De nieuwe VIER-quiz ‘De val van één miljoen’ heeft een niet onaardig concept, maar het ontbrak in de eerste aflevering aan spanning en vaart.
De val van één miljoen **Elke zaterdag, VIER
Een terugkerende gedachte tijdens de eerste aflevering van De val van één miljoen: ergens moet er iemand zijn die denkt dat zwart-witbeelden in slowmotion van geld dat door een luik valt goede televisie opleveren. Er werd namelijk zo vaak getoond hoe de bankbiljetten voor de neus van de kandidaten in het ijle verdwenen dat zelfs Michael Bay had kunnen denken: Dat kan iets soberder, jongens. Maar dat soort leedvermaak is natuurlijk ingebakken in het concept van De val van één miljoen, een quiz waarin je eerder geld verliest dan wint.
De deelnemende duo’s aan het programma starten met één miljoen euro, en krijgen dan acht vragen voorgeschoteld – waarna ze het geld mogen verdelen over de mogelijke antwoorden. Enkel de biljetten die op het goede antwoord lagen, mogen ze houden, al de rest valt weg – letterlijk, maar dat had u vast al door. En zoals dat hoort, zijn de eerste vragen redelijk gemakkelijk maar wordt het gaandeweg moeilijk tot onmogelijk: van de drie duo’s in de eerste aflevering bleven de eerste twee alvast met lege handen achter, en bij nummer drie volgt de ontknoping volgende week – maar een goed oog heb ik daar ook niet in.
Het is op zich geen onaardig concept, en ik zal niet ontkennen dat ik af en toe wat Schadenfreude heb gevoeld als een duo 350.000 euro – of zoals een kandidaat het verwoordde: ‘Dat was een huis’ – in rook zag opgaan. Maar de herhalingen en het gesjouw met de bankbiljetten haalden de vaart wat uit het programma – ‘Een miljoen euro verleggen, dat duurt een tijdje’, stelde presentatrice Evy Gryaert zelf vast – en omdat de vragen nogal snel zeer moeilijk werden, liep het met de spanningsopbouw ook mis. Een peperduur programma zal deze quiz voor VIER wellicht niet worden, maar de show van één miljoen evenmin.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier