Guido Lauwaert

Vlucht zonder einde

Guido Lauwaert Opiniemaker

Op een hete zondagmiddag bracht het kruim van de literaire wereld een eerbetoon aan Joseph Roth.

De Duits [Oostenrijkse] romanschrijver en essayist Joseph Roth [1894-1939] geldt als zowat de voornaamste auteur die de maatschappelijke thema’s uit de tijd na WO I behandelt met zijn problemen van thuiskomst en invaliditeit, lichamelijk maar ook geestelijk. Iets dat, net als oorlogen, van alle tijden is. Roth is bemind maar slechts beperkt bekend.

Els Snick, literair wetenschapper aan de universiteit van Gent, heeft eens flink op de tafel geklopt en besloten een Joseph Roth Genootschap op te richten. Ze schreef artikels over haar literair lief, een boek en gesteund door haar tomeloze energie werd een Joseph Roth Hommage georganiseerd op 1 juni in De Grote Post van Oostende. Op een hete zondagmiddag zat het kruim van de literaire wereld in de zaal en op het podium. Onder meer Geert Mak, Gene Bervoets, Elsie de Brauw, Arnon Grunberg, Tom Lanoye en Stefan Hertmans. In de zaal, te veel om op te noemen, maar naast uw uitbollende Knackspion, ook Geert van Istendael, een volbloed Rothfan.

BasiselementenHet beste voorbeeld van dit eeuwig terugkerende probleem van huiswaarts kerende soldaten is het Vietnamdebacle. Heel wat veteranen hebben last van psychische problemen die soms overslaan naar geweld, vaak getypeerd als zinloos geweld, een aberratie, want geweld is nooit zinvol of zinloos. De uitdrukking is een verontschuldiging uitgevonden door psychiaters en hun kleine broers, psychologen, om een milder vonnis, oordeel en mening bij de burger trachten te bekomen.

Bijkomend element in meer realistische toon van de romans en krantenreportages van Joseph Roth is het schetsen van de ondergang van de Oostenrijke keizerlijke en koninklijke dubbelmonarchie met het verval van door keizer Franz Joseph gul in het rond gestrooide adellijke titels. Deze ondergang tekent zich af op allerlei manieren, tot en met de absurde toe. In zijn magistrale roman Radetszymarsch [1932] valt dit het sterkst op door een banaal feit. De laatste spruit van de eens zo bekende, adellijke familie Trotta, wordt aan het oostfront door een verdwaalde kogel gedood, juist op het ogenblik dat hij twee emmers water over het erf van een boerderij sleept.
Een derde element is helemaal realistisch en zuiver op de schrijver zelf gericht. Hij was een hotelmens. Een luxezwerver die van bed naar bed leefde. Een huis is om in te sterven, schreef hij ooit, een hotel daar leef je in en wordt er in geleefd. Nu eens een chique hotel, als collega Stefan Zweig hem geld zond, soms op de bovenste verdieping, waar er vaak vrije kamertjes waren, afhankelijk van het verloop van personeel. Roth voert in zijn werk een felle strijd tegen het fascisme. Als voorvechter van de totale vrijheid van de mens en een wereld zonder grenzen. Dat doet hij vanuit een eeuwigdurende luciditeit, bij nacht, want de dag was voor hem de beste tijd om te slapen. Hij zoop zich de eeuwige bekendheid als een van de tien grootste schrijvers van de 20ste eeuw. Dat hij aan de drank stierf is de schuld van een Parijs armenziekenhuis, waar hij opgenomen was na een delirium. In plaats van een periode van afkicken, werd abrupt gestopt met hem ook maar één druppel alcohol te geven. Vier dagen later was hij dood. De oorzaak van zijn overlijden op 25 mei 1939 is een verkeerde behandeling.

Hotel du Parc

Dat de hommage in Amsterdam en Oostende plaatsvond is niet toevallig. Joseph Roth logeerde in de koninklijke badstad en trok vervolgens naar de Nederlandse hoofdstad, waar zijn uitgever woonde, [Emanuel] Querido. Want in Duitsland vond hij geen emplooi en afzet meer, door het opkomend nazisme.
De ene machtige oneliner volgt op de andere in het werk van Roth. ‘De lichamelijke liefde was een eis van de natuur’. Het geeft de stijl een extra fleur. Maar ook korte typeringen zijn dodelijk voor het banaal burgerlijk karakter van een personage: ‘… Vervolgens kwamen ze in een hal met bruine lambrisering, waar de hertengeweien ontbraken en een masker van Beethoven de plaats innam van het jachtgerei. Want de heer des huizes was dirigent.’

Oneliner en typering komen uit zijn roman De Kapucijner Crypte [1938], dat geen afwerking, maar een afronding van zijn eerder genoemde topwerk is.

