Guido Lauwaert

Theater: Verstikkende Costa Blanca

Guido Lauwaert Opiniemaker

Bob De Moor heeft vanuit zijn karakter en toneelliefde een maatschappelijke boodschap, die hij via een sarcastische inslag, in het hoofd wil drammen van de mens met één toneeluitstap per jaar. Maar met ‘Costa Blanca’ slaat hij de bal mis.

Costa Blanca ( * * ), de nieuwste boreling van Jo Van Damme is de ideale voorstelling voor wie aan soap verslaafd is en wie flipt op BV’s. Naar twee ervan kan hij vijf kwartier staren en na afloop in de bar een handtekening vragen. Geslaagde uitstap. En nu snel naar huis om de opgenomen en de voor de vijfde maal herhaalde aflevering van zijn geliefde soap te bekijken. O, what a wonderful evening, o what a wonderful day.

Aan de voorstelling heeft hij niets, want die begrijpt hij toch niet. Niet omdat hij te dom is. Het ligt aan de plot. Zo zwak dat er geen touw aan vast te knopen is. Al is er wel een. Gefabriceerd in China of een van de omliggende parochies. De tekst op de folder – flyer moet je tegenwoordig zeggen – geeft nog enige hoop. Hadden ze die maar gespeeld! In alle mogelijke variaties. Inclusief achterstevoren of op hun hoofd staande. Want het gebak is oersaai, clichés struikelen over hun eigen voeten en een taal waar de lelijkste kwal in vergelijking een beauty bij is. Van Damme moet dringend in therapie, een jaartje vreemd gaan, aan de drank, af de drank, stoppen met roken, een kettingroker worden, snoepen, een andere bril kopen, afijn, hij moet iets doen want zo kan het niet langer. Hij is zijn eigen talent aan het afkrabben zoals lepralijders niet van hun eigen korsten kunnen afblijven.

Costa Blanca, waar gaat dat volkstoneel zonder dialect en zonder actie of reactie van waarde over? Volgens de folder, ingekort om wakker te blijven: ‘Het luxe appartement met gemeenschappelijk zwembad mogen ze gratis van haar ouders gebruiken. Prima, ware het niet dat hij uitgerekend nu wordt geplaagd door een zonneallergie die hem binnenshuis houdt. Maar dan slaat zijn verveling om in voyeurisme: hij ontwaart verdachte bewegingen bij de buren. Ook de achterdocht duikt op. Hij verdenkt zijn vriendin van ontrouw.’

De verdachte bewegingen zijn ontleend aan Rear Window van Alfred Hitchcock, dat ligt er dik op, maar in de onderlaag zit een kort fragment, haast letterlijk overgenomen uit de proloog van Who’s Afraid of Virginia Woolf, en de geest van De eieren van de kaaiman van Hugo Claus. Klein diefje spelen is niet zo erg, als je er maar een eigen draai aan geeft. Die draai is er echter niet, omdat het hele stuk zijn draai niet vindt. Jammer voor Clara Cleymans en Bert Verbeke, die de trucs van de soap moeten opblazen. Bert Verbeke, gesappeld in de soap weet zijn onliners correct op te bouwen, Clara Cleymans heeft er meer moeite mee. Voor haar spreekt dat haar stem niet van de sterkste is. Zij moet daarom luid spreken waardoor nuance onmogelijk is. Een microfoon had haar woordspel gered. De mimiek van beide spelers verschillen ook grondig. Die van Bert Verbeke is naturel, terwijl Clara Cleymans met haar lichaamstaal een ander ritme volgt. Nu eens te laat, dan weer te traag of te vroeg.

Regisseur Bob De Moor heeft het zich niet moeilijk gemaakt. Centraal een meubelstuk voor dubbel gebruik: als zitbank en als bed, middels het neerklappen van de leuning. Een toiletpot link s en een luxaflex rechts met er pal naast een uitstulpje dat een terras moet voorstellen. En daarmee moeten de twee spelers het zelf doen. Bob De Moor heeft ze hun eigen rollen naar eigen wens en pens laten spelen. Moordend voor een al verstikkend stuk. Het kan hem echter niet kwalijk genomen worden, wetende met wat voor taalmateriaal hij aan de slag moest. Maar hij gelooft met oogkleppen aan in de kunde van Jo Van Damme om modern volkstoneel te schrijven. Volgend jaar beter. En het jaar daarop meesterlijk, zie je hem denken, bij het napraatje in het foyer. Ik gun het hem, een meesterwerk. Ter waarde van de peer van Cyriel Buysse en de sneer van Romain De Coninck. Want Bob De Moor heeft vanuit zijn karakter en toneelliefde een maatschappelijke boodschap, die hij via een sarcastische inslag, in het hoofd wil drammen van de mens met één toneeluitstap per jaar.

Bob De Moor heeft het moeilijk met kritiek op zijn lievelingsauteur. Hij verdedigt hem met hand en tand. Maar als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Moet je luisteren naar de kapper: het applaus. Is het vals of oprecht? Bij Costa Blanca was het geen van beide. De naturel bij beide genres ontbrak. Dan moet je toch eens hard op de vingers slaan van de auteur. Verkleed als Herr Flick.

Guido Lauwaert

COSTA BLANCA – auteur Jo Van Damme – regisseur Bob De Moor – spelers Clara Cleymans en Bert Verbeke – productie vzw TWIJFEL – info www.thassos.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content