Annemie Struyf: ‘Door seksistische opmerkingen zit ik niet meer in De slimste mens’

© BELGA

‘De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is een basisonrecht’, zegt televisiemaakster en journaliste Annemie Struyf. Ze stelt op dat vlak grote problemen vast in Afrika, maar de problemen verschuiven stilaan ook naar Europa. Dat vertelt ze in een interview met De Zondag.

In 2004 richtten Annemie Struyf en haar collega en vriendin Lieve Blancquaert Hope for Girls op. Deze organisatie ontfermt zich in Kenia vooral over het lot van meisjes die de lokale besnijdenisrituelen willen ontvluchten. Hope for Girls wil het probleem van vrouwelijke genitale verminking ook in Europa op de kaart zetten, want via migratie verhuist deze gruwelpraktijk ook naar hier.

Voor hun strijd tegen de vrouwenbesnijdenis en voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen, ontvingen Struyf en Blancquaert deze week de Europese Burgerschapsprijs.

Maakt u een klein vreugdesprongetje als zo’n uitnodiging in de bus valt?

ANNEMIE STRUYF: Ik ben nu al een paar jaar aan het werken rond het thema van vrouwelijke genitale verminking. Het is niet altijd gemakkelijk om dat probleem aan te kaarten. De meeste mensen horen dat niet graag. Alleen al het idee van wat er met zo’n meisje precies gebeurt, stoot af. Bovendien ondervinden we vaak schroom om iets te zeggen over andere culturen, ook wanneer dat over heel bedenkelijke praktijken gaat.

Maar ik kan er met mijn verstand echt niet bij dat zulke zaken nog steeds voorkomen. Die problematiek ligt me nauw aan het hart omdat ik er in Afrika zo vaak over ben aangesproken door de vrouwen zelf. ‘Jij kan dat aankaarten’, zeggen ze dan. ‘Wij kunnen dat niet, wij hebben niets te zeggen.’ Het is mijn missie om op die vraag van hen in te gaan. Als ik dan een prijs krijg op basis van die activiteiten, dan doet dat me veel plezier.

Jullie organisatie Hope for Girls is nu ruim tien jaar actief in Kenia. Merkt u een evolutie?

STRUYF: Toch wel. We werken sinds vijf jaar rond vrouwelijke genitale verminking. Aanvankelijk kregen wij een 15-tal meisjes binnen in ons vluchthuisje. Dat zijn er op vandaag honderd, onze maximumcapaciteit. En in naburige vluchthuizen is het net zo.

In een tijdspanne van vijf jaar zie je toch een merkbare evolutie. Vaak zijn het de moeders die de sleutelfiguren zijn om binnen de opvoeding van de kinderen verandering tot stand te brengen. Maar ook voor hen is het moeilijk om in te gaan tegen die traditie. Dat zien we ook bij ons in de problematiek rond migratie en vluchtelingen. We onderschatten de impact van traditie enorm. Het is aartsmoeilijk om dat te doorbreken.

Vrouwenbesnijdenis en -discriminatie is niet enkel een Afrikaans gegeven. Ook in West-Europa worden we ermee geconfronteerd.

STRUYF: Dat klopt. Het probleem is ook bij ons gigantisch. Hier, in West-Europa, wonen 500.000 besneden vrouwen. Vele families geven die praktijken ook door aan hun kinderen. Ook hier bij ons worden meisjes besneden, of het gebeurt tijdens de zomervakantie in hun thuisland. En dat allemaal zonder dat het aan de oppervlakte komt. Alleen als het ergens fout loopt en een meisje in het ziekenhuis belandt, wordt die praktijk even zichtbaar.

Ik ben me er goed van bewust dat wij hier in een cultuur leven met een grote gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Die gelijkheid is echter nooit verworven, ze staat altijd onder druk. Maar ik wil toch vooral de stem zijn van die meest kwetsbare meisjes en strijden tegen dit basisonrecht.

‘Onze verworvenheden inzake gelijkheid staan onder enorme druk.’

In Vlaanderen en Brussel zijn jullie actief met het Fonds Hope for Girls. Welke noden zijn er hier?

STRUYF:Via de Koning Boudewijnstichting hebben wij met Hope for Girls een oproep gelanceerd naar organisaties voor kwetsbare meisjes. Wat mij daarbij opvalt, is de problematiek rond het tienerpooierschap.

Meisjes die in een instelling verblijven of een complexe problematiek met zich meedragen, worden door een pooier benaderd, meestal via sociale media. Meisjes met een heel laag zelfbeeld zijn blij dat iemand hen eindelijk wat aandacht geeft. Ze worden een koppeltje, maar dat vriendje geeft zijn lief door aan andere vrienden en op korte tijd evolueert dat naar kinderprostitutie. Ik noem het bewust zo, want veel meisjes zijn amper 14 of 15 jaar.

‘We denken vaak dat gelijkheid van jongens en meisjes bij ons in Vlaanderen een verworven goed is, maar de realiteit is helemaal anders’, zegt Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt (N-VA), die jullie voorgedragen heeft voor de Europese Prijs. Akkoord?

STRUYF: Ik ben inderdaad bezorgd, en vind dat we dat ook moeten durven benoemen. Samen met de migratiestromen krijgen we denkbeelden en culturen binnen met heel weinig, en ik beklemtoon dat, met héél weinig respect voor vrouwen.

