‘IK HEB DE ZIEL VAN EEN CYNISCH, ZEVENTIGJARIG OPAATJE’

© foto's Athos Burez

Met elf deelnames heeft Olga, de jongste dochter van Jan Leyers, zich net tot mederecordhouder in De slimste mens gekroond. Impressionant voor een negentienjarige rechtenstudente. Olga Leyers, klaterend water met diepe gronden. ‘Als ik moslima’s zie, denk ik vaak: allez, laat mij u dan toch bevrijden.’

– Hey, Olg…

– Stop, Simon. Si-mon!

– Hallo, Olga? Met Krist…

– Simon, kom. Kappen. ’t Is goed geweest. Hey, Kri… Ik zweer het, SIMON!

– Olga? Ik zal zo meteen wat later z…

– Hie. Hie. Hie…

– Hoor ik nu een hamster in doodsnood op de achtergrond?

– Eh, da’s mijn lief. Hij imiteert mijn lachbuien iets te graag. Mijn hele heftige, die je gelukkig nog niet op tv hebt gezien. Dan sper ik mijn mond wagenwijd open en komen er enkel nog korte, verkrampte lachstootjes uit. En dat blijft geestig. Zo. Geestig.

– Hie. Hie. Hie. Hie…

ALLEZSTOPTERMEESIMON!

Even later belanden Olga Leyers en ik dan nog toch op een Antwerps terras. Ze toont me het filmpje waarin ze recent, voor mannenzender Caz, vrij letterlijk mocht afrekenen met haar jeugd, door Josje ‘Vankadrie’ Huysman in mekaar te timmeren in de boksring. Ze glundert. ‘Iedereen dacht dat de veel sportievere Josje zou winnen, maar diep vanbinnen wist ik dat het wel in orde zou komen. In de derde ronde heb ik haar compleet ingemaakt.’ Ze speelt het filmpje nog eens af. ‘Ik kijk er heel graag naar.’

Om maar te zeggen: als Olga haar zinnen op iets zet, krijg je haar nog moeilijk van haar doel af. Of ze nu haar voormalige kinderidool wil verbouwen dan wel imponeren in een tv-quiz. Elf deelnames, slechts tien Slimste mens-kandidaten hebben het de jongste telg van de clan-Leyers ooit voorgedaan. En geen van hen was voor zover we weten een negentienjarig meisje. Al ging haar triomftocht, zoals dat hoort, niet onopgemerkt voorbij op de sociale media. Haar met weetjes verzadigde brein werd weliswaar bejubeld, maar haar strottenhoofd tegelijk verguisd, en haar benen en korte rokjes wel zeer expliciet bewonderd door mannen die oud genoeg zijn om Soulsister nog voor een plateau bier te hebben zien spelen. Nog een geluk dat voorlopig nog niet doorgesijpeld is dat het eerder genoemde palliatief knaagdier voluit Simon Nuytten heet, één derde van Bazart, de Nederlandstalige poprevelatie van het jaar, of Olga had er ook een rist haatmail van tienermeisjes bij.

Ze zit voor me op het terras in de winterzon, ingeduffeld in haar jas, met daaronder een pyjamashirt. ‘Maar mét beha! Ik wilde me toch een beetje opkleden.’ De opnames zijn ondertussen al even achter de rug, haar verlies van Kris Wauters is verwerkt.

OLGA LEYERS: Ik voelde het aankomen, dertig seconden voordat Kris me er effectief uit speelde: vandaag is het mijn beurt. En hoewel ik mezelf had ingepeperd om niet te huilen, viel het niet tegen te houden. Van pure ontlading, door de hartverwarmende reacties uit de zaal, en omdat iedereen zo hard hoopte dat ik het record zou breken en ik niemand wilde teleurstellen. Maar goed, ik ben misschien een geweldige streber, maar enkel op het moment zelf. Ondertussen ben ik erover. Bovendien is er niks gênants aan verliezen van een intelligente man als Kris.

Kunnen we het erover eens zijn dat er weinig gênants is aan sneuvelen na elf deelnames, en al helemaal niet voor een negentienjarige?

LEYERS: Ik heb één voordeel: ik weet minder, maar wat ik weet, weet ik ook direct. Je onthoudt bovendien wat je interessant vindt, en ik heb het geluk dat dat bijna alles is. Al ben ik blij dat ik zelfs mijn ouders en vrienden af en toe heb kunnen verrassen met mijn antwoorden.

