Claude Chabrol: portret door Patrick Duynslaegher

Het in Knack verschenen Chabrol-portret van de hand van Knack Focus-hoofdredacteur Patrick Duynslaegher.

Het mes in ‘la connerie humaine’

Zowel de films als het leven van Claude Chabrol stonden in het teken van les plaisirs de la vie. Deze levensgenieter was zeker een van de gulzigste filmmakers uit de geschiedenis. Een gourmandise die niet alleen blijkt uit de omvang van zijn filmografie (bijna 60 speelfilms, zonder zijn téléfilms, kortfilms en spotjes mee te rekenen) maar ook aan de kleurrijke, vaak excentrieke personages die zijn films bevolkten – rollen waar zijn acteurs hun vingers bij aflikten. Wat ons in één beweging bij de talloze weldadige eettaferelen brengt in de films van een regisseur die er prat op ging dat hij zijn locaties uitkoos voor de goede restaurants in de buurt, omdat hij het aangenamer werken vond met acteurs en technici die hun buikje rond hadden gegeten.

Chabrol, de vleesgeworden bonhomie – zo kende men hem vooral in Frankrijk dankzij ontelbare optredens in zelfs de stomste tv-programma’s. Maar achter dat masker schuilde ook een vlijmscherp cineast die een bijzonder kritische en lucide blik wierp op het menselijke falen, la connerie humaine zoals hij het zelf noemde.

De apothekerszoon Chabrol was gebiologeerd door de middenklasse, in het bijzonder de provinciale bourgeoisie, wier hypocrisie, rituelen en ceremonies hij met een scalpel blootlegde.

Al vrij snel in zijn carrière spitste Chabrol zich hoofdzakelijk toe op moordzaken, criminele faits divers, thrillers, policiers. Niet dat hij geïnteresseerd was in conventionele intriges en suspens, wel omdat die genres hem de extreme psychologische en morele conflicten verschaften voor zijn sarcastische studies van onderdrukte verlangens, overdracht van schuld en drang naar boete. Chabrol, een meester van het dubbelzinnige, wist zijn wrede kijk op mens en maatschappij zo aantrekkelijk te verpakken en te polijsten dat de neiging bestaat om films die zo veel plezier verschaffen te onderschatten. Terwijl er onder het rimpelloze oppervlak en de vanzelfspekende savoir-faire een van de grootste Franse regisseurs uit de filmgeschiedenis aan het werk was: een discreet virtuoos van de feilloze constructie, de zuivere vorm, de pure filmische compositie. In een televisie-interview zei hij ooit dat zijn ideale film er zou uitzien als een mix van de vitaliteit van Jean Renoir en de gestrengheid van Fritz Lang. Zonder te beseffen of te willen toegeven dat hij dat ideaal al in minstens twintig films had bereikt.

Biografie

Geboren op 24 juni 1930 in Parijs.

Schrijft in 1957 samen met Eric Rohmer de eerste serieuze studie van het werk van Alfred Hitchcock.

Draait in 1958, een jaar voor François Truffaut (‘Les quatre-cents coups’) en Jean-Luc Godard (‘A bout de souffle’) met geld van een erfenis Le beau Serge, de eerste officiële nouvelle-vaguefilm.

Het commerciële fiasco van ‘Les bonnes femmes’ (1960) dwingt hem om de commerciële toer op de gaan.

Na enkele inferieure spionageparodieën herstelt Chabrol zich en breekt zijn grootste periode aan. Tussen 1967 en 1973 maakt hij een cyclus films over la France pompidolienne, met vaak zijn tweede echtgenote Stéphane Audran in de hoofdrol (‘La femme infidèle’, ‘Le boucher’, ‘Juste avant la nuit’ en ‘Les noces rouges’).

Draait in 1978 ‘Violette Nozière’, zijn eerste film met Isabelle Huppert, die tien jaar later zijn nieuwe muze wordt (‘Une affaire de femmes’, ‘La cérémonie’, ‘Merci pour le chocolat’, ‘L’ivresse du pouvoir’).

De films die hij vanaf de jaren negentig draait zijn vaak une affaire de famille: zijn derde echtgenote Aurore Chabrol is scriptgirl, zijn zoon Thomas acteert en zijn andere zoon Matthieu componeert de muziek.

In 2009 komt zijn ultieme film in de bioscoop, ‘Bellamy’, met Gérard Depardieu.

Overlijdt op 12 september 2010 in Parijs.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content