It’s showtime voor Stijn Steyaert: ‘Ik wilde Bart De Pauw wórden’

© Wouter Van Vaerenbergh

Hij speelde in stukken van Shakespeare en in Spring. Organiseerde technofeestjes en vulde rekken in de Colruyt. Met de hoofdrol in It’s showtime!, de nieuwe serie van Bart De Pauw, lonkt voor Stijn Steyaert het sterrendom.

‘En? Kun je hier iets mee?’

‘Ik denk het wel.’

‘Oef.’

‘Waaraan twijfel je?’

‘Als ik interviews met andere acteurs of televisiemakers lees, denk ik meestal: al die oneliners en vlotte quotes, waar halen ze die toch?’

Het is maandagmiddag en we zitten op een Antwerps plein met uitzicht op tram 11, waarover Herman De Coninck – vandaag exact twintig jaar dood – schreef: Tingeling, tingeling door de stad. Het openbaar vervoer doet aan beschaving, aan feestelijkheid, aan wanordehandhaving.

Stijn Steyaert (29) heeft net anderhalf uur gepraat. Het was zijn tweede interview ooit, het eerste verscheen jaren geleden in Dag Allemaal. ‘Om mijn grootmoeder trots te maken.’

Hij kan er maar beter aan wennen. Na jarenlang werken achter de schermen en bijrollen in Chaussée d’Amour en De Ridder heeft Steyaert de hoofdrol in It’s showtime! beet, de nieuwe reeks van Bart De Pauw; vanaf volgende week in Play More van Telenet, begin 2018 op Eén.

It’s showtime! speelt in een pastelkleurig universum waarin mensen Toine (Bart De Pauw), Willy (Tom Audenaert) en Rebecca (Elle-June Henrard) heten. De onderlinge verhoudingen zijn wazig, de spanningsboog helder: Kenny (Stijn Steyaert) wil beroemd worden, het maakt niet uit hoe.

Voor de eerste draaidag heeft mijn vriendin me van de grond moeten schrapen

‘Dit weekend hadden we een visie’, zegt Steyaert. ‘Het was vreselijk om tien afleveringen lang naar mezelf te kijken, maar iedereen was enthousiast. Het zag er lief en schattig uit, en tegelijk larger than life.’

Op je veertiende vroeg een radeloze leerkracht wat er van jou moest worden. Je antwoordde doodleuk: ‘Later word ik Tom Lenaerts of Bart De Pauw.’

Stijn Steyaert: Ik was negen toen Schalkse ruiters op tv kwam. Ik besefte meteen: ‘Dit is wat ik later wil doen.’ Elke zondagavond keek ik met de hele familie, in mijn pyjama en met de haren fris gewassen. Ik mocht opblijven tot het begin van Heterdaad, het tweede deel namen mijn ouders op. ’s Anderendaags haastte ik me na school naar huis om de VHS-cassette te bekijken, ik wilde weten wat Klein Vlaanderen had gestemd en of de drie verhalen realiteit of fictie waren. Schalkse ruiters heeft mijn ogen geopend. Voor het eerst moest ik hardop om een tv-programma lachen.

Was je de lolbroek van de klas?

Steyaert: Ik heb vrij vroeg ontdekt dat humor me hielp. Het stelde mensen op hun gemak, mezelf op kop. Nu nog. Als ik me in bepaalde situaties niet helemaal comfortabel voel, is humor de ideale buffer.

Overkomt het je vaak?

Steyaert: Ik voel me snel ongemakkelijk, ja.

Wanneer?

Steyaert: Nu bijvoorbeeld, tijdens mijn eerste echte interview. Ik ben zeker geen eenzaat, maar in sociale situaties hou ik me liever op de achtergrond. Af en toe prikken met een mop ligt me beter dan de hele tijd het hoge woord voeren.

Je had als tiener al een eigen website, Aardbeienconfituur.tk. Stond daarop wat ik vrees dat erop stond?

Steyaert: Tienerpoëzie? Nee, maak je geen zorgen. Het was een website over filosofie. Ik was in de ban van De wereld van Sofie en bouwde samen met drie vrienden een website met teksten, filmpjes en een forum. Daarop zaten wij met zijn vieren over filosofie te discussiëren. Andere bezoekers hebben we nooit gehad.

Vijftien jaar later heb je een eigen Wikipediapagina. Ze vermeldt rollen in Spring en Skilz, naar verluidt een jeugdserie op VtmKzoom.

