‘Daar is de volkskomiek weer!’ Bart Peeters gooit vers humortalent voor de leeuwen

Bart Peeters: 'Stand-up is de norm in dit land, maar wij hebben alleskunners gezocht, die zowel Urbanus, Sven De Ridder als Adriaan Van den Hoof kunnen laten lachen.' © .

Vallen er in de Vlaamse humor nog goudklompjes te ontginnen? Ja, vindt Bart Peeters, die in Voor de leeuwen op zoek gaat naar nieuwe getalenteerde lolbroeken. ‘Als humorist word je nooit door iedereen begrepen, en je hoeft je dat niet aan te trekken.’

Tien jaar na Comedy Casino Cup gaat de VRT weer op zoek naar vers komisch bloed. Acht jonge talenten mogen zes weken lang de lachspieren van de kijker bewerken. Elke week moeten ze ook de mondhoeken van een centrale gast (onder wie Urbanus, Maaike Cafmeyer en Bart De Pauw) laten krullen. Die duidt elke week zijn favoriet aan, op het einde kiezen de gasten samen één Gouden Leeuw.

De rol van presentator, coach en sporadische aangever is in handen van Bart Peeters. Dat Voor de leeuwen een soort Belgium’s Got Talent voor humoristen zou zijn, wil hij niet horen. Dat na talloze comedyconcours en panelprogramma’s de humorvijver helemaal leeggevist is evenmin.

Bart Peeters: Ik zie alvast geen verband met andere talentenjachten. Voor de leeuwen is net géén klassieke afvalrace, dat zou te gemakkelijk zijn. Nu kunnen de kandidaten echt hun veelzijdigheid tonen.

Ik kan niet voorspellen wie gaat winnen, maar het zou kunnen dat de revival van de volkskomiek eraan zit te komen

We hebben mensen gezocht die én kunnen imiteren, én kunnen zingen, én kunnen acteren, én nog een hoop andere dingen. Alleskunners, moderne revueartiesten, zo je wilt. Dat zie ik vandaag niet meer. Stand-up is de norm in dit land, imiteren ook, maar om zowel Urbanus, Sven De Ridder als Adriaan Van den Hoof te laten lachen, heb je meer nodig.

Vraag het aan elke comedian die zijn eigen zaalshow op tv ziet: humor op de buis is niet evident en werkt haast altijd minder goed dan in een zaal.

Peeters: Helemaal juist, en dat is een grote bezorgdheid van ons geweest. Gelukkig doet montage wonderen. Een grap die voor een zaal een uitgekiende opbouw nodig heeft, mag op tv sneller to the point komen. Ook duidelijkheid is cruciaal. Daarom worden alle acts opgehangen aan het leven van de centrale gast. Dat zorgt voor een duidelijk kader.

Als jong brein achter Het leugenpaleis moest je zelf ook elke week verse humor leveren. Wat hebben de jonge leeuwen je kunnen leren?

Peeters: Eerst en vooral: alle begin is moeilijk. Niemand begreep Urbanus toen hij pas begon. Bakken kritiek heeft hij gekregen. Hugo Matthysen en ik ook overigens: putje winter op de radio vertellen dat het weer fantastisch is? Een schande in die tijd! Een kookrubriek met Jezus? Een rechtszaak! Als humorist word je vrijwel nooit door iedereen begrepen, en je hoeft je dat ook niet aan te trekken.

Ik voel bij deze jonge mensen dat ze even gepassioneerd en gedreven zijn als ik toen, al moest ik hen soms intomen. Je mag voor het experiment kiezen, uiteraard, maar af en toe moest ik bij alweer een geschift idee wel zeggen: ‘Been there, grote problemen als je dat doet.’ (lacht)

Maar tot nu toe heeft alles al goed gewerkt in de zaal. (met zachte stem) Urbanus was zelfs een beetje ontroerd.

Wat leert Voor de leeuwen jou over de toekomst van humor in Vlaanderen?

Peeters: Ik kan niet voorspellen wie gaat winnen, maar het zou kunnen dat de revival van de volkskomiek eraan zit te komen. Het type Gaston Berghmans, zeg maar, de oerclown. Zo’n breed publiek als dat van Gaston laten lachen is het moeilijkste dat er is. Ik werkte ooit met hem samen. ‘Bartje,’ zei hij, ‘da’s een goei moppeke, maar je hebt een beter nodig. De mensen zullen je een open doekje willen geven, maar dat mag niet, want die moppekes moeten nog komen.’ En zo gebeurde het. Ik dacht alleen maar: fuck, die gast beheerst zijn vak.

Voor de leeuwen

Vanaf 7/9 op Eén

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content