Mannen absorberen feitjes om er elkaar later de loef mee af te kunnen steken, vanuit een soort haantjesgedrag. Waar komt de triviakennis bij jou vandaan?

LEYERS: Mijn lief ziet er ook haantjesgedrag in. Hij haat het als ik er weer zoiets uitflap als: zeg, wist je dat er maar twaalf Fransen in de Bastille zaten tijdens de bestorming in 1789? Het lijkt alsof ik wil pochen, maar ik kick gewoon op weetjes. En ik blok heel graag, dat helpt. Gewoon om het te kennen blok ik dan een scène uit pakweg Romeo and Juliet uit het hoofd. ‘Arise fair sun, and kill the envious moon, who is already sick and pale with grief…’(stopt abrupt) Is dat niet stoeferig? Da’s weer stoeferig. Je moet dat niet opschrijven.

Beloofd.

LEYERS: Ik vind het gewoon leuk om nutteloze kennis met anderen te delen. Hetzelfde met mijn lach: het schijnt dat die nogal luid is, maar daar zou een psychologische reden achter zitten: op die manier wil ik onbewust met anderen delen en hen ook doen lachen.

Je hebt de analyses van gedragsbiologen in de kranten gelezen. Mag je nooit doen. Anderzijds, als de gedragsbiologen zich eenmaal over je buigen, weet je dat je gearriveerd bent.

LEYERS: (lacht loeihard)

Dank je voor het delen.

LEYERS: Ik heb gelukkig niet wakker gelegen van de kritiek op mijn lach op de sociale media. Hooguit ben ik de tweets over mijn papa beu, genre: ‘Ik heb niks tegen het meisje, maar jammer dat Jan zijn dochters zo krampachtig wil lanceren.’ Mijn vader staat aan de finish zuinig te applaudisseren, dat wel, en hij is kwistig met goede raad, maar hem afschilderen als een opdringerige dance mom, is echt te gek voor woorden. Integendeel, op mijn veertiende regelde ik zelf al stiekem audities, om pas op het laatste moment aan mijn ouders te vragen of ze me misschien even van Hove naar Gent konden voeren.

Heeft je achternaam ooit in je nadeel gespeeld?

LEYERS: Vooral mijn zus Billie heeft ongetwijfeld al gevloekt: als singer-songwriter zit ze in dezelfde sector als papa. Toen een of andere pief ooit ‘zeker’ was dat papa haar refreinen had geschreven, is ze daar een week niet goed van geweest.

Je kickt op weetjes, zeg je, maar kreeg je ook niet gewoon heel veel kennis ingelepeld van je ouders, beiden filosofen. Een beetje Kierkegaard of Spinoza voor het slapengaan?

LEYERS: Nee, maar – en nu wordt het even melig – mijn zussen en ik hebben zo’n respect voor papa en zijn enorme kennis dat we ongetwijfeld wel willen opvallen bij hem. Het is allemaal een zeer aandoenlijk gehengel naar zijn goedkeuring.

Tiens, het jongste Leyers-model is gebouwd zonder enige filters, heb ik me de laatste dagen al vaak bedacht. Akkoord?

LEYERS: Het was vroeger dramatischer, al denk ik nog vaak: Olga, je had weer minder jezelf moeten zijn. Ik voel me heel snel op mijn gemak in een nieuwe omgeving, waardoor ik als overdreven vrijpostig of assertief kan overkomen. En ik ben een plantrekker. Op mijn achtste raakten mijn ouders me bijvoorbeeld kwijt in Italië: ik heb hén uiteindelijk teruggevonden. Tegelijk zouden mijn ouders me nooit vier jaar naar New York laten trekken, zoals mijn zus Ella op mijn leeftijd deed. Ik vermoed dat ik het zorgenkindje ben: ik ben met voorsprong de goedgelovigste van de vier, ga te snel mee in alles en heb nog altijd mensen om me heen nodig die grenzen stellen.

Jij zegt vrijpostig, je VTMKZoom-collega’s houden het op schijnbaar dronken.

LEYERS: Ik praat soms een beetje vreemd, en als ik een adrenalinestoot krijg, dan knakt er iets in mij: ik voel het opkomen, krijg het heel warm, word hyperenthousiast en ben niet meer te houden. Neutraal is ook maar stom, toch? Ik herinner me zo’n opstoot op Pukkelpop. ‘Wedden dat je niet op het podium raakt’, plaagden mijn vrienden me. Waarop ik tussen twee nummers door naar voren stormde, de naam van de zanger brulde tot hij me op het podium trok en van zijn Jack Daniel’s gaf. (droog) Ik ben nog tot de ochtend uitgegaan met die mannen.

