Theater: ‘Doe maar voort!’

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Fabuleus reikt het publiek in ‘Liefdesverklaring’ nogal letterlijk de hand en knuffelt het op een even virtuoze, uitbundige als ongemakkelijke manier. En het publiek tierde dat het goed

The Play = Liefdesverklaring

Gezelschap = Fabuleus

In een zin = Een guitige, pakkende en ontwrichtende ode aan het rollenspel dat we allemaal spelen. Op maar vooral naast de scène.

Hoogtepunt = Het moment waarop deze Liefdesverklaring toch een licht SM-kantje krijgt. Meer kunnen we echt niet verklappen.

Score = * * * *

Quote = ‘Had je liever met jezelf in het donker gezeten?’

Ze hebben iets met de liefde, bij het Leuvense gezelschap Fabuleus. Wellicht komt dat omdat ze ook iets met de bevolkingsgroep hebben die de liefde volop ontdekt en omhelst: pubers en jongvolwassenen. Vorig seizoen produceerde het gezelschap nog een hoogst eigenzinnige dansvoorstelling over liefdesliederen Love Songs (veldeken), vandaag turnen ze Peter Handkes Publikumsbeschimpfung (1966) om tot een heuse Liefdesverklaring aan dat publiek, weliswaar met een behoorlijk scherp randje.

Het experiment van choreograaf Nicole Beutler (in samenwerking met auteur Magne van den Berg en componist Gary Shepherd) begint teleurstellend stroef. De zes dansers – allen prille twintigers – staren, getooid in een capuchon met glinstertjes, het publiek stuurs aan. Ze doen dat op een nogal cleane scène die voor de helft grasgroen geschilderd is en afgebakend wordt door een even groen gaasgordijn. De zes verwelkomen het publiek in koor en spreken netjes simultaan door de microfoon die voor elk van hen staat. Vervolgens bewegen ze even netjes in die voor Beutler typische abstracte, kort afgemeten, repetitieve bewegingen. Die eerste scène voelt als niets meer aan dan ‘een opdracht van Beutler uitvoeren’. Zonder enige urgentie van de spelers.

Door dat lauwe begin vrees je dat Beutler de jonge dansers als marionetten in haar danstaal en haar wereldje laat bewegen. Die vrees blijkt gelukkig volledig ongegrond. De zes gooien de gekunsteldheid, gêne én ‘capuchonuniformiteit’ na enkele minuten van zich af om zich langzaam maar zeker op het veroveren van de publieksharten toe te leggen, geholpen door van den Bergs intelligente tekst die zowel de ‘pulieksverovering’ structureert als slim inpikt op de reacties van dat publiek. De cleane scène wordt een flirtplek. Van een gezongen ode (met ontwapenend bevende handjes van de leadzanger die er verder behoorlijk cool onder bleef) aan het ‘willen onbereikbaar zijn en kiezen voor dit ‘real-time event” tot een stomende scène waarin ze heupwiegend aangeven dat zij nu zullen performen nadat elk van ons de ganse dag het beste van zichzelf gaf, als performer in zijn of haar leven. Steeds gaan ze een stapje verder. Ze vragen of het publiek ook iets te zeggen heeft (dat heeft het: ‘Doe maar voort, ’t is goe!’) en gaan vervolgens door met het adoreren van dat publiek. En ze gaan almaar verder. Tot ze tegen de grens van de Publikumsbeschimpfung aan schurken (we verklappen niet hoe), de toueschouwers tot performers maken én daarbij zelfs net iets te overmoedig geraken waardoor ze even het secuur opgebouwde ritme van de voorstelling schaden.

Meer dan een uitbundige ode aan het theater(publiek) is dit vooral een flamboyante, guitige oproep om durven jezelf te zijn, als ‘performer’ in het leven. De jongeren dwingen Beutler bovendien om buiten haar geijkte paden te treden en voegen flair en speelsheid aan haar strakke bewegingstaal toe. Ze doen dat lachend maar niet onbesuisd en – indien nodig – vrolijk hand in hand met een van de vele, spontaan verliefd geworden toeschouwers.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.fabuleus.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content