De herinnering van dichter Bart Meuleman: ‘Ik stak mijn vinger op en zei dat ik het niet goed vond’

© Koos Breukel

De Week van de Poëzie staat dit jaar in het teken van de herinnering. Daarom vraagt Knack Focus zeven dichters en dichteressen naar een poëzieherinnering die hen is bijgebleven. Bart Meuleman is schrijver van ‘Mijn soort muziek’.

‘Ik hoorde ooit Hans Faverey voorlezen in Gent, in een pand van het toenmalige poëziecentrum. De zaal zat afgeladen vol. Hij heeft toen een nieuw gedicht voorgelezen, ‘Gorter aan zee’ uit zijn laatste bundel. Het was een lang gedicht, veel langer dan wat we eigenlijk van Faverey gewend waren. Achteraf vroeg hij ons, het publiek, wat we ervan vonden. Niemand zei iets. Ik heb mijn vinger opgestoken en gezegd dat ik het niet goed vond. Daar heb ik tot op de dag van vandaag spijt van.

Juist op deze leegste middag / van zijn leven keert een getaande man, / die opnieuw te vroeg zal sterven, terug / naar zijn branding; hij bukt zich, / verzamelt zo veel hij kan van die / natgrijze ballen, bergt ze op // in dat zeegroen net.

Nu zou ik zeggen dat het een prachtig gedicht is. Het gaat een beetje op en neer, zoals golven op het strand. ‘Gorter aan zee’ was een gedicht dat anders was. Het week af en daarom vond ik het op dat moment niet zo goed. En daarin heb ik mij vergist.’ (JL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content