Bart Vanneste alias Freddy De Vadder: ‘Zwevegem, Kooigem of Ruddervoorde? Bevergem is overal’

© gf

Bevergem is een fictieserie over de mens en zijn obsessies, over het geflipte bestaan, over het dorp dat we allemaal in ons hoofd meedragen, en over ene Freddy De Vadder, die tussen dat alles opvallend normaal lijkt. ‘Het is een ode aan alle zotte, bizarre mensen die we in onze jeugd in Rekkem en Zwevegem hebben gekend.’

Dit is een fragment uit het interview met Bart Vanneste en Piet De Praitere in Knack Focus van 23 september.

Dat ze er niets van begrepen hebben. Bart Vanneste – de man achter Freddy De Vadder – duwt op de knop van het espressoapparaat en legt uit dat je vooral de trefwoorden niet moet geloven waarmee Bevergem omschreven wordt. ‘Absurde reeks’, snuift hij. ‘ Bevergem is helemaal niet absurd. Akkoord, er zitten een paar absurde zaken in, maar de rest is hyperrealistisch. Ik vind absurd een gevaarlijk woord. Dat schrikt veel mensen af. “Ah, we gaan het niet verstaan”, denken ze dan.’

Met zijn mok in de hand wijst hij naar de lederen zetel in de andere kamer. ‘Private’ staat in melkglazen letters op de ruiten van de dubbele deur die zijn keuken, waarin ik zit en hij staat, afscheidt van de woonkamer. De poetsvrouw buigt zich over de leuning van de zetel en vist er met de stofzuiger chipsresten, nootjes en broodkorsten uit. Dat het een huis met geschiedenis is, had ik in een oud interview gelezen. Ooit was het een Brits consulaat en tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de nazi’s er een Gents kantoor in ondergebracht. De ‘Private’ is een erfenis van de Britten, net als het stucwerk tegen het plafond en de gouden randjes die de bovenkant van de muren aflijnen. Van de nazi’s is er niet veel zichtbaars overgebleven.

Gunter Lamoot, Luc Dufourmont en David Galle in 'Bevergem'.
Gunter Lamoot, Luc Dufourmont en David Galle in ‘Bevergem’.© gf

Vanneste leunt tegen het aanrecht en neemt een slok. ‘Daar’, zegt hij en knikt naar de zetel, ‘heb ik samen met mijn vader naar de eerste aflevering gekeken. Ik heb hem nog nooit zo zien smilen in zijn leven. Hij had alle scènes meteen door. Achteraf heeft hij nog zitten stoefen tegen mijn oudste broer. “Ik had nooit gepeinsd dat een zoon van mij zoiets schoons zou maken.” Wat een compliment, hé, van je vader. Dat gebeurt niet vaak.’ Vanneste drinkt zijn koffie op, strijkt zijn haar naar achter en zet zijn mok opnieuw in het espressoapparaat. ‘Nog koffie?’

Ik heb mijn vader nog nooit zo zien smilen in zijn leven als toen we samen naar de eerste aflevering keken. Achteraf heeft hij nog zitten stoefen: “Ik had nooit gepeinsd dat een zoon van mij zoiets schoons zou maken

Vorige week was het feest in alle dorpen in West-Vlaanderen die graag geloven dat zij de klei voor Bevergem geleverd hebben. Er stond een tent in Kooigem, een dorp dat weggevaagd ligt tussen Kortrijk en Doornik, als een vergeten hoopje stofpluizen in de hoek van een kamer. Vijfhonderd mensen keken er samen naar de eerste aflevering, daarna knalden er vuurpijlen, op het podium werd gedronken en gedanst en achter de microfoon staken verschillende burgemeesters elkaar de loef af om de pluimen van Bevergem op hun hoed en in hun achterste te steken. Vanneste grijnst. ‘Alsof Bevergem helemaal live ging. Die kibbelende burgemeesters vormden het hoogtepunt van de avond.’

Op een bepaald moment heeft Vanneste de microfoon gegrepen, niet als hemzelf, wel als Freddy De Vadder, met die stem uit de kelders van zijn keelgat: ‘Zo. Wat maakt het uit of Bevergem nu Zwevegem, Kooigem of Ruddervoorde is? Bevergem is overal. Dat kan een Spaans dorp in de bergen zijn.’

‘Enfin, toen zwegen ze toch even’, vervolgt Vanneste als Vanneste. Hij hoest en trekt aan zijn sigaret. Op tafel ligt een boodschappenlijstje: Mr Proper, Cif, zakken voor de stofzuiger. In de deuropening staat de poetsvrouw plastic flessen plat te drukken, die ze vervolgens in de blauwe zak propt.

