Hors Satan: Intrigerend, ruw en krachtig

Messias of duivel? Genie of charlatan? Frans beeldenstormer Bruno Dumont intrigeert (en frustreert) met de moderne parabel Hors Satan.

Hors Satan ****

Bruno Dumont

Fra, 2011 – Filmfreaks / dvd

Ligt het aan de groeiende francofobie in deze contreien? Aan de alsmaar fascistoïder wordende pretdictatuur van media- en filmmogols? Of aan het feit dat steeds meer mensen bijgevolg lijken te denken dat cinema synoniem staat voor in groep en in een donkere zaal nacho’s weghappen terwijl er ondertussen iets met ontploffende robotten en volwassen venten in spandexpakjes op een doek te zien is?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat Bruno Dumonts laatste langspeler Hors Satan in Vlaanderen geeneens de zalen haalde, bewijst alvast hoe treurig het gesteld is met de bioscoopcultuur, voor zover dat woord al geen oxymoron geworden is. Of vindt u het nog normaal dat een van Frankrijks meest confronterende, consequente en unieke filmauteurs zich tevreden moet stellen met een dvd-release, zelfs al zat zijn recentste film in Cannes, werd die door bonafide vakbladen als Sight & Sound en Film Comment de cinefiele hemel in geprezen en won hij vorig jaar nog de Age d’Or-prijs van Cinematek?

Néé, Dumont maakt het de kijker niet makkelijk. En já, het is wennen aan het trage verteltempo, de spaarzame dialogen en de pokdalige karakterkoppen die in zijn enigmatische films ronddolen. Maar als u bloedeloze pulp als Twilight of die demente bedrijfsvideo’s van Studio 100 aankunt, dan moet iets intellectueel uitdagend als Hors Satan ook wel lukken. Daarin zet de zelfverklaarde ‘atheïstische mysticus’ zijn exploratie van het menselijke beestje verder met een primitieve parabel over een zonderlinge vagebond die in een niet nader genoemd, Noord-Frans kustdorpje vriendschap sluit met een boerendochter. Ondertussen verricht hij hele en halve mirakels, krijgt hij het aan de stok met de lokale autoriteiten en blijkt hij uiteindelijk – alle gelijkenissen met een zekere timmermanszoon uit Nazareth zijn geheel intentioneel – zelfs de macht over leven en dood te bezitten.

Zoals steeds haalt Dumont – in een ver verleden filosoof en in een nog verder verleden psychiatrisch patiënt – allerlei christelijke motieven door de mangel (Jezus die over het water loopt, demonen uitdrijft en het brood deelt) die in zijn bekende, minimalistische stijl van al hun directe, religieuze connotaties worden ontdaan. Bovendien weet hij opnieuw het maximum te puren uit de vlakke Noord-Franse landschappen (deze keer van de Opaalkust langs het Kanaal) die opnieuw in streng gecomponeerde breedbeeldkaders worden geschilderd, bevolkt door zwijgzame amateuracteurs die als Permeke-koppen door duinen en schorren dolen.

Wat de verschillende boerentaferelen precies te betekenen hebben en waar de monolithische, naamloze personages voor staan, laat Dumont zoals gebruikelijk in het midden. Ofwel vindt u dat pretentieus en gemakzuchtig en begint u iets onsamenhangends te kakelen met de woorden ‘schande’, ‘subsidies’ en ‘belastingbetaler’. Ofwel speurt u mee naar betekenis, omarmt u de traagheid en het visuele monumentalisme en ontdekt u dat er van Dumonts film ook ditmaal een hypnotiserende kracht uitgaat die schoonheid reveleert in grauw realisme en edelmoedigheid in dierlijk driftige wreedheid.

Niks nieuws voor wie indertijd de wel in de Belgische bioscoop uitgebrachte voorgangers La Vie de Jésus (1997), L’Humanité (1999) of Flandres (2006) heeft gezien, maar nog altijd even intrigerend, frustrerend, ruw, krachtig, geflipt en mysterieus als tevoren. Ga in vrede!

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content