Strip-icoon Lewis Trondheim wil u opvoeden met grote retrospectieve in Angoulême

De Kobijn-reeks is een van de bekendste reeksen van Lewis Trondheim. © -
Gert Meesters
Gert Meesters Stripjournalist voor Knack Focus.

Sterauteur Lewis Trondheim krijgt in zijn langverwachte tentoonstelling op het stripfestival van Angoulême de lachers op zijn hand met practical jokes. Tegelijk grijpt hij de gelegenheid aan om president Emmanuel Macron en het algemene publiek op te voeden.

Bij ons zijn het fantasy-epos Donjon (met Joann Sfar) en de flexibele kameradenstrip Kobijn de bekendste strips van Lewis Trondheim. Maar de man maakte meer, veel meer. In dertig jaar carrière heeft hij 180 boeken geschreven en grotendeels ook zelf getekend, in de meest uiteenlopende genres. Als een van de stichters van uitgeverij L’Association toonde hij bovendien niet alleen zijn eigen werk, maar ook dat van Marjane Satrapi, David B. en Emmanuel Guibert, die pas nog de Grote Prijs won op het stripfestival van Angoulême, aan een groot publiek.

Op de hoogmis van de strip ligt Trondheim al langer in de bovenste la. Met de eerste versie van zijn Kobijn-album Slaloms won hij er de debutantenprijs in 1994. Kobijn werd er in 2005 ook bekroond als beste serie. In 2006 kreeg Trondheim op zijn 41ste al de Grote Prijs. Daarmee is hij een van de jongste winnaars van de oeuvreprijs in de recente geschiedenis van het festival. De winnaar stelt het jaar erna normaal gezien tentoon in Angoulême maar Trondheim koos er in de plaats voor de hele communicatie van het festival aan te pakken. Hij ontwierp een katachtige mascotte, de fauve, die nog steeds alle affiches en banners van het festival siert. Ook de prijzen van het festival hebben sinds Trondheims Grote Prijs de vorm en de naam van zijn mascotte gekregen.

Vroege pagina’s

Bijna vijftien jaar later is Trondheim blijkbaar van mening veranderd over tentoonstellingen. Het stripmuseum in Angoulême presenteert een tentoonstelling van dertig jaar carrière met meer dan 150 originele pagina’s, waaraan de auteur actief heeft meegewerkt. Tegelijk verschijnt een uitgebreid interviewboek over zijn hele carrière.

De expositie ‘Lewis Trondheim fait des histoires’ maakt alle facetten van het stripwerk van de duizendpoot tastbaar. Vrij veel aandacht gaat uit naar zijn eerste gepubliceerde strips, Le dormeur, Psychanalyse en Monolinguïstes. Die bestonden uit slechts enkele eenvoudig getekende prentjes die hij met een machine kopieerde. Door er telkens opnieuw andere dialogen bij te schrijven, maakte Trondheim daarvan een album vol grappen. Op de muur naast enkele van die vroege pagina’s schreef de auteur zelf dat dat werk bewijst dat iedereen strips kan maken. Hijzelf leerde zichzelf pas tekenen terwijl hij al gepubliceerd werd, onder andere door het 500 pagina’s tellende Lapinot et les carottes de Patagonie te maken, een Kobijn-album dat nooit vertaald werd.

Trondheim beseft zelf ook blijkbaar dat zijn tekenstijl niet altijd volstaat voor een geslaagde tentoonstelling.

Alle aspecten van zijn oeuvre komen aan bod: Kobijn en Donjon natuurlijk, maar ook de in het Nederlands afgebroken fantasyreeks Ralph Azam, de sciencefiction van Kaput en Zosky of Ufo, de kinderstrips Koning snotneus en Lieve kerstman, de schetsboekstrips in aquarel van De niemendalletjes en zelfs verschillende onafgewerkte projecten. Zo benadrukt de tentoonstelling vooral de kwantiteit en de diversiteit van het werk van Trondheim.

De auteur beseft zelf ook blijkbaar dat zijn eenvoudige tekenstijl niet altijd volstaat voor een geslaagde tentoonstelling. Als extraatje gidst hij dus zelf de toeschouwer in zijn werk met een inleidend filmpje. Bovendien heeft hij hier en daar commentaren en grapjes rond de geëxposeerde originelen op de muur geschreven. Vaak relativeert hij daarin zijn eigen werk. La mouche werd volgens hem simpelweg een strip over een vlieg, omdat vliegen nu eenmaal gemakkelijker zijn om te tekenen dan een neushoorn. Elders hangt een serie minitekeningen op enkele centimeters van de grond met de mededeling: “Originelen van De smurfen.” Bij een stopcontact in een hoek van de tentoonstellingsruimte laat Trondheim weten dat hij speciaal aan de bezoekers heeft gedacht en dat iedereen er zijn gsm mag opladen.

President Macron bezocht donderdag onder andere deze tentoonstelling en achteraf gezien lijken sommige boodschappen op de muur rechtstreeks voor de president bedoeld. Zo legt Trondheim, zelf een van de best verdienende auteurs in Frankrijk, met een rekensommetje uit dat een gemiddeld auteur bijna niets verdient aan een boek. Hij klaagt ook de moeilijke relatie met de pensioenadministratie aan en laat zijn figuren Kaput en Zosky zeggen dat het geen zin heeft om stripauteurs te overvallen, want de meesten verdienen toch minder dan het minimumloon. Trondheim gebruikt dus zijn positie om zowel het algemene publiek als de Franse president op te voeden over de precaire situatie van de Franse stripauteurs. Hij komt er nog mee weg ook.

Lewis Trondheim fait des histoires. Musée de la Bande Dessinée, Angoulême, nog tot 1 mei 2020.

Entretiens avec Lewis Trondheim, L’Association, 2020, 304 blz., €26.

null
null© –

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content