Deze morgen las ik in de krant dat NIRAS de kost voor het stockeren van kernafval heeft moeten herberekenen. De oorspronkelijke schatting was 3 à 4 miljard, nu komen ze uit op een bedrag dat bijna drie keer zo hoog is, want het radioactief materiaal moet veel dieper de grond in dan eerst gedacht. Ze mikken op 400 meter diepte, terwijl Zwitserland een veiligheidsnorm van 950 meter hanteert, dus als we de volksgezondheid voor de komende 10.000 jaar niet in gevaar willen brengen – zo lang duurt het tot de straling vervallen is – zullen we nog meer kosten moeten maken. Electrabel heeft een pot van 10 miljard voorzien maar dat is niet alleen voor de berging van het afval maar ook voor de afbraak van de centrales. Dat zal dus ontoereikend zijn.

Bovendien is het onduidelijk waar die spaarpot zit, want de Franse moederholding Engie heeft een deel van het geld als dividend aan zijn aandeelhouders uitbetaald. Ik vermoed dat Electrabel nog liever failliet gaat dan dat het zijn verantwoordelijkheid opneemt – én die redenering is marktconform: van zodra zij geen winst meer maken, verliezen ze volgens de neoliberale denkstroom hun bestaansrecht.

'Van bedrijven en banken wordt geen moraal verwacht, maar wat doet dat met een samenleving?'
‘Van bedrijven en banken wordt geen moraal verwacht, maar wat doet dat met een samenleving?’

Ondertussen hebben ze monsterwinsten gemaakt, hebben we de planeet om zeep geholpen en draait de samenleving op voor de kosten. Ik ben ervan overtuigd dat in de jaren zeventig, tachtig een democratische meerderheid tégen kernenergie was. Overal zag je die bordjes “Kernenergie? Neen, bedankt.” Wel, ze hebben het ons toch door de strot geramd. Waar is de morele reflex? De politiek heeft het primaat over de inrichting van de samenleving afgestaan aan de grote economische spelers. Op zich mag de industrie haar zeg hebben, maar dan moet ook naar het middenveld geluisterd worden, naar sociale organisaties en vakbonden, die tegenwoordig stelselmatig gedemoniseerd worden.

***

‘Goh, nu begin ik als een oude zeur te klinken. Maar daar gaat Wij over, hoe wij toekomstige generaties in de steek laten. Onze romans zijn geen pamfletten – de literaire kwaliteit komt altijd op de eerste plaats – maar onze inspiratie puren we wel uit onze oprechte bekommernis om de maatschappij. Zo gaan De ontelbaren (2005) en onze recentste roman Brood (2018) over de vluchtelingencrisis, en Dinsdag (2012) behandelt de gruwelijke nasleep van ons koloniaal verleden, beide helaas nog zeer actuele thema’s. Waar ons hart van vol is, loopt onze pen van over.

‘En ja, naast kritiek, heb ik ook ideeën over hoe het beter kan. Onttrek bijvoorbeeld energie, transport en communicatie aan het rendementsdenken. Beschouw dat als een service die je aan de bevolking verleent, zonder winstoogmerk, zonder aandeelhouders die enkel aan hun volgende dividend denken. Maak de burger bewust van de totaalkost van elektriciteit en transport en je zult zien dat ze zuiniger zullen omspringen met die schaarse goederen.

‘Trouwens, onze roman De ontelbaren is mee ontstaan doordat we van een studie hoorden waarin de gemiddelde welvaart van de Belg werd geëxtrapoleerd naar de zes miljard aardbewoners. Dat was onthutsend. Als alle aardbewoners over dezelfde welvaart zouden beschikken als de Belgen, hebben we vier aardbollen nodig om dat voor elkaar te krijgen. Die zijn er eenvoudigweg niet. Van ongelijkheid gesproken. In een recente studie lazen we dat we ondertussen, dertien jaar later, vijf aardbollen nodig hebben. Dan is het tegenhouden en terugdringen van asielzoekers eigenlijk dweilen met de kraan open. En de klimaatperikelen zullen dat er niet minder op maken.

