Dave Mestdach in Venetië:outsiders die (tevergeefs) hun dromen najagen in ‘Manglehorn’

David Green © Reuters

Een beetje een rommelpotje en zeker niet vrij van klefheid en clichés, maar de film groeit onderweg, neemt af en toe een verrassende, bruuske of lyrische bocht en weet zich uiteindelijk toch nog in je hart te parkeren.

Na enkele onfortuinlijke Hollywooduitjes dook David Gordon Green vorig jaar met het white trash drama ‘Joe’ terug zijn geliefkoosde territorium in: met name: Heartland USA en de outsiders die daar veelal tevergeefs hun dromen najagen.

Ook Manglehorn tapt uit het hetzelfde, disfunctionele vaatje en heeft als uitgewassen antiheld met dienst een oudere slotenmaker die tien jaar na de dood van zijn vrouw nog steeds alleen woont en nog dagelijks droomt over zijn enige, grote liefde die hij jaren geleden heeft laten schieten.

Gordon Green legt de symboliek er bij vlagen oliedik op – een slotenmaker wiens hart vergrendeld is: we got it, Dave! – en het soapalarm dreigt meer dan eens af te gaan, maar de scene waarin de verbitterde Manglehorn het tere hartje breekt van zijn date (Holly Hunter) barst van de oprechte gene en kleinmenselijke wreedheid en huiscameraman Tim Orr zwachtelt de Americana blues, net als in Joe, in een vuil-poëtische voile.

Bovendien lijkt Al Pacino – alwéér hij – eindelijk nog eens zijn mojo terug gevonden te hebben als het titelpersonage: een grumpy old man die als een olifant in een porseleinkast richting de winter van zijn leven waggelt, maar beetje bij beetje beseft dat op elk slot een sleutel past.

Een beetje een rommelpotje en zeker niet vrij van klefheid en clichés, maar de film groeit onderweg, neemt af en toe een verrassende, bruuske of lyrische bocht en weet zich uiteindelijk toch nog in je hart te parkeren, met de groeten van grumpy Old Al.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content