Heb je het nu gewoon over de groep van je lief?

LEYERS: Dat ware al te makkelijk geweest. Nee, Mac DeMarco (Canadese singer-songwriter, nvdr.), een paar zomers terug.

Terzijde, wat vind jij van de verzen van Bazart? De cultuurcolumnist van Knack noemde ze onlangs van een ‘niksigheid waar menige literaire debutant nog iets van kan opsteken’.

LEYERS: Ook al snap ik hun zinnen niet altijd, of lijken die op het eerste gezicht misschien niks te betekenen, ik snap waar ze heen willen: het zijn gedichten met maar een paar woorden.

Mag ik jouw uitblinken in De slimste mens hoopgevend vinden? Jij, als vertegenwoordiger van een generatie die haar geheugen doorgaans outsourcet aan het internet.

LEYERS: We zoeken sneller wat op, maar dat wil niet zeggen dat het niet blijft hangen. Zo werkt het bij mij alvast.

Ben je een representatief staal van jouw generatie?

LEYERS: Ik vermoed van niet, ik heb al heel veel gemist. Het studentengevoel is me bijvoorbeeld helemaal vreemd. Je op de Ossenmarkt een stuk in je voeten drinken en feesten tot het ochtend wordt? Klinkt geweldig, maar ik heb het nog nooit gedaan. Door mijn andere activiteiten leer ik al zo veel mensen kennen dat ik minder nood, en vooral geen tijd, heb om dat erbij te nemen. Ook in het middelbaar voelde ik me al een buitenbeentje, weliswaar zonder dat ik gepest werd.

(denkt na) Ik vind onze generatie an sich wel leuk, hoor. Ze staan open voor het nieuwe maar herinneren zich het oude nog net. Of dat verwacht ik toch van mijn vrienden: ze moeten hun klassiekers beheersen. Je moet de regels kennen om ze te kunnen breken en je moet je geschiedenis kennen om iets helemaal nieuws te verzinnen.

Zeg het ze… Jan.

LEYERS: Channeling my inner Jan Leyers? (lacht) Ik kanaliseer eerder de ziel van een cynisch, zeventigjarig opaatje, denk ik: ‘Vroeger was het beter.’ Ik boek zelfs mijn reizen zelden online, maar liever in lekker ouderwetse reisbureaus.

Hoe kijkt een negentienjarige opa naar de sociale media?

LEYERS: Ik ben best actief op Instagram en Facebook. Maar dan sta je plots bij het optreden van Justin Bieber, en zie je het podium niet eens omdat iedereen hetzelfde korrelige, slecht gekadreerde filmpje wil maken. Inclusief het meisje dat op tien centimeter van hem in de Golden Circle staat en het moment van haar leven meemaakt.

Digitaal is ook niet noodzakelijk beter. Zo word ik gek van iPads in de les, Smartschool, dia’s… Geef mij maar weer de grijzende prof met in de ene hand een stuk krijt en in de andere een sigaar die gewoon vertelt. Dat, en ik heb een vreemde angst dat ‘men’ er morgen de stekker uit kan trekken, dat het internet plots lamgelegd wordt. En wat dan? Ik wil er dus niet te veel op vertrouwen. Gelukkig studeer ik nu rechten: veel boeken en paperassen en heerlijk oldskool.

Je zou aanvankelijk geneeskunde gaan studeren, daarna werd het filosofie, en uiteindelijk rechten. Kun je me even door dat gedachteproces loodsen?

LEYERS: Rechten leek me uiteindelijk het best te combineren met tv-werk. In de advocatuur moet je bovendien een haai zijn, en ik bén een haai. Een haai die bovendien een beetje kan acteren, wat nooit kwaad kan als advocaat.

En filosofie kregen we thuis ingelepeld door onze ouders, en Etienne Vermeersch komt weleens eten. Hij zei al dat ik voor filosofie gemaakt was toen ik op mijn twaalfde naast hem in de backstage van het Sportpaleis stond tijdens een optreden van Soulsister. Al stelde ik hem waarschijnlijk gewoon te veel vragen.

Dankzij het verpozen met Vermeersch kun je nu ongetwijfeld wel uitleggen wat de categorische imperatief inhoudt?

