Recensie ‘De Slimste Gemeente’: Lauw en voorspelbaar

De eerste aflevering van De Slimste Gemeente op VIER bevatte bitter weinig van de ingrediënten die de andere spelprogramma’s uit de Woestijnvis-stal boven de middelmaat uitduwen.

De Slimste Gemeente *

Maandag tot donderdag, VIER

Tsunami Tim: het zou een epitheton kunnen zijn dat door Michel Wuyts gebruikt wordt tijdens de verslaggeving van een Vlaamse voorjaarskoers, maar het was de bijnaam van een van de burgemeesters in de eerste aflevering van De Slimste Gemeente. Tim Vandenput meer bepaald, de burgervader van het Vlaams-Brabantse Hoeilaart en een man die naar eigen zeggen ‘blauw geboren is met een navelstreng om mijn nek’. Nu we erover nadenken: eigenlijk zou ‘Tsunami Tim’ ook een personage uit Met Man en Macht kunnen zijn.

Burgemeester Vandenput nam het in De Slimste Gemeente met twee van zijn inwoners op tegen een team uit Schoten en een team uit Gent, geleid door een politicus uit respectievelijk Vlaams-nationalistische en socialistische hoek. Normaal zou die kleurenmengeling vonken moeten geven, zeker in het huidige politieke klimaat, maar dit keer verliep alles opmerkelijk rustig.

Als er in De Pappenheimers of De Slimste Mens ter Wereld politici van verschillende gezindte over de vloer komen, is er altijd wel wat gesneer over en weer te horen, maar in De Slimste Gemeente bleef het stil – op een obligaat grapje van Daniël Termont na over hoe goed hij zijn tegenstanders kende, ‘want ik heb ze bezig gezien in de bar’.

Het programma had dat soort peper en zout nochtans kunnen gebruiken. Er rust een zware druk op de schouders van De Slimste Gemeente, als de quiz die tegelijk de erfenis van die andere quiz met de gelijkluidende naam moet overnemen en de tegenvallende kijkcijfers van De Kruitfabriek op dat uitzenduur moet doen vergeten.

Maar de eerste aflevering bevatte bitter weinig van de ingrediënten die de andere spelprogramma’s uit de Woestijnvis-stal boven de middelmaat uitduwen. De inleidende gesprekjes waren zoals gezegd lauw en voorspelbaar, en ook in de vragenrondes zat veel te weinig pit.

Nochtans was het net op dat gebied dat De Pappenheimers of De Slimste Mens het verschil konden maken met de concurrentie: de rondes waar een hoek van af was, vol rare, grappige weetjes of goed gevonden vragen die mooi op elkaar inhaakten. In De Slimste Gemeente werd het zelden vindingrijker dan tijdens de gemiddelde caféquiz, met rondes waarin de kandidaten een link moesten zoeken tussen enkele antwoorden of tegen elkaar moesten opbieden om zoveel mogelijk films van Koen De Bouw op te sommen.

De enige die een beetje buiten de lijntjes kleurde, was Sven De Leijer, die tussen de rondes door de straat opging om de trekpleisters van de deelnemende gemeentes te tonen en te praten met de inwoners.

De bijdrages van De Leijer waren niet wereldschokkend en lagen in de lijn van wat hij eerder al in De Laatste Show deed, maar af en toe slaagde hij er wel in om voor wat animo te zorgen, zeker met zijn parodie op Flikken.

Kortom: De Slimste Gemeente is een quiz waar niemand zich aan zal storen en die misschien mooi publiek zal vinden, maar een tsunami à la De Slimste Mens zien we het toch niet te snel worden.

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content