Dimitri Leue en Karolien Debecker, peter en meter van de Jeugdboekenmaand: ‘Waarom mag mama geen pintje drinken en papa rosé?’

Jeugdboekenmaand met MNM-presentatrice Karolien Debecker en acteur/auteur Dimitri Leue als meter en peter. © GF
Jozefien Wouters
Jozefien Wouters Freelancejournaliste

De Jeugdboekenmaand wil ook dit jaar kinderen met hun neus in de boeken krijgen. Deze editie staat alles in het teken van M/V/X. Dimitri Leue en Karolien Debecker, uitgeroepen tot peter en meter, halen voor Knack Focus het kind én de ouder in zichzelf naar boven. ‘Wiske was veel stoerder dan Suske. Alleen jammer dat ze altijd datzelfde kleedje aan moest.’

Waaraan hebben jullie de eer van het meter- en peterschap te danken?

DIMITRI LEUE: Ik maak jeugdtheater, heb al een paar programma’s gemaakt voor Ketnet en ben bovendien zélf jeugdauteur. Kinderen kennen me dus wel een beetje, dat helpt.

KAROLIEN DEBECKER: Ik heb niet zoveel met jeugdboeken, maar des te meer met het thema van deze editie: gender. Een onderwerp dat ik ook graag in Generation M (radioprogramma en online platform van MNM, red.) aankaart. Als ik de genderboodschap kan verkondigen, dan ben ik content!

Dimitri, waarom werk jij zo graag voor kinderen?

LEUE: In eerste instantie is het mijn manier van communiceren. Toen ik een keer liefdesverdriet had, begreep mijn nichtje van zeven jaar niet waarom ik zo droevig was. Ik wou dat uitleggen, en merkte dat dat makkelijker ging via een verhaaltje. Zo ben ik jeugdboeken beginnen schrijven. Binnenkort verschijnt Boom-Boom, mijn nieuwste boek. Daarin leg ik aan de hand van twee bomen vol eekhoorns de vluchtelingenproblematiek uit. Alweer een poging van mijnentwege om iets uitgelegd te krijgen aan mijn kinderen.

Waarin zit het grote verschil met werk voor een ouder publiek?

LEUE: Het is zoals de grote schrijver Maksim Gorki ooit zei: ‘Je moet voor kinderen op dezelfde manier schrijven als voor volwassenen, alleen beter.’ Er zijn niet zo bijster veel verschillen. Al selecteer je de onderwerpen natuurlijk op een andere manier. Ik ga het niet expliciet over verkrachting en moord hebben. Niet dat alles in een roze bubbel moet zitten, ik hou wel van verhalen die wat snijden.

Karolien, jij verwacht samen met je vriendin een eerste kindje. Dimitri, jij bent vader van drie. Zijn jullie voorleesouders?

LEUE: Oh ja, ik lees heel graag en vaak voor. Naar het schijnt doen vaders dat in het algemeen minder dan moeders. Dat vind ik bijzonder vreemd, want in mijn ogen is het een van de leukste momenten van de dag. Bij deze wil ik het alle vaders aanraden!

DEBECKER: Ik kijk daar ook echt superhard naar uit. Je geeft tijdens het voorlezen rechtstreekse aandacht aan je kind én hij kan er zijn taal mee verrijken. Zalig, toch?

LEUE: Ik probeer dat lezen echt te stimuleren bij mijn kinderen, ook nu ze wat groter worden. Al heb ik gemerkt dat je zoiets niet kan afdwingen. Mijn dochter leest heel graag, mijn zoon veel minder. Ik kan hem dan wel leuke boeken aanraden, en soms helpt dat, maar ik ga hem nu ook weer niet verplichten.

Waren jullie als kind zelf fervente lezers?

DEBECKER: Helemaal niet. Ik had een heel korte aandachtsspanne: mijn gedachten gingen alle kanten op. Ik vond het al erg genoeg om op school acht uur lang achter mijn boeken te zitten, laat staan dat ik dat in mijn vrije tijd ook nog eens ging doen. Nee, ik wou spelen en bewegen. Pas later, rond mijn zeventiende, ben ik dankzij een bevlogen lerares Nederlands aan de literatuur geraakt.

Dimitri Leue en Karolien Debecker, peter en meter van de Jeugdboekenmaand: 'Waarom mag mama geen pintje drinken en papa rosé?'
© .

LEUE: Ik las wel heel graag als kind. Vooral Roald Dahl vond ik geweldig (enthousiast). Die fantasie, die vreemde werelden. De Heksen, de GVR (in zwijm): puur jeugdsentiment. Nu ja, er waren ook gewoon minder verleidingen toen: internet en smartphones bestonden nog niet. Ik was dus héél blij dat er zoiets als een bibliotheek bestond, wanneer ik weer eens moest wachten tot mijn moeder stopte met werken.

DEBECKER: Misschien kreeg ik gewoon niet de juiste boeken aangereikt. Bij ons op school passeerde de hele reeks Pietje Puk. Niet bepaald inspirerend. Ik vond boeken ook vaak zo verschrikkelijk belerend. Later wil ik stuntman worden over armoede en Het verrotte leven van Floortje Bloem over verslaving (zucht): zo zwaar allemaal. En dan kwam er nog eens bij dat alle helden jongens waren.

Daar heb je het: gender. Het thema van de Jeugdboekenmaand is M/V/X.

DEBECKER: Een heel belangrijk onderwerp, zeker voor kinderen. De genderpatronen zitten zo ingebakken in onze cultuur. Waarom mag Jommeke op avontuur en moeten Annemieke en Rozemieke achteraf pleisters op zijn kapotte knietjes plakken? Ik kon daar zo kwaad van worden als kind. Natuurlijk waren er wel een paar uitzonderingen. Wiske, bijvoorbeeld: die was veel stoerder dan Suske. Alleen jammer dat ze altijd datzelfde kleedje moest aandoen.

LEUE: Om terug te komen op Roald Dahl: Matilda is ook zo’n vrouwelijke heldin. Een buitengewoon intelligent meisje dat wordt belemmerd door haar omgeving.

DEBECKER: En Pippi Langkous natuurlijk: een echte bomenklimster die veel meer durfde dan haar buurjongen. Al moet ik toegeven dat ik haar avonturen vooral op televisie volgde. Het ergerlijk Hollands stemmetje maakte helaas veel kapot (lacht).

Dimitri Leue en Karolien Debecker, peter en meter van de Jeugdboekenmaand: 'Waarom mag mama geen pintje drinken en papa rosé?'
© GF

Mogen we daaruit opmaken dat je zelf ook zo’n bomenklimster was, Karolien?

DEBECKER: Absoluut. Ik zat altijd wel ergens bovenin een boom én ik had een BMX en een skateboard. Ik heb destijds zelfs een soort secret pact gesloten met mijn buurjongen: hij mocht met mijn poppen spelen als ik zijn autootjes mocht lenen. Ergens voelde dat toch not done, want je kreeg als meisje altijd een pop cadeau en nooit eens een auto.

LEUE: Zulke clichés bestaan nog steeds. Ik snap dat niet. Mijn dochtertje van vier had vorig jaar een beste vriend. Omdat ze zoveel met elkaar speelden, vond de school er niets beter op om de twee uit elkaar te halen. Nu heeft die jongen een beste vriend en wil hij niet meer met meisjes spelen. Dat is toch triestig?

DEBECKER: Nu ik binnenkort een zoontje krijg, denk ik daar extra hard over na. Ik merk nu al dat de eerste cadeaus allemaal blauw zijn. Heel gek. Ik zeg ook niet dat mijn zoon roze moét dragen, hé. Maar het mag geen evidentie zijn. Heeft hij zin om een speldje in zijn haar te doen? Super! Wil hij een supermanpak? Dan mag dat natuurlijk ook.

Is er dan geen beterschap? De lijst die voor de Jeugdboekenmaand werd opgesteld staat vol boeken die ingaan tegen die genderstereotypen.

DEBECKER: Klopt, en dat is super. Er is veel meer openheid en er wordt écht moeite gedaan. Dat gebeurt in die kinderboeken vaak heel expliciet: meisje wil jongen zijn, bijvoorbeeld. Het probleem is dat in de klassieke kinderboeken die clichés impliciet heel sterk aanwezig zijn. Ik zou zo graag eens boeken zien waarin mama een vette carrière heeft en papa huisvader is. Of waarom mag mama niet eens een pintje drinken, terwijl papa geniet van zijn glaasje rosé?

LEUE: Zoiets zou geen issue meer mogen zijn. Seksisme en homofobie zijn conservatieve onzin. En akkoord, het is aan het veranderen. Maar met mensen als Trump wordt het wel allemaal opnieuw vertraagd.

DEBECKER: Mijn zoon zal straks twee mama’s hebben. De meeste kinderverhaaltjes gaan over een mama en een papa. Op zich heb ik daar geen probleem mee: als je rondkijkt zié je ook vooral mama’s en papa’s. Maar het mag er af en toe wel eens tussen zitten en als iets heel normaals worden behandeld. Gelukkig begint die evolutie op gang te komen. In schoolboeken beginnen ze er rekening mee te houden, op Ketnet loopt een kinderreeks met twee mama’s én dan is er nog de Jeugdboekenmaand. Ik ben dus hoopvol!

Meer informatie over de Jeugdboekenmaand vind je op jeugdboekenmaand.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content