Adil El Arbi en Bilall Fallah winnen Ultima voor film: ‘Voor ons gaat het nooit snel genoeg’

© AURÉLIE GEURTS

Bij nacht veroveren ze Hollywood, overdag verlossen ze de Vlaamse fictie van haar monochromie. Adil El Arbi en Bilall Fallah gaan voluit voor hun visie. ‘Diversiteit? Als wij het niet doen, gebeurt er niets.’

Van alle winnaars van een Ultima waren Adil El Arbi (32) en Bilall Fallah (35) het moeilijkst te strikken voor een interview. Met reden. Overdag draaien ze in Molenbeek hun vierde Belgische langspeelfilm, die de werktitel Rebel draagt. ’s Avonds overzien ze de montage en de visuele effecten van Ms. Marvel, een serie over een moslimasuperheld in opdracht van Marvel, de superheldenstal van Disney. Ramadan of niet, corona of niet, de regisseurs die met de actiefilm Bad Boys for Life de grootste Amerikaanse kaskraker van 2020 op hun naam schreven, razen voort. ‘Je moet het ijzer smeden als het heet is. Maar het wil maar niet afkoelen’, lacht Fallah.

Volgens de jury van de Ultimas steekt het duo Adil & Bilall er ‘met kop en schouders’ bovenuit. In de zes jaar sinds Image, hun lowbudgetdebuut over de gespannen relatie tussen media en Molenbeek, draaiden ze het Brusselse stadsbendedrama Black,de Antwerpse kaskraker Patser, meerdere pilootafleveringen van Amerikaanse tv-series en de derde en beste van de Bad Boys-blockbusters met Will Smith en Martin Lawrence. Vorige zomer stonden ze als eersten weer op de set na de lockdown en draaiden coronaproof de eerste afleveringen van Grond. In die door Play 4 en Netflix opgepikte serie willen enkele Molenbekenaren heilige Marokkaanse grond importeren zodat moslims hier kunnen worden begraven.

Schrikken jullie zelf niet van de snelheid waarmee jullie carrière maken?

Adil El Arbi:Het lijkt supersnel, maar voor ons gaat het nooit snel genoeg. Geduld hebben we nooit gehad. We waren nog geen jaar op de filmschool Sint-Lukas en we wilden al films maken. Het liefst een kortfilm die voor Cannes én de Oscars werd geselecteerd zodat we meteen naar Hollywood konden. (lacht) En vorig jaar viel toevallig alles op zijn pootjes voor ons.

We hadden het heel erg gevonden indien we enkel voor Ms. Marvel gevraagd waren omdat we moslims zijn.

Adil El Arbi

Corona dwong de filmsector tot stilstand of vertraging maar niet jullie. Hoe kan dat?

Bilall Fallah: Door de lockdown moesten we twee maanden thuiszitten. Dat deed ons deugd na een zotte periode, en daarna konden we er weer invliegen. Zonder corona hadden we moeten kiezen tussen Ms. Marvel en Grond, tussen Hollywood en België.

El Arbi: Maar door de lockdown werd Ms. Marvel uitgesteld en zo konden we in de zomer Grond draaien. Speelde ook in ons voordeel: Bad Boys for Life was nummer één geweest. Dan ben je automatisch de new kid in town met wie heel Hollywood wil afspreken. In normale tijden staan de deuren een tweetal maanden wijdopen, tot er nieuwe new kids zijn. Maar door corona kwamen er geen nieuwe films uit en zo bleven wij de new kids.

Velen zouden zich na het succes van Bad Boys for Life op de borst kloppen. Dat doen jullie niet. Jullie relativeren dat het maar een actiefilm is. Reiken de ambities dan nog verder?

El Arbi: Het is niet de bedoeling om eeuwig zulke commerciële films te maken. Ons ideaal is een artistiek heel goede film die een breed publiek bereikt. De regisseurs naar wie we opkijken, zoals Spike Lee, Martin Scorsese, Steven Spielberg, Alfonso Cuarón, Barry Jenkins of Damien Chazelle, slagen daarin.

Fallah: Begrijp ons niet verkeerd. We hadden nog nooit op zo’n grote schaal gewerkt. De druk en de stress waren enorm. We zijn fier op het resultaat en we willen sowieso nog een Bad Boys-film maken. Maar Bad Boys for Life is nietons ultieme doel. Het ultieme doel is een diepgravende film die ook commercieel aanslaat. Een klassieker. Een film waar niemand omheen kan. Undeniable, zeggen ze in de States. Maar we hebben nog een lange weg af te leggen voor we dat meesterschap bereiken. Bad Boys for Life geeft ons hopelijk wel de power en de vrijheid om de volgende stappen te zetten.

El Arbi: Toen we in België begonnen, was het onze droom om in Hollywood te raken. Vandaar dat zoveel scènes in Image wannabe-Hollywood waren. (lacht) Dat doel is bereikt. Nu kunnen we ons ook op andere soorten cinema toeleggen. We zijn niet enkel door Amerikaanse actiefilms geïnspireerd.

