Waarom België een grote filmset is

Op vraag van Lars von Trier speelt Charlotte Gainsbourg in Gent voor nymfomane. Actieheld Aaron Eckhart baant zich een weg door Brussel. Nicole Kidman is onderweg. Is België één grote filmset aan het worden?

Dat de Deense regisseur-provocateur Lars von Trier een deel van het pornografische The Nymphomaniac in een appartementsgebouw aan het Gentse Muinkpark filmt, is geen nieuws meer. Maar wist u al dat Olivier Dahan, van de Edith Piaf-film La Môme, op komst is om een film te draaien over Grace Kelly. Om de actrice die met prins Rainier III van Monaco huwde te vertolken rekent hij op Nicole Kidman. De Fransen weten overigens al langer dat hier zaken te doen vallen: François Ozon (Angel, Potiche) staat hier om de haverklap.

Tv-producenten zijn er recent achter gekomen. De Amerikaanse betaalzender HBO en de BBC draaiden Parade’s End, een serie over de Eerste Wereldoorlog, in Antwerpen en West-Vlaanderen. In Brugge zijn de opnames gestart van The White Queen, een prestigeproject van de BBC over de 15e-eeuwse Rozenoorlogen.

Dat Michael Caine in november vorig jaar een paar dagen zorgeloos door Molenbeek liep voor de film Mister Morgan’s Last Love, haalde amper de kranten – treedt er nu al gewenning op? Largo Winch 2 bracht Sharon Stone naar Merksem. In Zeebrugge en Oostende liep Isabelle Huppert over de dijk. Hopend op een comeback liet Jean-Claude Van Damme zich in Schaarbeek filmen voor JCVD. Volgende week komt The Expatriate in de bioscoop, een actiethriller met de voormalige Bondgirl Olga Kurylenko en Aaron Eckhart uit The Dark Knight. Hij moet de poster voor de helft delen met de flamboyant gotische toren van het stadhuis van Brussel.

Ook vroeger kregen we soms een filmploeg op bezoek. Eind jaren vijftig is Audrey Hepburn hier voor The Nun’s Story. De Poolse Gouden Palmwinnaar Jerzy Skolimowski neemt hier zijn eerste westerse film op, Le Départ. Omdat het in 1968 stuift in Parijs wijken Hollywood-legendes Blake Edwards, Julie Andrews en Rock Hudson naar Brussel uit voor de opnames van Darling Lili.

Het verschil is dat er tegenwoordig niet langer toevallig hier gefilmd wordt maar aan een stuk door. Daar zijn we zelf verantwoordelijk voor. Steden zien in dat het loont om een filmploeg te gast te hebben – ook binnenlandse: Vlaanderen en de Franse Gemeenschap produceren meer films dan ooit tevoren en tv-fictie tiert welig. In het beste geval is het onbetaalbare reclame, in het slechtste geval (de stad is onherkenbaar) profiteert de lokale nijverheid van de wekenlange aanwezigheid van cast en crew.

Over In Bruges spreken ze in Brugge nog. In die zwarte komedie verzucht Colin Farrell: ‘Als ik was opgegroeid op een boerderij en achterlijk was, zou Brugge indruk op me maken. Maar dat is niet zo, dus dat het niet.’ Maar dat hield de toeristen niet weg. Antwerpen, Brugge, Gent en Oostende beschikken over speciale filmcellen om filmopnames aan te trekken en te begeleiden. Samen met Flanders Image verenigden die zich in Location Flanders, om Vlaanderen als filmlocatie internationaal te promoten.

En aan interessante filmlocaties geen gebrek. Steden en huizen in alle mogelijke architecturale stijlen, zodat het soms pijn aan de ogen doet, maar een location hunter doet er zijn voordeel mee. Zoek in Amerika niet naar een vierhonderd jaar oud klooster, een middeleeuws kasteel of eeuwenoude stad; dat hebben ze daar niet. Ook niet onbelangrijk: zo’n filmproductie heeft lokale vakmensen en facilitaire bedrijven nodig, de Belgische audiovisuele sector heeft de reputatie kwaliteit te leveren tegen scherpe prijzen.

Nu beschikken wel meer regio’s in Europa over leuke locaties en vaklui. Daar alleen maak je het verschil niet mee. Men zakt niet naar hier af voor de mooie ogen van de burgemeester van Gent of Antwerpen. Dit is een follow the money-verhaal. Het is de invoering van de taxshelter die België in 2003 op de kaart zette. Wanneer een bedrijf in een audiovisuele productie investeert, krijgt het een fiscale vrijstelling van 150 procent van het geïnvesteerde bedrag. Dat gaf de Belgische filmproductie vleugels én trok de aandacht van het buitenland. Op voorwaarde van samenwerking met een Belgisch productiehuis komen ook buitenlandse films in aanmerking. Gespecialiseerde bedrijven als Umedia halen grote sommen op en hebben nood aan grote projecten.

En niet enkel de taxshelter maakt België financieel interessant. Dat doet ook een puur economisch filmfonds als Wallimage (een euro voor elke drie euro die in Wallonië uitgeven wordt) en het pas dit jaar opgerichte, vergelijkbare Screen Flanders. De looks van een ideaal filmdecor heeft België al, nu gewoon onze brains blijven gebruiken om de crews hier te houden.

Niels Ruëll

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content