Tv-tip: Vlaamse streken @ VTM (20.35u)

© Pieter De Poortere

Nieuw verborgen camera-programma met bekende Vlamingen die in de huid kruipen van oer-Vlaamse personages en Vlaamse streken uithalen. Guga Baùl: ‘Ik speel de stadswachter.’

Nee, de titel slaat niet op te ontdekken parels in de eigen gouw, wel op een nieuw soort candidcameraprogramma met op en top herkenbare Vlaamse figuren, gespeeld door een zevenkoppige cast, die het land doorkruisen en de argeloze man in de straat in het ootje nemen. Naast Ella Leyers, Günther Lesage, Peter Thyssen, Roel Vanderstukken, Rik Willems en Tine Embrechts herkent u Guga Baúl (spreek uit als ‘Goega Baoel’), het stemmenkanon uit Tegen de sterren op. ‘Ik speel de stadswachter. Of toch een blonde, Wolverine-achtige versie van een stadswachter. Good cop, bad cop, weet je wel. En ik ben de slechte die wil dat iedereen de regeltjes naleeft.’

Hoe zijn de makers bij jou terechtgekomen?

GUGA BAÚL: Oh, simpel. Omdat het een beetje in de lijn ligt van mijn favoriete bezigheid: in andermans vel kruipen. Maar ik moet eerlijk zeggen: mensen beetnemen is een heel ander gegeven dan gewoon iemand nadoen.

Je hebt nochtans ervaring: bij Radio Donna deed jij de stemmetjes van Kris en Yves van Man bijt hond na om BV’s telefonisch in de maling te nemen.

BAÚL: Ja, maar dat is toch anders. Op de radio kun je je nog verschuilen, hier heb je face-to-facecontact. Er zaten sketches bij die zodanig absurd waren, dat ik me weleens afvroeg: ‘Er is toch niemand die zoiets wil doen?’ Sommige mensen werden kwaad of opstandig. En dan is het de kunst om toch in je rol te blijven. Je hebt gauw de neiging om te zeggen: ‘Het is niet echt, het is maar voor tv.’ Maar je moet volharden in de boosheid en pas nadien zeggen dat het maar om te lachen was. Nee, als je sympathiek bevonden wilt worden, is candid camera niet het meest geschikte genre. (lacht)

Wat was voor jou de grootste uitdaging?

BAÚL: Plaatsvervangende schaamte. Het is soms moeilijk om dingen van mensen gedaan te krijgen als je wéét dat je ze in het ootje neemt. Dat knaagt weleens aan je geweten. Plus, de helft van de tijd werd ik gewoon herkend – ondanks die nogal verwilderde versie van mezelf. (lacht)

Er worden de laatste tijd veel verborgen-cameraprogramma’s gemaakt, en het lijkt me al geen makkelijk genre.

BAÚL: Inderdaad. Toen ze mij hiervoor belden, maakte ik me aanvankelijk ook die bedenking. Maar het is toch weer een andere insteek dan pakweg Balls of Steel of Hebbes. Behalve dat het met terugkerende personages is, die heel herkenbaar zijn. Een beetje zoals de Joeri in Trigger Happy. Voorlopig neem ik maar twee personages voor mijn rekening. Een bewuste keuze, omdat ik liever één goed personage neerzet dan vier of vijf slechte.

Je hebt de jongste tijd furore gemaakt als stemmenimitator. Kwam dat hier ook van pas?

BAÚL: Nee, het zijn geen klakkeloze imitaties. Al zijn de typetjes sowieso wel gebaseerd op mensen die ik ken. Als je een dialect nabootst, moet je wel een of andere referentie hebben. Ik vind het wel tof dat er verschillende dialecten in het programma voorkomen. Wat ook logisch is, anders kun je geen blauwdruk van Vlaanderen geven.

Hoe Vlaams zou jij jezelf omschrijven?

BAÚL: Redelijk oer-Vlaams. Ik ben een traditionele reiziger: Frankrijk, Spanje en Italië zijn zowat de landen waar ik me op mijn gemak voel. En verder ben ik tevreden met het huisje-boompje-beestjeleven. Ik ga graag naar het voetbal kijken, of naar veldrijden, naar koers in het algemeen. En ik eet graag frieten met stoofvlees.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content