Tv-tip: De schuur van Scheire @ één (21.05u)

De schuur van Scheire. © gf

In zijn nieuw wetenschapsprogramma neemt Lieven Scheire onze dagelijkse bezigheden onder de loep. ‘Eigenlijk is dit het omgekeerde van ‘Scheire en de Schepping’. Nu kan wetenschap tot humor leiden.’

Een kleine voorspelling: ergens in de komende maanden gaat u, zingend onder de waterstraal, testen wat de ‘eigenfrequentie’ van uw douche is. De reden daarvoor: De schuur van Scheire, het nieuwe wetenschapsprogramma van Lieven Scheire op één.

Voor zijn terugkeer bij de VRT laadde de kersverse wetenschapscommunicator zijn tuinhuis vol met handboormachines, erlenmeyers, action figures, gadgets en drie vrienden om te berichten vanuit nerdland. Hoe u binair naar het nieuwe jaar kunt aftellen, de volstrekte nutteloosheid van het karakuriknutselen of de bezigheden van de takkoloog: na Scheire en de schepping duikt Scheire nog dieper onder in de wereld van jongens en wetenschap.

Een kruising van Basta en The Big Bang Theory, is dat ongeveer wat we mogen verwachten?

Lieven Scheire: Niet meteen. Dat is twee keer een ander genre en twee keer een te ambitieuze vergelijking. Au fond wordt De schuur van Scheire een heel klassiek wetenschapsmagazine. Er is een studio. Er zijn filmpjes. Er zijn experimenten. Er komen wetenschappers. En er zit een luik nerdcultuur in, van gadgets tot He-Man. Het is een klassiek format, waar we vervolgens iets zot mee proberen te doen.

Eigenlijk is het een soort Scheire en de schepping, maar dan omgekeerd. Was dat een humorprogramma met wetenschap als onderwerp, dan wordt De schuur een wetenschapsprogramma dat tot humor kan leiden. Bij Scheire en de schepping was het uitgangspunt van een item altijd: kunnen onze comedians hier iets grappigs mee doen? Nu is het uitgangspunt: welke wetenschap kunnen we intrigerend brengen?

Met ‘we’ bedoel je jezelf, Henk Rijckaert, Bart Van Peer en Kurt Beheydt – die laatste twee komen over van De ideale wereld. Er lijkt wel een nerdvrienden-onder-elkaarsfeertje te hangen in de studio.

Scheire: Dat zijn we dan ook, nerdvrienden onder elkaar. Ik heb het pas nog eens nageteld: Kurt, de computer- en elektronicatechneut, ken ik twintig jaar; Henk, de knutselaar in het gezelschap, vijftien jaar; en veertien jaar geleden heb ik Bart ontmoet aan de universiteit van Gent. Het zijn drie mannen met wie ik dus al een jaar of twaalf heb gebrainstormd en gefilosofeerd. En ineens valt dat allemaal miraculeus op zijn plek.

Grappig detail: toen ik Bart Van Peer, toen nog met een grote krullenbol, veertien jaar geleden de eerste keer tegen het lijf liep, stapte hij de toiletten van de faculteit buiten met een hertzmeter: hij was de eigenfrequentie van de toiletten aan het vastleggen om de exacte hertzwaarde op de muren te schrijven. De toonhoogte bij het zingen in kleine ruimtes die maakt dat de kamer resoneert. Wel, de uitgebreidere test en de wetenschap erachter is een van de eerste filmpjes die nu al klaar zijn.

Is dat een jongerentrend die ik in 2001 gemist heb?

Scheire: Het is vooral wat in vaktermen science and silliness heet. De wetenschappen hebben altijd al een eigen niche van onnozeliteiten gehad. Toen ik studeerde, hield ik me ook al bezig met het neerschrijven van moppen over fysica. Het vreemde is dat met de komst van het internet die niche ineens een internationaal publiek weet aan te spreken.

The Big Bang Theory is de meest bekeken sitcom sinds Friends; de factchecks van Gravity en Interstellar haalden elke krant en magazine; en met The Theory of Everything en The Imitation Game dingen twee films over nerdiconen naar Oscars. Wetenschap heeft haar plek in de popcultuur verworven.

Scheire:The Big Bang Theory, dat was vroeger iets waar alleen ingewijden mee konden lachen. Nu wordt er door een miljoenenpubliek gegniffeld met moppen over de planeetstatus van Pluto. Mijn gooi is dat het iets met de aanwezigheid van technologie in onze samenleving te maken heeft. Vijftien jaar geleden moest je al over een grote bril en buitenproportioneel veel acne beschikken om een vraag als ‘Wat is de netwerknaam hier?’ te snappen, nu is dat een doodnormale vraag geworden als je ergens op bezoek bent. We zijn er gewoon allemaal meer mee bezig, zonder dat we het doorhebben.

Je officiële titel bij de VRT is het matig bekkende ‘wetenschapscommunicator’. Is dat de reden waarom je Woestijnvis hebt verlaten?

Scheire: Het is een vertaling van het Engelse science communicator – dat klinkt iets beter. (lacht) Toen deze zomer mijn contract bij Woestijnvis afliep, heb ik me afgevraagd wat ik het liefst wilde doen. Er waren twee dingen die ik graag deed: comedy en wetenschapscommunicatie. Comedians zijn er genoeg, wetenschapscommunicators iets minder. Ik merkte dat daar niet alleen meer vraag naar was, maar dat ik er ook meer voldoening uit haalde.

De voldoening te weten dat er straks duizenden mensen in hun douche al zingend op zoek gaan naar de eigenfrequentie?

Scheire: Dat ook. Maar vooral de voldoening om echt een uitleg te kunnen geven. In primetime-tv kun je niet de volledige diepgravende achtergrond geven. Het moet logischerwijze vooral aangenaam voor een breed publiek blijven. Maar als je daarnaast een website hebt waar je nog vijftien andere dingen erover kunt vertellen of live-evenementen organiseert, zoals de eerste landing op een komeet op groot scherm afgelopen november, kun je veel meer doen. Dat is de voornaamste reden voor de overstap: voor een commerciële zender is dat soort nevenactiviteiten geen toegevoegde waarde. Op een openbare omroep is het dat wel.

Het adjectief ‘volksverheffend’ komt gevaarlijk dichtbij.

Scheire: Dat is het niet. We hoeden ons ervoor om te saai of te drammerig te zijn. Het is meer onze eigen passie voor wetenschappen die we willen overbrengen. En als dat goed gaat, moet je niet preken. We willen praten over fysica zoals Stadion over voetbal.

Nu we je toch aan de lijn hebben: kan een wetenschapscommunicator ook uitleggen waarom een zwart gat vanbinnen op een oneindige boekenkast lijkt, als ik Interstellar mag geloven?

Scheire: Wel, Kip Thorne, de wetenschapper die aan de film heeft meegewerkt, heeft uitstekend geadviseerd in de visualisatie van de buitenkant van het zwarte gat. Voor de binnenkant heeft hij evenwel geen advies gegeven. Laat ons zeggen dat je dat merkt. Er is weinig geweten over de binnenkant van een zwart gat, maar één ding is zeker: het is geen reusachtige boekenkast.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content