Steyaert: Ik vraag me al maanden af wie die pagina heeft gemaakt, ik verdenk een oud-klasgenoot uit het middelbaar. Ik kijk zonder schaamte op die rollen terug, net als op die paar commerciële opdrachten. Hokjes zijn niet meer van deze tijd. Vroeger heb ik zowel in een komedie van Shakespeare gespeeld – As You Like It, een jongerenproject van Het Toneelhuis – als nachtelijke technofeestjes georganiseerd. Maar het klopt wel wat je zegt. Ik heb een lange weg afgelegd.

Stijn Steyaert met Elle-June Henrard: 'Net als Kenny kan ik heel extatisch zijn en twee uur later diep ongelukkig.'
Stijn Steyaert met Elle-June Henrard: ‘Net als Kenny kan ik heel extatisch zijn en twee uur later diep ongelukkig.’© Wouter Van Vaerenbergh

***

Steyaert groeide op in Mortsel. Vader is boekhouder, moeder verpleegkundige. Wanneer hij zijn studietraject overschouwt, gaat zijn stem als vanzelf naar omlaag: Latijnse, economie-wiskunde, humane wetenschappen, kunsthumaniora. ‘Ik leer heel slecht’, zegt hij, fluisterend haast. ‘Ik heb ADD. Concentratie is niet mijn beste vriend.’

Ook na zijn achttiende ging de zwerftocht voort.

‘Eerst heb ik me ingeschreven aan Narafi, de kunstschool in Vorst, maar dat werd geen succes.’

‘Hoelang heb je het volgehouden?’

‘Zes maanden.’

‘En erna?’

‘Communicatiemanagement in Antwerpen.’

‘Ook zes maanden?’

‘Iets langer. Ik ben aan twee academiejaren begonnen, maar heb er geen enkele afgerond.’

‘De reden?’

‘Ik mocht stage lopen bij Shelter, het productiehuis van Tim Van Aelst waar toen ook Bart Cannaerts werkte. Zalig, maar ik kon niet blijven.’

‘Ik begin stilaan medelijden te krijgen.’

‘Ik heb nog even een acteeropleiding overwogen, maar daarvoor vond ik me intussen te oud.’

Steyaert was begin de twintig en staarde in het zwarte gat.

‘Ik was op zoek naar het juiste pad, maar kon in de verste verte geen spoor zien liggen’, zegt hij. ‘Ik deed kleine jobs, hielp vrienden bij het draaien van hun filmpjes. Meer was er niet. Tot mijn moeder me verplichtte om werk te zoeken.’

Het werd de Colruyt in Zoersel. Het beste dat hem kon overkomen, hij lacht niet terwijl hij het zegt. Hij viel enkele kilo’s af en de fysieke vermoeidheid suste de mentale onrust. ‘Mijn droom om tv te maken lag aan diggelen, maar ik werd tenminste weer enigszins gelukkig.’

Op een dag kreeg hij telefoon. Of hij zin had in een rol in Skilz, een nieuwe jeugdreeks voor VtmKzoom? Ach, dacht hij, waarom niet. Hij draaide een jaar mee en versierde een baan bij een Gents productiehuis. In 2012 volgde een reeks promovideo’s voor Fortis, erna redactiewerk voor de VTM-programma’s Lang Leve en Jonas & Van Geel. Heden is er It’s showtime! De titel kon die van Steyaerts levensschetsanno 2017 zijn.

‘Als een revanche voelt het niet,’ zegt hij, ‘maar het is wel erg fijn dat ik eindelijk kan doen wat ik altijd heb willen doen. Ik heb er hard voor gewerkt. De voorbije jaren was ik non-stop met televisie bezig, met bijleren en mezelf scholen. Ik had veel in te halen. Ik moest mensen leren kennen en de stiel onder de knie krijgen. Terwijl mijn huidige collega’s van hun studentenleven genoten, was ik aan het werk.’

***

Je speelt Kenny, een dommige jongen die te allen prijze bekend wil worden. ‘Het is tijd om door te breken’ is zo’n beetje zijn levensmotto.

Steyaert: Zoals de meeste mensen wil ik graag erkenning voor wat ik doe, maar het is niet mijn ambitie om beroemd te worden. Het is vooral een jongensdroom die uitkomt: ik heb scenario’s van Bart De Pauw en Pietje Horsten(regisseur van It’s showtime!, en eerder van Buiten de zone, nvdr.) mogen spelen; dat had ik als klein ventje nooit durven te dromen, toen ik de VHS-cassettes van Schalkse ruiters in de recorder schoof.

Het weekend voor de eerste draaidag heeft mijn vriendin me letterlijk van de grond moeten schrapen. Ik zag het niet meer zitten

Een vraag die Kenny zich in de eerste aflevering stelt: wat als ik niet voor de showbizz gemaakt ben?

