Els Van Steenberghe

Theater: Met dank aan Freddie

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

‘Angelena’ is een schreeuw om rechtvaardigheid en liefde op een discovloer, in pluisjestrui en begeleid door een onbeholpen jankende gitaar. Bruut theater met een (te) groot hart.

Gezelschap = Compagnie Cecilia

In een zin = Dobbels speelt met een nervositeit die eigen is aan mensen die zich opgejaagd wild voelen en allang vergeten zijn waarom. Treffend hoe ze gestalte weet te geven aan de mens geworden wanhoop.

Hoogtepunt = Ineens transformeert de goedlachse Angelena in een achterdochtig tierend wezen dat elk moment kan aanvallen. Verbaal of fysiek.

Score = * * *

Quote = ‘Ik zou zo graag éne keer gelukkig zijn in mijn leven.’

Eerst waren er de tweeling Tracy en Stacey, dan de stiefvader Ronny, dan de eerste werkgever Eddy, tussendoor de eerste bitch Kelly en ergens passeren ook haar beste vriend Dimitri en haar (toekomstig) katje of kindje Billy en Henri, degene die haar in de gevangenis overeind houdt. Angelena heeft iets met namen die eindigen op ‘y’. Over een naam spreekt ze niet, nochtans zorgt die voor dé bloei in haar leven: Freddie.

Angelena heet in het dagelijkse leven Mieke Dobbels. Dobbels werd naar de keel gegrepen door het levensverhaal van een geïnterneerde vrouw die zich in brieven aan een topmagistraat (Henri Heimans) afvraagt waarom iemand die ziek is geen verzorging maar een gevangenisstraf krijgt. Dobbels ging praten met alle betrokkenen en dook vervolgens in de pen. Het levensverhaal van Angelena (naar Angele van PJ Harvey) is doorspekt met kritiek op het (gevangenis)beleid maar wat vooral bijbleef, is de rauwe, brute speelstijl en dito spreekstaal van Dobbels.

Ze speelt op een witte tegelvloer die nauwelijks groter is dan de oppervlakte van een gevangeniscel. In die cel bereidt ze haar speech voor aan de voorzitter van de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (CBM). Het publiek ‘speelt’ die commissie. Ze beschrijft als Angelena haar stormachtig leven (ontsproten aan een jeugd vol deuken) en doet dat op een manier die ongemakkelijk dicht tegen de manier aanschurkt waarmee mensen die te veel ellende zagen in hun leven bewegen en spreken: met gebogen schouders, een donkere, wantrouwige blik in de ogen, een stem die trilt en altijd in huilen, hysterisch lachen of tieren kan uitbarsten, benen die altijd ‘vluchtklaar’ zijn en handen die altijd proberen houvast te vinden maar zelden iets kunnen grijpen en vasthouden.

Dobbels speelt en spreekt met een kwetsbare nervositeit die eigen is aan mensen die zich opgejaagd wild voelen en allang vergeten zijn waarom. Treffend hoe ze gestalte weet te geven aan de mens geworden wanhoop die alles probeert te doen om een stoïcijns zwijgende commissie van haar oprechtheid en goedheid te overtuigen. Al belemmert het grote engagement soms de veerkracht van haar spel.

Angelena vindt hoop en troost in de muziek die steeds meer tussen de woorden van deze monoloog door kronkelt. En dan – als ze haar levensverhaal verteld heeft – gaan de haren los, de luidsprekers open en zie je hoe Angelena in en met de muziek de vrijheid én Freddie vindt.

Smaakmaker

Els Van Steenberghe

Meer info: www.compagnie-cecilia.be, http://angelena.be/

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content