Bio

1982: Jos Verlooy richt onder de naam Elvis Peeters mee de dwarse punkband Aroma di Amore op.

1990: Verlooy schrijft samen met Nicole Van Bael het toneelstuk Het uur van de aap, het begin van een literaire relatie, eveneens onder de naam Elvis Peeters.

1998: debuutroman Spa.

2001: publiceert het absurdistische kinderboek Meneer Papier gaat uit wandelen, geïllustreerd door Gerda Dendooven.

2005: haalt de shortlist van de Libris Literatuurprijs met De ontelbaren.

2009: De roman Wij zorgt voor beroering en groeit uit tot een bestseller.

2016: wint de Gerrit Komrij-prijs voor de hertaling van gedichten van Henric van Veldeke.

2019: De verfilming van Wij komt in de bioscoop.

‘Deze lange, hete zomer hebben we doorgebracht met het schrijven aan onze nieuwe roman – werktitel: ‘De ommelanden’ – die voorjaar 2019 moet uitkomen. Het gaat over een jonge fotografe uit een moderne stad die in economisch opgegeven gebieden in Europa terechtkomt. Ze zal er niet enkel armoede en verbittering aantreffen, maar ook een onvermoede kijk op het leven, het doorzettingsvermogen van de bewoners en de kracht en de levensdrift van een gemeenschap. Hoe het zal aflopen, weten we nog niet. Ook voor ons blijft het spannend omdat we nooit vanuit een vooraf uitgewerkte verhaallijn vertrekken. Het is de taal zelf die ons de richting aangeeft. Dus, ja, ’s avonds gaan we slapen en zijn we benieuwd hoe het de dag erna zal verdergaan.

‘Maar eerst, eind september, verschijnt bij Poëziecentrum mijn nieuwe dichtbundel Antithesen, mooi vormgegeven door Gert Dooreman. Ik zeg niet dat de wereld nood heeft aan precies die bundel, maar hij heeft zeker nood aan wat meer poëzie. Als tegengif voor de vermoeiende polemieken en tweets en meningen waarmee we te pas en te onpas worden bestookt.’

***

Niet dat spraakwaterval Peeters het nog nodig heeft, maar wanneer ik binnen een nieuwe lading cafeïne bestel, horen we Nick Cave op de stereo. ‘Ha, onlangs heb ik mijn volledige collectie van The Birthday Party nog eens opgelegd. Blijft indrukwekkend.’ Want naast literair auteur en wereldverbeteraar, mag Peeters ook een van de grondleggers van de Vlaamse rock genoemd worden. Je zou het hem niet geven, de bezadigde man die rustig melkschuim lepelt, maar wie Peeters ooit op een podium zag, weet dat er een dolle hond in hem schuilt.

In 1982 richtte hij met gitarist Fred Angst Aroma di Amore op en haalde daar prompt de finale van Humo’s Rock Rally mee. Sindsdien rolt hij van het ene muzikale project in het andere en daarbij is verscheidenheid troef.

‘Aroma di Amore groeide uit de punkbeweging, kende tot onze eigen verbazing best wat succes, en als je eenmaal in die muzikale wereld terecht bent gekomen, leer je zoveel verschillende mensen kennen, elk met hun eigen invalshoek. De Legende, in 1990 ontstaan, was meer op Nick Cave-leest geschoeid. In Wilderman, mijn nieuwste project met contrabassist Chris Carlier, zijn de jazzinvloeden veel groter. Met mondharmonicaspeler Steven De Bruyn breng ik een literair muziekprogramma gebaseerd op onze roman Brood. Die projecten ontstaan organisch en vergen iets minder planning dan een roman, waar je al gauw een paar jaar aan werkt. En ook daar sluipt mijn maatschappelijke betrokkenheid binnen. Dat is de aard van het beestje, niks aan te doen. Ik ben best een romantische ziel, en ik draai mijn hand niet om voor een chanson over de perikelen van het hart, maar ik kan toch niet altijd over de liefde zingen?’

Wij

Vanaf 26/9 in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content