Minimaliseren jullie zo niet hoe moeilijk en slopend het is om een kassucces als Bad Boys for Life te maken?

Fallah: Het was een emotionele rollercoaster. Ik heb de mooiste momenten uit mijn leven meegemaakt, maar ook de zwaarste. Een actiefilm van honderd miljoen dollar, een geliefde filmreeks, wij die geen enkele ervaring hadden: de druk was enorm. We mochten niet falen.

De overgang naar zo’n grootschalige productie is niet simpel. En vergeet niet dat je in het Hollywoodsysteem geen volledige creatieve vrijheid hebt. Vijftig procent van de tijd ben je aan het praten en onderhandelen om je visie erdoor te krijgen in plaats van gewoon een film te maken. Dat heeft een psychologische impact. Maar vraag het aan topsporters: zonder bloed, zweet en tranen, zonder keihard afzien tijdens de trainingen raak je niet op een wereldkampioenschap. En meespelen op het wereldkampioenschap is het mooiste wat er is.

El Arbi: Die spanning is er altijd. Ook de supersuccesvolle regisseurs moeten in het Hollywoodsysteem hun creatieve keuzes verantwoorden. Niemand krijgt carte blanche als het budget boven de honderd miljoen dollar gaat. Ergens is dat goed. Will Smith heeft ons geleerd dat je niets zomaar doet. We werden gedwongen om over elke keuze diep na te denken. Slopend maar heel leerrijk.

Adil El Arbi en Bilall Fallah winnen Ultima voor film: 'Voor ons gaat het nooit snel genoeg'
© AURÉLIE GEURTS

Met jullie Belgische films internationaal scoren, is dat de volgende stap?

El Arbi: Dat is de ambitie: in België films maken die internationaal gezien worden. Ik denk dat er voor Rebel vanzelf wel wat aandacht zal zijn. Het is onze eerste film sinds Bad Boys for Life. En ook onze producer wordt in het oog gehouden. Bert Hamelinck won twee Oscars met Sound of Metal. In de kijker lopen is een goeie zaak.

Jullie hebben Black en Patser geweldig goed in de markt gezet. Onderschatten jullie Vlaamse collega’s het belang van een goede promotiecampagne?

El Arbi: Je film moet een event zijn. Nu Netflix, Disney en de andere streamingdiensten het aanbod in België nog zo veel groter maken, moet je vechten voor elke kijker. Dat wil niet zeggen dat je een commerciële film moet maken. Girl van Lukas Dhont is een artistieke, supergoede film en toch was Girl een event. Op dit moment moet je Nomadland – die een film van de broers Dardenne had kunnen zijn – gezien hebben om te kunnen meepraten. Maar ervan uitgaan dat een film op eigen kracht wel een publiek zal vinden? Tja, dat is een fout die wij nooit zullen maken.

Fallah: Het stopt niet als je film af is. Dan begint het pas! De marketing is een van de belangrijkste stappen die je zet.

El Arbi: Cinema is een kunst maar ook een business. Het is een van de eerste dingen die Michaël R. Roskam (hun mentor en regisseur van onder meer Rundskop, nvdr) ons heeft geleerd.

Waarom lossen jullie dan zo weinig over de film die jullie op dit moment in Molenbeek draaien?

El Arbi: Over Patser 2 zullen we de hele tijd communiceren. Voor Rebel houden we het op het strikte minimum. De film moet zijn richting nog vinden en we mikken op de verrassing. Het gaat over een twaalfjarige Brusselse jongen met een grote broer die een beetje een gangster is. Zijn moeder doet er alles aan om ervoor te zorgen dat de kleine niet hetzelfde foute pad opgaat. Het gaat dus over de struggle van een familie van Marokkaanse origine en wat het betekent om in Brussel op te groeien.

Volgens de jury die jullie de Ultima Film toekent, trekken jullie ‘met een enorme naturel steeds de kaart van inclusie en diversiteit’. Gaat het om een doelbewuste keuze of krijg je vanzelf meer diversiteit als je verhalen uit de stedelijke realiteit plukt?

El Arbi: We zijn ons vooral bewust van de consequenties van onze keuzes. Met Black verfilmden we een fantastisch boek (van Dirk Bracke, nvdr) maar uiteraard wisten we dat er een diverse cast nodig zou zijn. In Grond zijn de meeste personages van allochtone origine. Zo geef je bijna automatisch nieuwe acteurs een kans om zichzelf op de kaart te zetten. In Hollywood konden we uit verschillende actiefilms kiezen maar onze voorkeur ging niet toevallig naar Bad Boys uit. Dat was de eerste actiefilm met twee zwarte protagonisten en politiemannen. In de jaren negentig was dat ongezien. Ms. Marvel gaat over een Pakistaans meisje in New Jersey met superkrachten. We hadden wel al eens voor de grap luidop gezegd: ‘Als wij ooit voor Marvel werken, dan voeren we een moslimsuperheld op.’ Wat we toen niet wisten, was dat Marvel op zo’n serie broedde. Daar hebben onze agents en managers ons op gewezen.

