100 jaar Will Eisner: de Orson Welles van de graphic novel

Will Eisner © GF
Jozefien Wouters
Jozefien Wouters Freelancejournaliste

Will Eisner zou vandaag een eeuw oud geworden zijn. Als een van de oervaders van de graphic novel maakte hij van het genre een volwaardige kunstvorm. Een portret van een man die het beu was om supermannen te tekenen.

Of hij nu de vader van de graphic novel dan wel de Orson Welles van de comics was, één ding staat vast: Will Eisner was een volbloed pionier. In een carrière van bijna zeventig jaar wist hij het als inferieur beschouwde stripgenre te verpotten tot een volwaardige kunstvorm.

William Erwin Eisner wordt in 1917 geboren in een Joods immigrantengezin in Brooklyn, New York. Zijn artistieke kunde erft hij van zijn vader, ooit zelf aspirant-kunstenaar en schilder van theaterdecors.

Als snotneus verslindt Will elke dag met veel enthousiasme de korte stripjes in de krant, toen een populaire vorm van entertainment. Later, om de bescheiden familiekassa wat aan te spijzen, begint Eisner diezelfde kranten te verkopen op straat. De ideale manier om ongestoord de stripsecties te doorlopen en zijn passie aan te wakkeren.

Een passie die pas echt tot volle bloei komt in de DeWitt Clinton High School, waar trouwens ook Bob Kane – de toekomstige geestelijke vader van Batman – schoolloopt. Eisner zet er de eerste kleine pasjes van zijn carrière door onder meer voor het schoolkrantje en het jaarboek te tekenen. Niet veel later begint hij eigen werk te publiceren in de vorm van comic books, die op dat moment nog in hun kinderschoenen staan en vooral worden gevuld met herpublicaties van krantenstrips. Niet bijster uitdagend voor de ambitieuze Eisner.

En dan kruist Samuel Maxwell ‘Jerry’ Iger plots zijn pad. De twee leren elkaar kennen bij Wow, What a Magazine!, dat ook ruimte voorziet voor comics. Wanneer het magazine al na vier edities de boeken toe doet, slaan Iger en Einser de handen in elkaar en stampen ze de Eisner-Iger Studio uit de grond. Eisner is op dat moment nog geen twintig. De studio groeit al snel uit tot een fabriek die originele stripverhalen produceert, in elk mogelijk genre. Eén van de opmerkelijkste worpen uit deze periode is Hawks of the Seas, een piratenavonturenreeks ontsproten uit het brein van Eisner.

De studio vormt de beginbasis voor verschillende toekomstige legendes, waaronder Bob Kane (Batman) en Jack Kirby (co-maker van Spider-Man en The Fantastic Four). Strips winnen aan populariteit en Eisner wordt naar eigen zeggen rijk voor z’n tweeëntwintigste – wat merkwaardig is in een economie die nog aan het bekomen is van de Great Depression. Maar Eisner wil meer zijn dan de CEO van een lucratief bedrijf. Zijn ambitie ligt elders.

100 jaar Will Eisner: de Orson Welles van de graphic novel
© Will Eisner

De avonturier in hem moet dus op zoek naar nieuwe oorden. Hij verkoopt zijn aandelen van de studio en wordt aan de mouw getrokken door Everett M. Arnold, uitgever van Quality Comics. Heel wat kranten blijken op zoek naar striphelden, om mee te kunnen surfen op de hype. Eisner krijgt de kans om wekelijks een aantal pagina’s te vullen met zijn werk. Een kans die hij met beide handen grijpt. Alleen: Eisner is er niet op uit om de zoveelste superheld te creëren, zoals de kranten willen. Hij wil een meer down-to-earth personage dat een volwassen lezer kan aanspreken.

The Spirit is geboren. Als compromis naar de kranten toe geeft hij zijn held een masker, maar verder volgt hij zijn eigen principes. De reeks wordt gelanceerd in 1940 en bereikt op zijn hoogtepunt vijf miljoen lezers per week. In tegenstelling tot de beperkende dagelijkse stripjes, kan hij hier volop experimenteren met kortverhalen en een eigen stijl creëren. De reeks brengt dan ook een welkome frisse wind van innovatie teweeg. Waar de strip en de roman tot dusver braafjes naast elkaar leefden, mengt Eisner deze in zijn kleurenpalet en breekt zo een gaatje in de strikt afgelijnde grenzen.

The Spirit blijft lopen tot 1952, met een korte onderbreking wanneer hij wordt opgeroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Na verschillende projecten en omzwervingen verlegt hij in de jaren zeventig opnieuw zijn focus, deze keer naar de écht langere verhalen. Hij raakt geïnspireerd door de tekenaars van de undergroundscene die strips en cartoons gebruiken om zichzelf en hun idealen te uiten. ‘Ze deden met het medium wat ik altijd had geloofd dat ik kon’, zal hij hierover zeggen. ‘Ze maakten literatuur. Protestliteratuur, maar literatuur.’

100 jaar Will Eisner: de Orson Welles van de graphic novel
© Will Eisner

Geprikkeld door deze opkomende stroming, neemt hij enkele maanden vrijaf en begint hij aan A Contract With God, een mature zelfexpressie op papier. Hij spendeert twee jaar aan het maken van deze ‘sequential art’, een verzameling van vier licht autobiografische verhalen die samen 180 bladzijden inpalmen. Uiteindelijk stapt hij er in 1978 mee naar een uitgever, die hij weet te overtuigen met een compleet nieuw genre: de graphic novel.

A Contract With God wordt vaak aangekaart als de eerste graphic novel, maar dit mag gerust met een snuifje zout genomen worden. Strips met een literaire insteek bestaan al langer, maar de novel van Eisner plaveit wél de weg naar het grote publiek. Stilaan wordt er vanuit intellectuele kringen niet meer neergekeken op strips, maar wordt het een genre dat z’n eigen plekje opeist.

Het feit dat Eisner zichzelf als ambassadeur en onderwijzer van de graphic novel opwerpt, helpt hem die boodschap te verkondigen. Van in de jaren jaren tot aan zijn dood in 2005 blijft hij de wereld rondreizen om lezingen te geven, conventies bij te wonen en opkomend talent te steunen. De invloed van Will Eisner is dan ook behoorlijk imposant. Gevraagd naaar hun grote voorbeelden, zullen vele hedendaagse auteurs en tekenaars zijn naam laten vallen. Art Spiegelman, bijvoorbeeld, die met zijn graphic novel Maus zelfs een Pulitzerprijs wegkaapte.

Het is niet voor niets dat in 1988 de Eisner Awards in het leven zijn geroepen, zowat de Oscars van de strips. Het bewijst wat Eisner heel zijn leven heeft verkondigd: de graphic novel, wat dat ook precies moge zijn, is wel degelijk kunst en kan evengoed literatuur met een grote L zijn.

‘Een sleutel van mijn denken was altijd het fanatieke geloof dat ik bezig was met een literaire kunstvorm. Dat geloof werd versterkt door ego en noodzaak, ik denk een combinatie van de twee’, vat Eisner zelf het samen.

Op 3 januari 2005 sterft hij aan complicaties van een hartoperatie, op 87-jarige leeftijd. De graphic novel daarentegen, die is nog lang niet aan zijn einde toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content