De hommage is genoemd naar een jaar eerder verschenen roman. Hier, nog een oneliner voor de liefhebber: ‘Het was een van Tunda’s noodlottige neigingen om medelijden te hebben met mooie vrouwen.’
Roths liefde voor hotels was dan ook de reden dat heel wat toeschouwers en voordrachters elkaar voorafgaand en volgend op de hommage vonden in Hotel du Parc. Een hotel met bistro waar het hete water door een zilveren filter druppelt. Waar de kelners een zwart pak dragen met gilet, een wit hemd en een zwarte strik. Hun blik heeft dezelfde matte glans van die van Roth en zelfs de al afgepeigerde bewegen zich niet stijf maar walsen van tafel naar tafel, zelfs met goedgevulde plateaus in een overvolle zaak.

De hommage

Ging door in de Grote Post, sinds enkele jaren een cultureel centrum en thuisbasis van heel wat Oostendse culturele initiatieven, waaronder het stilaan internationaal bekende TAZ [Theater aan zee]. Een nokvolle zaal. Op het podium Geert Mak, Arnon Grunberg en, ach, ga naar de website of de facebookpagina van het genootschap, en de lijst graaf je op die Els Snick ter virtuele aarde heeft besteld.
Het concept bestaande uit twee delen, rolde uit de koker van Johan Simons, die al eerder twee romans van Roth als toneelstuk heeft geregisseerd. Koen Tachelet i.s.m. Jeroen Versteele zorgden met bekwame hand voor een homogeen literair pak dat als gegoten stond. De buit werd verdeeld over de literaire en theatrale helden. De hoofdonderwijzer van Nederland, Geert Mak, praatte het geheel aan elkaar. In het eerste deel stond de geschiedenis voorop. De toeschouwer onthield een beeld van de ondergang van monarchieën en hun edele militaire en ambtelijke hielenlikkers. Tot welke ellende ze zichzelf en de burger hebben gebracht. Hoe ze uiteindelijk ook verantwoordelijk waren voor de opkomst van het fascisme, het nazisme en het communisme. De banken in hun val hebben meegesleurd tot de Europese economie minder waard was dan een pandjeshuis.

In het tweede deel stond Joseph Roth voorop. Hoe scherp hij mensen en toestanden vanuit een eindeloze roes observeerde en zijn bevindingen omzette in keiharde oordelen. Een voorbeeld: ‘Ik voelde me prettig, ik was weer thuis. Allen hadden wij stand, rang en naam, huis, geld en goed verloren, verleden, heden en toekomst. Elke ochtend bij het wakker worden, elke nacht bij het slapengaan vervloekten we de dood, die ons vergeefs naar zijn geweldige feest gelokt had. En ieder van ons benijdde de gesneuvelden. Zij rustten onder de grond en de volgende lente zouden er viooltjes uit hun gebeente groeien. Maar wij waren heilloos onvruchtbaar teruggekeerd, lamlendig, een ten dode opgeschreven generatie, versmaad door de dood. De diagnose van de keuringscommissie was onherroepelijk. Deze luidde: “Voor de dood ongeschikt bevonden.”‘

Tussendoor speelden drie muzikanten muziek die refereerde naar de muzikale lijn van de legendarische televisieserie Heimat en na de pauze aan de betere tjingel tjangel van het cabaret deed denken.

Het laatste woord

Het is jammer dat deze productie, nu eens botsend tegen de voordracht, dan weer tegen het toneel, om soms even op te stijgen naar de performance, niet meer hernomen wordt. Zij verdient een reis naar alle theaters, culturele centra, festivals van Europa. Ik weet het, het is moeilijk al deze literaire mensen van hoge gisting telkens weer bij elkaar te krijgen, maar er zijn anderen die kunnen invallen. Dat was deze keer ook zo, want niet allen die in Oostende op het podium stonden, zaten, wandelden, waren aanwezig in Amsterdam, waar deze productie onlangs in de stadsschouwburg heeft gestaan.

Ik zou nog uren kunnen verder tikken, uit enthousiasme, uit liefde voor dit project, voor Joseph Roth, voor Els Snick die dit gerealiseerd heeft i.s.m. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Uitgeverij Atlas en Kunstvaarders vzw, en het Goethe Instituut Brussel.

Maar ik moet eindigen. Artikels moeten kort zijn, wordt gezegd door perschefs die hun lezers beter kennen dan hun redacteurs. Ik geef het laatste woord aan Joseph Roth. Het schetst het gedrag en het wezen van deze literaire grootmeester op weergaloze wijze, want het hoofdpersonage uit elke roman is hijzelf. Hij zit in de lobby van een hotel, waar anders, te wachten op zijn vrouw: ‘Uit angst at ik van de kleine chocoladetaartjes van chicorei en kaneel, die enkel onze ogen konden betoveren, maar ons gehemelte niet konden bedotten. [Er was geen sterkedrank in de confiserie].’

Guido Lauwaert

VLUCHT ZONDER EINDE – Hommage aan Joseph Roth – www.josephrothgenootschap.org

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content