Piet De Praitere in 'Bevergem'.
Piet De Praitere in ‘Bevergem’.© gf

‘Een sarcastisch nostalgische serie,’ herinnert Vanneste zich, ‘zo heb ik het destijds aan Marc Coenen verkocht, toen die nog netmanager van Canvas was. “Hola,” zei Coenen, “dat moet je toch eens uitleggen.” Ik dacht: dat spreekt toch voor zich? Wannes Cappelle en ik hebben dat tijdens het schrijven gaandeweg ontdekt: Bevergem, dat zijn de beelden uit onze jeugd. Het is een ode aan alle zotte mensen die ik in Rekkem heb gekend en de bizarre types die Wannes uit Wevelgem kende, waar hij is opgegroeid. Ik herinner me dat ik tien, elf jaar was en dacht: “Waarom doen al die volwassenen zo raar?” Volwassenen kunnen zo geobsedeerd zijn door hun eigen bezigheden en besognes dat ze gewoon vergeten dat het allemaal niet belangrijk is. Het is de toon van Freddy: “Waarover maak je je eigenlijk druk?”‘

Een sarcastisch nostalgische serie, zo heb ik Bevergem destijds aan Canvas verkocht. “Hola, dat moet je toch eens uitleggen”, zeiden ze. Ik dacht: dat spreekt toch voor zich?

Hij leunt achterover, laat zijn armen naast zijn stoel hangen en zegt op de toon van een man die de clou van een mop achter zijn tong verbergt: ‘Misschien moet je uit zo’n dorp komen om het echt te begrijpen. We hebben hier met een Antwerpse regisseur aan tafel gezeten, voordat we Gilles Coulier onder de arm hebben genomen. Wannes, Dries Heyneman en ik legden uit waarover Bevergem ging. “Jaha,” zei hij, “het gaat over van die kleine mensjes, een beetje National Geographic, zo.” Wannes, Dries en ik keken elkaar aan: je bent hier wel bezig over onze jeugd, hé maat. Zijn wij beesten, of wat?’

Hij staat recht, loopt heen en weer – dat helpt om zich te focussen, zal hij later uitleggen, ook wanneer hij schrijft, loopt hij constant rond – en tikt met zijn middenvinger tegen zijn slaap. ‘Iemand heeft eens tegen mij gezegd: “Vanneste, jij hebt een gigantische blinde vlek.” Ik begreep dat niet, maar iedereen rond de tafel knikte en bulderde: “Dat jij dat niet doorhebt!” Wat doorheb? vroeg ik. “Dat je compleet geflipt overkomt.” Het is waar dat ik nogal kan doordrammen. Ik zoek altijd en overal het conflict op, ik moet botsen om tot iets te komen. Ik moest daaraan denken toen we aan Bevergem begonnen. Iedereen heeft een blinde vlek. Mensen weten niet hoe ze overkomen. We hebben onze tics, we proberen krampachtig onze façades op te poetsen, maar ondertussen brokkelt onze achterbouw af.’

Wim Willaert en Maaike Cafmeyer in 'Bevergem'.
Wim Willaert en Maaike Cafmeyer in ‘Bevergem’.© gf

‘Uiteindelijk is de serie ontstaan uit mijn eigen kleine kantje’, zegt Vanneste, terwijl hij zijn ellebogen op tafel plant. ‘Ik vond het gewoon niet eerlijk dat iedereen op tv kwam en ik niet. Ik voelde me niet serieus genomen. Wel door het publiek, maar niet door die mannen in Brussel. Wat ik wil zeggen: toen Philippe Geubels net kwam piepen, verzorgde hij mijn voorprogramma. Hij doet een keer iets in De slimste mens, mag drie weken later Humo’s Pop Poll presenteren en is al een megaster nog voor hij iets gemaakt heeft. Ik wil niet met hem ruilen – hij is een ander soort comedian en ik gun het hem van harte – maar ik vond dat wel straf: niets bewezen hebben en al overal op televisie opduiken. Enfin, ik hoorde mezelf weer zagen, Ik ving ook frustraties op uit de acteerwereld: Wim Willaert die een hekel had aan dat Theaternederlands van zo veel series, de Antwerpse bende die het zo’n beetje voor het zeggen had. Verdomme, dacht ik, we moeten niet zaniken. We moeten het zelf doen.’

Ik vond het niet eerlijk dat iedereen op tv kwam en ik niet. Toen Philippe Geubels net kwam piepen, verzorgde hij mijn voorprogramma. Hij doet een keer iets in ‘De Slimste Mens’, mag Humo’s Pop Poll presenteren en is al een megaster nog voor hij iets gemaakt heeft

Het is amper tien stappen van de keuken naar de kamer waar Bevergem begon. De lichtgele isolatieplaten hangen er nog tegen de muur, maar alle foto’s, post-its en steekkaarten die Bevergem aflevering per aflevering samenvatten, zijn eraf gehaald. De tafel is in een hoek geduwd, bedolven onder een berg spullen, alsof een failliete eenmanszaak hier zijn overtollig kantoormateriaal heeft gedumpt. Er liggen kabels, printercartridges en lege verpakkingen van middeltjes tegen de hoofdpijn.

Met twaalf waren ze, op die eerste vergadering, zo’n vijf jaar geleden. Wim Willaert was erbij, Dries Heyneman, Piet De Praitere, Zouzou Ben Chikha, Gunter Lamoot… ‘Mensen met een beetje dezelfde anarchistische reflex’, glimlacht Vanneste. ‘Ik vind dat onnozel, had ik elk van hen aan de telefoon gezegd, we schrijven al zo lang voor onszelf. We kankeren al zo lang op die scenario’s die op niets trekken. Waarom maken we samen niet een fictiereeks? We kunnen dat.’

Tine Hens

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

BEVERGEM

Vanaf woensdag 30/9, 21.30, op Canvas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content