Ik ga iets heel grof zeggen, maar het is de realiteit: in Afghanistan is het leven van een meisje minder waard dan het leven van een hond. Als die mensen naar hier komen en samenleven in gemeenschappen met dezelfde denkbeelden, dan zitten we met een gigantisch probleem. We moeten die groepen echt zien te bereiken en hen tonen voor welke waarden we staan. Op dat vlak mogen we geen compromissen sluiten.

Er ontstond recent veel ophef over de praktijken van producer Harvey Weinstein in Hollywood. Was u verrast door de omvang van het schandaal?

STRUYF: Ik vergelijk het met de pedofilieschandalen in de kerk of seksueel misbruik in sportclubs. Er heerst een grote omerta rond deze fenomenen. Maar plots bereikt zoiets een kookpunt. Iemand begint te spreken en dat geeft anderen dikwijls de ruimte en de kracht om ook met een getuigenis naar buiten te komen. Ik denk dat ieder van ons dat type mannen kent. Zwijgen en de andere kant opkijken, maakt je medeplichtig.

‘Seksistische opmerkingen zijn de reden waarom ik niet meer in u003cemu003eDe slimste mensu003c/emu003e zit.’

Deze week kwamen bij ons heel wat getuigenissen over grensoverschrijdend gedrag los op sociale media met de hashtag MeToo. Is het een goeie zaak dat dit bespreekbaar wordt?

STRUYF: Zeker wel. Al heb ik zelf met vallen en opstaan geleerd dat het niet altijd zo constructief is om met naam en toenaam op iemand te gaan schieten. Pas op, ik heb respect voor mensen die over een bepaald onrecht willen getuigen, maar soms ben ik ook bang van de reacties wanneer we, in die slipstream, met zijn allen massaal gaan aanvallen.

Met getuigenissen kom je vaak op een hellend vlak te staan. Er is ook zoiets als flirtgedrag tussen mannen en vrouwen, en op zich is daar niets mis mee. Veel mannen weten ook niet hoe ze een vrouw moeten benaderen, en in hun onhandigheid doen ze soms wel eens iets wat bij vrouwen niet in goede aarde valt. Er is een spel van aantrekking en daar speelt seks een rol in.

We mogen niet zo koel worden dat we elkaar niet meer durven te verleiden. Ik geloof oprecht dat er voor iedereen meer heil ligt in het positief stimuleren van waardevolle initiatieven dan in het constant zoeken naar zondebokken en te schieten vanuit kwaadheid of frustratie.

Denkt u dat het ook effectief tot een gedragsverandering kan leiden bij mannen?

STRUYF: Ik denk dat de zaak-Weinstein mannen van dat slag toch wel eens tot nadenken zal aanzetten. Volgens mij zal dat toch zijn vruchten afwerpen.

U zei een paar jaar terug al dat er heel veel seksisme is in de Vlaamse media. Is er ondertussen beterschap?

STRUYF: De media zijn een weerspiegeling van onze maatschappij. Vroeger zou ik op die vraag onmiddellijk met enkele concrete voorbeelden geantwoord hebben, maar dat doe ik niet meer. Als ik kritiek geef op iemand, dan wordt dat meteen heel persoonlijk terwijl seksisme wijd verspreid zit.

Ik krijg zelf ook geregeld kritiek op mijn leeftijd. Het is toch niet omdat je 50-plusser bent, dat je niet meer in de media zou kunnen werken? Niet dat ik per se op het scherm wil komen, maar bij de VRT krijg ik effectief de kans om programma’s te blijven maken en dat vind ik een heel positief signaal.

‘We onderschatten de impact van traditie enorm. Het is aartsmoeilijk om dat te doorbreken.’

Het nieuwe seizoen van De Slimste Mens was deze week nog maar gestart, of daar waren de seksistische grappen weer. Maakt u dat kwaad?

STRUYF: Ik ben vele jaren jurylid geweest in De Slimste Mens. Heel eerlijk: dát seksisme is meteen ook de reden waarom ik niet meer in de jury wil zitten. Ik zeg dat met de glimlach, want ik heb dat al die tijd graag gedaan, maar nu heb ik er geen zin meer in om bijna een uur lang seksistische opmerkingen over mij heen te krijgen. Ik was daar, net zoals vele andere vrouwen, vaak de schietschijf van dat soort grappen.

Misschien zou het wel helpen als andere vrouwen ook zouden zeggen: ‘Sorry, ik wil geen schietschijf meer zijn’. Ik kreeg voortdurend opmerkingen over mijn leeftijd of mijn stem. Plots, tijdens een opname, besefte ik: ik lach hier gewoon mee omdat ik anders de seut ben, en niet omdat ik dit leuk vind. Die dag ben ik ermee gestopt.

Vorige week zei Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld) in onze krant dat politiek niet voor pussies is. ‘Als vrouw moet je elke dag strijden en veel vrouwen doen dat niet graag.’

STRUYF: Ik snap dat wel. Je hebt een groot incasseringsvermogen en veel zelfvertrouwen nodig om die strijd te voeren en zo publiek zichtbaar te zijn. Ik begrijp echt wel dat heel veel vrouwen daar geen zin in hebben. Op dat vlak ben ik een beetje mannelijk denk ik. Ik heb die strijdbaarheid wel.

Dit interview werd opgetekend door Vincent Vanhoorne voor De Zondag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content