Steyaert: Dat zien we dan wel weer. Als de rollen niet komen, blijf ik met evenveel plezier achter de schermen. Iedereen vraagt me voortdurend wat ik de volgende jaren wil gaan doen: voltijds acteren of toch redacteur-scenarist blijven? Ik wil helemaal niet kiezen. Ik zou het juist erg plezant vinden om beide te combineren. Misschien schrijf ik betere scenario’s omdat ik af en toe acteer, en omgekeerd: misschien acteer ik sterker omdat ik de scenario’s sneller analyseer, tot op het niveau van komma’s en adempauzes. Dat vooruitzicht zorgt voor rust in mijn hoofd.

Je dictie en je klungelige houding deden me bij momenten aan Wim Helsen denken. En Louis C.K. is een van je grote helden.

Steyaert: Misschien wel de grootste. Vooral het donkere randje aan zijn humor trekt me aan. De schoonheid van zijn tristesse, de brutaliteit ook. Ik herken mezelf daar nogal in. Ik kan soms ook grappen maken waarvan ik denk: ‘Oei, heb ik dat echt gezegd?’ En Wim Helsen, tja, dat is een mooi compliment. Ik kijk enorm naar hem op. Ooit zou ik het ook eens willen proberen, een doorwrochte cabaretvoorstelling in elkaar boksen. Maar of ik dan per se zelf op het podium moet staan, dat weet ik nog niet. Evenzogoed schrijf ik een show voor iemand anders.

Kennelijk heb je lang met een minderwaardigheidscomplex rondgelopen.

Steyaert: Het ebt weg, maar het is er nog. Heeft niet elke acteur of actrice dat? Ik ben nog altijd erg onzeker, vooral op een set. Wat een bizarre situatie is dat ook: je wordt omringd door ervaren acteurs, regisseurs en cameramensen, iedereen kijkt naar jou en je wordt ter plekke beoordeeld. Je krijgt meteen te horen wat je goed of slecht hebt gedaan. Om dat elke dag te ondergaan, moet je haast zelfvertrouwen veinzen.

Gelukt?

Steyaert: Na een tijdje wel, maar in het begin was het verschrikkelijk. Het weekend voor de eerste draaidag heeft mijn vriendin me letterlijk van de grond moeten schrapen. Ik zag het niet meer zitten, kreeg mijn teksten niet ingestudeerd. ‘Eindelijk mag je werken met de klasbakken met wie je altijd al hebt willen werken’, dacht ik. ‘Als je faalt, heb je er voorgoed gelegen.’ Gelukkig viel het geweldig mee. Bart en Pietje stelden me gerust. Ze hebben me veel geleerd. Ik acteer nu veel kleiner, minder uitvergroot.

Wat zit er van jezelf in Kenny?

Steyaert: De onzekerheid. De lichte bewijsdrang. En de plotse switch in emoties. Ik kan heel extatisch zijn en twee uur later diep ongelukkig.

Kenny verkeert van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in een staat van high energy. Hij praat snel en kent geen middelmaat. Ofwel is hij extreem opgewekt, ofwel zit hij aan de grond. Thuis maakte ik korte filmpjes om mezelf die attitude aan te meten. Ik sprak mijn teksten in mijn telefoon in en ging door de stad wandelen of fietsen om ze zo vanbuiten te leren.

Een oud-collega noemde je ‘op het irritante af bescheiden’, een vriend ‘heel erg 2017’.

Steyaert: Ik probeer alert te zijn watsocial media betreft. Ik wil de nieuwste evoluties op de voet volgen, er als eerste bij zijn. Als moderne tv-maker kun je niet anders, vind ik.

Bij wijze van test heb ik niet zo lang geleden op Snapchat De rotshow gemaakt, de ‘slechtste talkshow aller tijden’, met korte non-interviews met Joy Anna Thielemans en Kamal Kharmach. Binnenkort steek ik nog een slotshow ineen, een best of, daarna is het weer tijd voor iets nieuws.

Concentratie is niet je beste vriend?

Steyaert: (lacht) Integendeel, ik heb er al vele gevechten mee gevoerd. De laatste jaren ben ik ze aan het winnen, voel ik. Ook op dat vlak was It’s showtime! een bevestiging.

***

Steyaert wenkt het barmeisje. De zon lacht al haar tanden bloot.

Tram 11 glijdt voorbij, knarsend in zijn sporen.

Tingeling, tingeling door de stad.

IT’S SHOWTIME!

Vanaf 8/5 in Play More, begin 2018 op Eén.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content