Lisette Ma Neza

‘Wat was Europa geworden zonder de niet-Europeanen, de ‘buitenlanders’, de misfits?’

Lisette Ma Neza Lisette Ma Neza is slam poet en documentairemaker.

Geïnspireerd door Michaela Coels boek Misfits: een persoonlijk manifest schreven een aantal creatieve Belgen en Nederlanders een column over hun eigen ervaringen als misfit. Vandaag: Lisette Ma Neza.

Lees hier onze exclusieve voorpublicatie uit Misfits.

‘De geschiedenis van het continent waarop we ons bevinden, begint met een verkrachting’, vertelt een theatermaker mij wanneer we over mijn reizen praten. Op de Griekse mythe van Europa was ik niet eerder gestoten. Europa, de dochter van de koning van Phoenicië, werd meegenomen naar het huidige Europa door de Griekse oppergod Zeus. Bij aankomst op Kreta verkrachtte hij haar.

Dit is niet het enige verhaal uit de witte geschiedenis dat begint met macht en geweld. Helaas ontdek ik dat tijdens mijn onderzoeken telkens weer.

Ik lees me in en neem het verhaal op in mijn archief. Phoenicië is een historisch gebied dat min of meer overeenkomt met het huidige Libanon en Palestina. Daar waar mensen nog bijkomen van de explosies van een jaar geleden, en van de grote rotzooi die daarop volgde. Daar waar mensen zoals de Germanen massaal het land uit vluchten.

Mijn scala aan verhalen wordt groter. Ik verzamel er meer en meer en meer. Tot ik op het podium mag staan en mag exploderen in taal, lichaamstaal, muziek en zang. Exploderen in gesproken woord, in poëzie.

Wat was Europa geworden zonder de niet-Europeanen, de ‘buitenlanders’, de misfits?

Voor een nieuwe slam poetry- en muziekvoorstelling en uit eindeloze nieuwsgierigheid ben ik op zoek gegaan naar Europa, naar de Afro-Europeaan. Ik nam de trein, legde heel wat coronatesten af en ging op zoek naar mensen die op mij lijken en die als mij klinken. Op vlak van tong, moedertaal, soms kleur, soms beroep, maar vooral op vlak van ambiguïteit: ik ging op zoek naar mensen die ook thuis zijn op twee continenten. Mijn Europa begint op een heldere nazomerse dag – nazomers is in deze context nietszeggend omdat we nog geen zomer hebben gehad, ik weet het. Ik bereid me voor op een optreden en lees het boek Afropean van Johny Pitts. Het inspireert mij meteen. Johny gaat in dit boek op reis. Naar Parijs, Brussel, Marseille, Moskou, Lissabon, Berlijn en verder. Hij schrijft niet alleen over zijn belevingen, over zijn zoektocht naar zwart Europa, maar ook over de Europese geschiedenis, de Afrikaanse geschiedenis en hoe die twee met elkaar verstrengeld zijn. Ik vind het een openbaring te lezen dat ook ík Europees ben en dan… dan doe ik het hem na. Ik neem de trein, maar dan een jaar later. Vertraging door corona, je kent het wel.

Op reis ontdek ik dagelijks hoe rijk we hier zijn. Rijk aan verhalen, aan kunst, aan eten, aan cultuur, aan muziek, aan ideeën en aan Afrikaanse diaspora. Ik ontmoet een groep Braziliaanse capoeiradansers en volg hen een paar dagen van plek tot plek, van straat tot straat en steeg tot steeg. Het is een te gekke show. Capoeira is net een vechtsport. Er wordt gezegd dat tot slaaf gemaakten de dans al vroeg beoefenden om zich sterk te houden. Ik leer van een van de capoeiradansers hoeveel pijn het doet om alles achter te laten voor een baan als danser in Europa. In de panafrikanistische boekenwinkel van Barcelona ontmoet ik een fantastische jonge dichteres. Ze vertelt me over haar leven, wat het voor haar betekent om zwart te zijn en ze geeft mij tips over waar ik verder heen kan gaan. Ik ontmoet een Angolees meisje in de suburbs, in klein Afrika, en ik volg gidsen om het allemaal wat beter te snappen.

Ik ben een Europeaan, een Afro-Europeaan. Ik hoef niet verder te zoeken. Of ik nu hier of daar wil wonen: ik ben allebei.

De mensen die ik spreek geven me allemaal iets anders mee. Iets om naar uit te kijken, of om voor uit te kijken. Ze leren mij vooruit te kijken, vanuit de geschiedenis en zonder de geschiedenis. Wat zou Europa geworden zijn zonder hulp van buitenaf, zonder dat ontmenselijkende geweld? Zonder de niet-Europeanen, de ‘buitenlanders’, de immigranten, asielzoekers, werkarbeiders, of tot slaaf gemaakten? Hoe zou een dag in Europa eruitzien zonder de misfits? Ik ontdek telkens weer de antwoorden op deze vragen: niets, nergens en niemand.

Elk interview dat ik onderweg afnam, ging over Afrikaanse diaspora in Europa, over van hier en van daar zijn. Ik hoorde verhalen van mijn zusters om wie ik geef, mijn zusters met wie ik het nog niet eens ben, mijn zusters die people pleasers zijn, die hun immigrantenverhalen omzetten in fashions, mijn broeders die spijkers in schilderdoeken slaan om het maar te hebben over ‘the black experiences’. Ik ontdek dat sommige van deze misfits helemaal niet op de juiste plek zijn om buitengesloten te worden. Er worden scherpe analyses gemaakt en nieuwe connecties doorheen het continent gelegd. Ik ben een Europeaan, ik ben een Europeaan, een Afro-Europeaan. Ik hoef niet verder te zoeken. Of ik nu hier of daar wil wonen: ik ben allebei. Ik behoor beide toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content