Groot Dictee: Nederlander wint

Martine Tanghe © /
Tobias Cobbaert

De Vlaamse deelnemers aan de 25e editie van het Groot Dictee hebben gemiddeld minder fouten gemaakt dan de noorderburen, maar het is wel een Nederlander, de 21-jarige student Cultuurwetenschappen Randy van Halen, die met 7 missers het minste fouten maakte.

Hoewel de Vlamingen gemiddeld het best scoren (17 fouten, tegen gemiddeld 18 fouten bij de Nederlanders), kleurde het podium volledig oranje: ook op de tweede en gedeelde derde plaats stonden Nederlanders.

De krant De Morgen vaardigde tien lezers af naar het Dictee, De Volkskrant 20.

De onderlinge stand na 25 edities komt nu op 13-11 in het voordeel van de Vlamingen – in 2011 was er een ex aequo.

Bij de prominenten won met schrijver Christophe Vekeman wel een Vlaming. Hij maakte 11 fouten. Ook in 2012 was Vekeman de beste van de prominenten.

Het zilver ging ook naar een Vlaming: hoofdredacteur van het VRT-Journaal Björn Soenens.

De Nederlandse weerman Peter Kuipers Munneke kaapte het brons weg.

Blankebabybilletjesprivilege

Schrijver Bart Chabot was verantwoordelijk voor de tekst. Hij deed aan alle 24 vorige edities mee als prominent. Zijn tekst, met als titel “Tussen niemendalletje en blankebabybilletjesprivilege”, werd ook voor deze 25e editie voorgelezen door Martine Tanghe en Philip Freriks, vanuit de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in Den Haag.

Chabot had op voorhand beloofd zijn tekst niet te moeilijk te maken, maar dat bleek met woorden als “brougham” en “blankebabybilletjesprivilege” toch wat tegen te vallen.

Voor wie zich nog even van de moeilijkheidsgraad wil vergewissenn volgt hier de volledige tekst, onder de al genoemde titel.

Het Dictee

Geef het Dictee terug aan de kijker, kopte De Telegraaf vorig jaar. Daar schrok het Dictee wel even van. De genuttigde zwezeriken lagen plotseling zwaar op de maag. Maar na een medoc te hebben gedronken, toog het Dictee alsnog welgemoed aan de slag.

Dames en heren thuis en in deze parlementariërsruimte, bij dezen proficiat: u hebt, onder toeziend oog van koning Willy de Tweede, nog steeds nul fouten in uw brossel!

O, als gisteren herinner ik me het eerste Dictee: na aankomst in een havelock met andere BN’ers bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal bekroop me het rodelopergevoel. Een halfuurtje later kwam een kokospalm voorbij, en zee-egels uit het Middellandse Zeegebied en een kasuaris en nochtans; en apensoort, apenrots en apekool: een taalkundig houtenjassenpark, en kookte ik vanbinnen want ik kende de Van Dale niet vanbuiten. De oe’s en a’s waren niet van de lucht tijdens dat gillendekeukenmeidenvertoon van het Nederlands.

Sindsdien hebben we ongelooflijk veel geleerd: aanwensel, bespioneren, ge-sms’t en kippenragout kennen voor ons bollebozen geen trubbels meer, en ook uitentreuren, hawaïshirt of gestrest en een rock-‘n-rolllegende in goeden doen spellen wij foutloos. Ooit mocht ik het Kinderdictee schrijven en vergastte de bollewangenhapsnoeten op de oeioeimachine, een perubalsempopulier en een tafa of West-Australische penseelstaartbuidelmuis; een gribbelgrabbel van woorden, alle uit de Dikke Van Dale, de toverballenautomaat van onze taal.

Sla de Dikke willekeurig open en ontdek de geheimenissen van de brougham, een gesloten rijtuig voor twee personen getrokken door één paard; blader door die Ali Babataalschatkamer en ontdek dat een turbe een menigte is, en een turco een Noord-Afrikaanse inlandse tirailleur in Franse krijgsdienst. Dat was het jubileumdictee. Rest de vraag: wilt u de komende jaren meer of minder dicteeën? Het antwoord moet wel luiden: ‘Meer! Meer! Meer! ‘

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content