Colombia kan het verleden niet achterlaten, en dat is onder meer de schuld van Netflix

© /
Max Flamme
Max Flamme historicus, freelancejournalist en Latijns-Amerikakenner

In het derde seizoen van de Netflix-serie Narcos komen de kijkers eindelijk te weten wat er gebeurde na de dood van drugskoning Pablo Escobar. En dat terwijl de meeste Colombianen die donkere bladzijde net willen omslaan.

Er is Loving Pablo, de film met Javier Bardém en Penelope Cruz die onlangs op het Filmfestival van Venetië stond. Maar er is vooral Narcos, de immens populaire Netflixreeks. Daar houdt het in onze contreien op, maar in Colombia zijn tv-series en films over Pablo Escobar, de drugskartels en het eindeloze geweld in de jaren 1975-2000 een waar subgenre geworden.

Vooral de typisch Latijns-Amerikaanse telenovelas, de overdreven melodramatische soaps die rond etenstijd de schermen veroveren, maken gebruik van de thematiek. El Patrón del Mal is een van die Colombiaanse narco-soaps die door een breed publiek bekeken worden, maar waarin het onderscheid tussen feit en fictie van ondergeschikt belang is aan de emotionele verhaallijnen. De serie krijgt ook vaak kritiek omwille van de sympathie voor Escobar die er uit blijkt.

‘Bij televisie is het emotionele belangrijker dan het rationele’, ziet Mario Morales, tv-criticus in Colombia. ‘Series zoals El Patrón del Mal en Narcos zijn geen documentaires, maar maken wel dankbaar gebruik van historische gebeurtenissen om hun fictioneel verhaal een schijn van waarheidsgetrouwheid te geven.’

De Trump-versie van Colombia

Hoezeer versies van dezelfde feiten kunnen verschillen, wordt duidelijk in Narcos. In de internationale pers wordt de serie enthousiast onthaald, maar in Colombia is er veel kritiek te horen op de lightversie van een complexe problematiek die Netflix serveert.

Zo koos Netflix ervoor om met Narcos het verhaal te vertellen vanuit het standpunt van DEA-agent Steve Murphy, waardoor de rol van de Amerikanen in de val van Escobar overbelicht wordt. Dat kon kan in Colombia maar op weinig sympathie rekenen.

In het thuisland van Escobar worden de Amerikanen meer als de oorzaak van het probleem gezien dan als de oplossing. Het is de schijnbaar onverzadigbare Amerikaanse drugsmarkt die in de eerste plaats tot de oprichting van Colombiaanse drugskartels geleid heeft. Terwijl de yuppies en straatbendes in Miami en New York niet genoeg konden krijgen van het witte poeder, ging het in Latijns-Amerika van kwaad naar erger. De Amerikanen bewieroken in een reeks over Pablo Escobar is iets waartoe enkel Amerikanen zelf in staat zijn.

Narcos heeft een nieuwe golf aan narco-toerisme met zich meegebracht. Zowel elk hotel in Medellu0026#xED;n biedt een Escobar-toer aan en je kan met een professionele gids naar zijn graf gaan kijken.

‘Narcos is de stereotiepe Trump-versie van Colombia’, schrijft tv-criticus Omar Rincón. ‘De mannen zijn komische, disfunctionele figuren met slechte smaak en de Colombiaanse vrouwen zijn hoeren. Gelukkig zijn er enkele Amerikanen om de wereld van de complete ondergang te redden.

Rincóns besluit is hard: ‘Voor Colombianen is Narcos meer zwarte komedie dan wat anders.’ Met het woord komedie doelt hij op het taalgebruik in de serie. Wagner Moura, de acteur die Pablo Escobar speelt, is immers een Braziliaan. Escobars vrouw wordt gespeeld door de Mexicaanse Paulina Gaitán, zijn moeder door de Chileense Paulina Garcia.

Mijn vriendin, geboren en getogen in Medellín, ligt steevast in een deuk als Escobar de gevleugelde woorden plata o plomo (geld of lood) uitspreekt met een Braziliaans accent. Voor de internationale kijkers die geen Spaans spreken maakt dat op zich weinig uit, maar hoe zouden de Britten zich voelen mocht Netflix een serie maken over Sherlock Holmes met in de hoofdrol een rasechte Texaan en een Australiër als Dr. Watson?