Zou het wringen als Marvel jullie vroeg voor een serie rond een moslimasuperheld omdát jullie moslims zijn?

Fallah: Het zou spijtig zijn mocht iemand enkel om zijn profiel gekozen worden. Kwaliteit gaat boven alles. Voor ons is het belangrijk dat Ms. Marvel goed is. Kiezen voor iemand die wel in het profiel past maar geen kwaliteit biedt, is problematisch.

El Arbi: Je zou hopen dat er meer mensen zoals wij zijn. Dat we niet de enigen zijn. Ik vind wél dat wij als moslims op zijn minst moesten lezen wat Marvel, het grootste productiehuis ter wereld, van plan was. Maar kwaliteit moet het belangrijkste criterium blijven. We zouden het heel erg vinden indien we enkel slechte dingen zouden maken en toch gevraagd zouden worden. ‘We hebben moslims nodig, wie hebben we hier in stock?’ Verschrikkelijk! Gelukkig gebeurt dat niet. Ons trackrecord is goed. We waren niet de regisseurs van wat Belgische soaps maar van de meest succesvolle film van het jaar. Dat betekent iets.

Ons ultieme doel? Een diepgravende film die ook commercieel aanslaat. Een klassieker. Een film waar niemand omheen kan.

Ondertussen stonden jullie vorige zomer wel gewoon op de set voor een serie voor de Vlaamse televisie. Waarom namen jullie Grond er snel even tussen?

El Arbi:Grond is de eerste Vlaamse serie met een cast die voor negentig procent uit niet-witte mensen bestaat. Dat is hier helaas nog nieuw.

Dat zegt misschien meer over fictie in Vlaanderen dan over de realiteit in de steden.

El Arbi: Dat is een van onze hoofdargumenten. Image, Black, Patser, Grond: dat is onze leefwereld. De straten waarin we wandelen, de mensen die we kennen. Antwerpen is niet wit, Antwerpen is divers. Maar als je naar de gemiddelde Vlaamse fictie kijkt moet je besluiten dat mensen van andere origine slechts een heel kleine bijrol spelen in onze samenleving.

Fallah: We focussen op de verhalen die nog nooit verteld zijn in de hoop voor verandering te zorgen. Maar daar miskijken we ons telkens opnieuw op.

El Arbi: We dachten dat Image alles zou veranderen. Niet dus. We dachten dat er een golf van urban films zou volgen als Black zou aanslaan. Niet dus. Na Patser kon het toch niet anders of er zou meer diversiteit in de Vlaamse film komen? Niet dus. Er kwam telkens amper een vervolg. In de Nederlandse of Franse fictie is diversiteit wel vanzelfsprekend. Hier bestaat de cast van elke nieuwe tv-reeks uit acteurs die we al lang kennen. Vlaamse fictie blijft heel monochroom. Als wij het niet doen, dan gebeurt er niets.

Staan jullie onder druk om rolmodellen te zijn? Niet dat jullie dat hoeven te zijn.

El Arbi: Wij vinden ook van niet. We zijn niet perfect. We doen er alles aan om goed te zijn, maar dat is gewoon menselijk. Zo bekend zijn we nu ook weer niet. Will Smith kan niet naar de supermarkt. Wij wel. Al herkennen sommigen ons wel.

Fallah: Ik denk dat Adil daar chiller mee omgaat dan ik. (lacht) Als het kon dan zou ik al mijn energie in het werk steken.

El Arbi: In het begin kende niemand ons. We moesten wel opvallen. ‘Hey! Hier! Voor films moet je bij ons zijn!’ Vandaag is dat anders. We hebben kansen gekregen – daar zijn we dankbaar voor – en gegrepen. Zo professioneel en zakelijk mogelijk zijn en het werk voor zich laten spreken, daar willen we steeds meer naartoe. Wij hebben eigenlijk nooit graag onze mening gespuid over alles wat er gebeurt. Ik wacht het liefst een drietal dagen. Dan zijn alle meningen gepasseerd.

Activist en schrijver Dyab Abou Jahjah ventileert wel graag zijn mening. Op Twitter postte hij fier dat je bij hem bent gaan eten, Adil. #HollywoodInDaHouse.

El Arbi: Zelfs hij is gemellowed, niet? Al blijft hij wel mensen teasen. Dat is zijn job, zijn fonds de commerce. Soms lijkt hij na te denken over hoe hij de mensen nu weer tegen de haren in kan strijken. Het is heel goed om mensen te hebben die de zaken scherp stellen. Maar wij zijn zo niet.

Fallah: Wij zijn geen politici of activisten maar filmmakers. Laat ons dus films maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content