LEYERS: Da’s van Nietzsche, toch? Of Kant?

Kant.

LEYERS: (denkt, zucht en zoekt het dan maar op) Zie je wel dat ik niet alles weet.

Die gaat over moraliteit. Kort door de bocht: als jij vindt dat je op een bepaalde manier behandeld wilt worden, dan moeten anderen dezelfde behandeling krijgen.

LEYERS: (blijft lezen op Wikipedia)

Het was maar een mal tussenvraagje, Olga. En ja, het is in mijn gezicht ontploft.

LEYERS: (leest nog steeds)

Nog eentje: geef me de aandoening die in het Singalees ‘ernstige zwakte’ betekent en veroorzaakt wordt door een vitamine B1-tekort.

LEYERS: Eh?

Beriberi.

LEYERS: Tuurlijk, de eerste groep van papa! (en Hugo Matthysen, Bart Peeters en Marc Kruithof, nvdr.) Stoem. Sorry, ik zat nog bij die imperatief. (legt de gsm dan toch maar weg)

Ik werp het maar op omdat ik las dat jij liever in die tijden, eind jaren 70, had geleefd. Waarom?

LEYERS: Dát heb ik nu eens helemaal van mijn vader. ‘Er zijn vandaag meer regeltjes op een festivalweide dan in een legerkazerne’, zegt hij. En hij heeft gelijk. Feestjes voelen niet meer aan als feestjes vandaag. Op Pukkelpop word je elke tien meter gecontroleerd, terwijl ik geloof dat je met minder controles ook zorgt dat er minder fout loopt. Of neem nu zijn verhalen over hoe hij op de Gentse Feesten vroeger gewoon uren kon blijven doorspelen, zonder dat iemand er de stekker uit trok: ik weet dat ik het nooit zal meemaken. De fun is eruit. (denkt na) Ik heb veel van mijn moeder – mijn furie, onder andere – maar in mijn hoofd ben ik mijn vader. Als ik morgen mag kiezen wat ik op tv doe, dan maak ik meteen mijn eigen Weg naar Mekka, bijvoorbeeld.

Een duidingsprogramma in het algemeen, of wil je specifiek de islam doorlichten?

LEYERS: Dat laatste. Het fascineert me geweldig. Ook omdat het daar thuis nu eenmaal vaak over gaat. Ik merk dat ik zelf steeds cynischer word over de multiculturele samenleving. Hoewel ik echt hoop dat mijn omgeving mij nog kan overtuigen dat het allemaal wel mogelijk is, weet ik niet of ik erin geloof. Staan we niet té ver van elkaar af? Zijn we niet te naïef? Helaas kun je daar vandaag amper nog over praten als beschaafde, intellectuele mensen. Je wordt vrij snel in de racistische hoek geduwd. Ten eerste: een geloof is geen ras. Ten tweede: ik, een racist, komaan zeg. Ik heb het idee dat we vandaag dichter bij de brandstapel staan dan tijdens de Verlichting.

Het begint duidelijk te worden wat Etienne Vermeersch in jou zag.

LEYERS: (lachje) Ik had soms medelijden met de moslima’s op mijn school: ‘Ik weet dat jij je vrij voelt, en toch denk ik dat je het niet bent.’ Gesproken als een geweldige bemoeial, ik weet het, maar toch. Waarom staan Iraanse vrouwen op de Olympische Spelen te protesteren met posters, maar verdedigen wij de hoofddoek? Ik vind het zo vreemd hoe wij hier zo hard gevochten hebben om het christendom naar de marge te verbannen, om nu even hard achter een ander geloof te gaan staan. Zelfs in moslimlanden staat niet iedereen meer achter die hoofddoek, waar zijn wij dan mee bezig? Misschien is dat allemaal wel oké, maar dan wil ik er toch eerst nog even kritisch over discussiëren. (aarzelt) Maar mocht ik een westerse moslima zijn, zou ik in België nooit een hoofddoek dragen, want daarmee steun je eigenlijk de onderdrukking in die landen.

Je aarzelde.

LEYERS: Ik wil daar nu eigenlijk nog niet te veel over zeggen. Ik wil dit thema eerst in alle rust uitbenen, want wie weet, moet ik over een jaar vaststellen dat ik er helemaal naast zat, al lijkt die kans me klein. Ik probeer er nu vooral met leeftijdsgenoten over te praten, maar het leeft niet echt bij hen. ‘Kop in het zand: als ik gewoon mijn eigen ding doe, komt het ook wel allemaal goed’: dat kan ik niet. Mocht ik in een moslimgezin geboren zijn, zou ik misschien ook nog geloven, maar dat is niet het geval, dus denk ik nu nogal vaak: allez, laat mij u dan toch bevrijden!