Toerisme

Uiteindelijk worden de geschiedkundige onwaarheden nog vrij gemakkelijk door de vingers gezien. Het principe ‘alles voor de show’ heeft in een televisieverslaafd land als Colombia nog betekenis. Toch keken de Colombianen niet uit naar het nieuwe, derde Narcos-seizoen.

De reden? Narcos heeft een nieuwe golf aan narco-toerisme met zich mee gebracht. Zowat elk hotel in Medellín biedt een Escobar-toer aan. Je kan met een ‘professionele’ gids naar Escobar’s graf gaan kijken, op zoek gaan naar zijn schuilplaatsen, de gevangenis die hij voor zichzelf bouwde (La Catedral) bezoeken, in zijn meest luxueuze buitenverblijf (Hacienda Nápoles) ronddwalen en de plaatsen van bomaanslagen bezichtigen.

Colombianen zijn in de eerste plaats een emotioneel en trots volk. Een serie zoals Narcos legt de nadruk op het verleden, terwijl ze hier liever naar de toekomst kijken.

Zelf woon ik vlakbij de plaats waar Pablo Escobar het leven liet. Als ik ’s morgens de deur uit ga om te gaan werken, komt het eerste busje narco-toeristen al aangereden om naar het dak te kijken waar Escobar in 1993 werd doodgeschoten. Dat het gebouw onlangs werd afgebroken en dat er nu een internationale taalschool in de plaats staat, maakt hen blijkbaar niet veel uit.

Een buitenlands reisbureau ging vorig jaar nog een stapje verder en bood voor Halloween een meet and great aan met Popeye, een van Escobar’s huurmoordenaars. De burgemeester van Medellín moest uiteindelijk tussenkomen om het evenement te verbieden.

De inwoners van Medellín staan niet bepaald te springen om deze bedenkelijke vorm van toerisme in de armen te sluiten. Het is zoals Andy Baiz, producer van Narcos, zelf zegt: ‘Er is in Colombia veel weerstand tegen het beeld van de drugshandel. De wereld associeert het land met drugs en, als we geluk hebben, met Gabriel García Márquez en enkele voetballers.’

Een stad in opbouw

Het beeld dat van Medellín wordt opgehangen in Narcos, is niet hoe de stad vandaag is. Niemand ontkent dat er nog werk aan de winkel is: se georganiseerde misdaad verbonden aan het drugsmilieu is jaarlijks nog steeds goed voor de helft van de moordcijfers in Medellín. Groeperingen zoals La Oficina en Los Urabeños doen denken aan de hoogdagen van Escobar.

‘Voor Colombianen is u003cemu003eNarcosu003c/emu003e meer zwarte komedie dan wat anders.’

Omar Ru0026#xED;ncon, Colombiaans tv-criticus

Toch is er in 25 jaar veel veranderd. De statistieken tonen alvaast een positiever verhaal. In 1991 werden er nog 375 moorden per 100.000 inwoners opgetekend in Medellín, in die tijd de gevaarlijkste stad ter wereld. Vandaag is dat gezakt naar 24 moorden per 100.000 inwoners en staat Medellín voor het eerst niet meer op de lijst van 50 gevaarlijkste steden ter wereld.

Een uitgebreid netwerk van kabelbanen, metro’s en bussen verbindt de armere, hoger gelegen wijken met de rest van de stad. Stadsplanning, sociale integratie en grootschalige projecten hebben de stad meerdere internationale prijzen opgeleverd op het gebied van innovatie. ‘Het enige risico dat je loopt als je Colombia bezoekt, is dat je wil blijven’, was gedurende lange tijd het motto van een nationale reclamecampagne.

Colombianen zijn in de eerste plaats een emotioneel en trots volk. Een serie zoals Narcos legt de nadruk op het verleden, terwijl ze hier liever naar de toekomst kijken. Een gouden raad: als je naar Colombia reist, laat je Narcos-T-shirt dan thuis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content