Ik herinner me hoe ik met mijn zus Ella aan de Klaagmuur in Jeruzalem stond met een hoop wenende vrouwen naast mij. Ik wilde hen inviteren: kom mee met ons naar Tel Aviv, laat ons eentje drinken, dansen op Stevie Wonder en een beetje leven. Heel even maar.

Jij bent atheïst, neem ik aan?

LEYERS: Ja, al kan ik het ook niet loslaten. Ik praat er graag over met gelovigen. Ik wil snappen waarom ze geloven. En ik vind niks leuker dan praten met moslims, ik vind het razend interessant hoe iemand er zo’n andere visie op de schepping, op het wereldbeeld, op na houdt.

Maar ik ga ook niemand neerschieten, ik heb net zo goed een geweten, zonder dat er daarvoor een paar engelen op mijn schouder mij in de gaten moet houden. En ik zou ook niet willen dat jij mij hier nu neerschiet.

Of ook wel, de categorische imperatief.

LEYERS: (onverstoorbaar) Ik kan ook overvallen worden door pseudoreligieuze momenten. Als ik in een oude Italiaanse kerk sta, bijvoorbeeld. En ik kan nooit uitsluiten dat Jezus ooit in mijn hoofd gaat schieten, maar vandaag denk ik: combineer beide werelden dan toch, jongens. Moraliteit zonder al die opofferingen. En dán geloof ik wel in een multiculturele samenleving. Wees een goed mens, koester je familie, leef gezond – allemaal delen van de islam – maar drink ook eens een glas wijn zonder je schuldig te moeten voelen. Of drink niet, maar ga eens mee uit met mij. De moslima’s op mijn school deden dat nooit, spraken nooit af buiten de school en praatten amper met jongens… Gezond is dat niet. Zo isoleer je jezelf.

Is het geen tweesnijdend zwaard voor moslima’s van jouw leeftijd? Wie zich rigoureus integreert, riskeert niet zelden de familieleden van een andere generatie tegen zich te krijgen. Het is kiezen tussen twee soorten isolement.

LEYERS: (jaagt zich op) De groepsdruk is misschien nog wel het ergste. Een vriend van mijn zus is moslim: een toffe, knappe gast, job in de evenementensector en perfect geïntegreerd. Maar een Belgisch meisje naar huis meenemen mag niet, bijvoorbeeld. Je ziet hem worstelen met wat zijn religie hem oplegt. Het is vooral voor hen dat ik graag zou opkomen, voor zij die wel willen maar niet durven in te gaan tegen hun familie. Want ik zou dat ook niet kunnen zonder ondersteuning… Shit, dat zit zo diep bij mij. Sorry.

Geen excuses nodig. Al ben ik nu al benieuwd naar de dag dat je wél iets over dit onderwerp gaat zeggen.

LEYERS: (lachje) Ik snap dat ik mogelijk kritiek zal krijgen. Dat mag, want ik probeer een zeer open blik te houden en heb niks liever dan dat men mij van het tegendeel probeert te overtuigen. Ik wil altijd kunnen bewijzen dat ik gelijk heb, of leren waarom ik dat niet heb. Zoals ik in het begin al zei: ik leer gewoon graag bij. En ik heb nog liever gelijk.

Enkele dagen later, nadat ze het uitgetikte interview heeft gekregen, staat een boodschap van de jongste Leyers op mijn voicemail:

– Hey Kristof, net nagelezen. Kun je misschien toch nog iets duidelijker maken dat ik de teksten van Bazart wél heel goed vind, en ze wél begrijp? Dat lijkt me toch niet onbelangr…

Hie. Hie. Hie. Hie…

– SIMON! Weet je, laat maar.

DE SLIMSTE MENS

Van maandag tot donderdag rond 21.35 uur op Vier.

door Kristof Dalle – foto’s Athos Burez

‘Het lijkt alsof ik wil pochen, maar ik kick gewoon op weetjes. En ik blok heel graag, dat helpt.’

‘Als ik morgen mag kiezen wat ik op tv doe, dan maak ik meteen mijn eigen Weg naar Mekka.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content