Guido Lauwaert

Theater: De Blinden – Slecht vallende dorre bladeren

Guido Lauwaert Opiniemaker

Patrick Corillon en Daan Janssens bewerkten Maurice Maeterlincks fascinerende eenakter ‘Les Aveugles’ tot een parabel over blindheid, en over datgene waar we blind voor zijn. .

Maurice Maeterlinck was een eeuw geleden de Ludwig II van de literatuur. Weliswaar geen koning maar wel een gekroond hoofd. Door zijn Nobelprijs Literatuur. Hij leefde als de legendarische vorst. De huizen waarin hij woonde waren geen hutjes, zoals die van arbeiders. Vanaf zijn geboorte tot zijn dood, elk nieuw huis was groter dan het vorige. Stammend uit een welgestelde Franssprekende Gentse familie was er een herenhuis in de stad en een kasteeltje aan de rand. Hij stierf in Nice, in een palazzo. Leerling van het Sint-Barbaracollege viel het Roomse manna in zijn hoofd. Gecombineerd met een rijke fantasie, zijn diens afkomst en opvoeding logischerwijs in al zijn essays, gedichten en toneelstukken blijven plakken. Dus ook in Les aveugles [De Blinden] uit 1890.

Opvallend in het werk van Maeterlinck is zijn afkeer voor de stad en zijn liefde voor de natuur. De Blinden speelt zich af in die laatste omgeving. Bij nacht. In een bos. Tijdens de herfst, het meest duistere seizoen, letterlijk als figuurlijk. Twaalf blinden wachten op de terugkeer van een priester. Van waar komen zij? Waar gaan zij heen? Dat blijft buiten strijd. Waar het om gaat is het wachten. En wie op de tast moet wachten let op alle geluiden. Om zich te oriënteren. Het roept de meest vreemde vragen op. Maeterlinck heeft ze in een eenakter gestoken. En ze, zoals je kaarten schudt en uitdeelt, aan de blinden gegeven. Systeem zit er niet in. In paniek verliest de logica zijn orde en vorm.

Er heeft ooit iemand geschreven dat elk stuk van Maeterlinck een droomwereld is, en velen zijn hem daarin gevolgd, en lap, in elk stuk wordt gezocht naar dubbele bodems. Dat levert dan verklaringen op als ‘Waarvoor is de westerse mens blind, waarmee heeft hij het zintuiglijke contact verloren? Met zichzelf, zo lijkt het. En met de natuur. Ongevoelig voor de plaats van zichzelf en zijn lichaam in de natuurlijke wereld, doof voor de taal van de natuur heeft de mens ook het besef van zijn sterfelijkheid verloren. Hij is ziende blind.’

Jongens, de mens die dat voor het programmaboekje gescheten heeft, verdient de Grand Prix Reine Elisabeth de Tout en Rien. Waarschijnlijk heeft de steller het geschreven omdat de auteur zowat de uitvinder is van het symbolisme in de literatuur.

Let wel. Voor LOD [opera, musical en ander muziektheater] kan het nooit cryptisch genoeg zijn. Het levert vaak prachtige producties op, op voorwaarde dat de dobbelstenen goed vallen. Voor De Blinden ( * * ) is dat helaas niet het geval. Waarom zuiver zingen als het vals ook kan? Te beginnen met de scenografie. Geen regisseur dus maar een beeldend kunstenaar. Patrick Corillon krijgt het etiket opgeplakt van ‘plastisch kunstenaar/theatermaker’. Hij mocht zijn ding doen. Maar als monsieur Corillon zichzelf belangrijker acht dan de auteur en zijn toneelstuk klopt het plaatje niet. Gaat alles overhellen tot het valt en er niets rest dan puin.

Dat is jammer voor de componist die een ononderbroken atonaal kabaal gemaakt heeft. Niet onaardig, helaas zeer clichématig. Maar ook niet slaapverwekkend.

Van twaalf blinden werden er zes gemaakt. Ze zitten verscholen achter panelen die bomen verbeelden. Een paar keer komen de blinden piepen. Een paar maal steken ze een stok de hoogte in, of een plankje. Stok staat voor tak en plankje voor vogel. Hoog boven het speelvlak zit nauwelijks te zien de priester, de tovenaar. Af en toe laat hij vellen papier vallen, die symbool staan voor het seizoen: dorre bladeren. De tekst wordt in de originele taal gebracht, een salade van gekreun, gefluister en geschreeuw. De Nederlandse vertaling verschijnt in een cirkel, de maan voorstellende. Knip- en plakwerk zorgt voor alle standjes van de maan, daarbij geholpen door wat lichtchangementen. Kruipende insecten en dansende fossielen op het maanoppervlak moeten de krolse kronkelingen vervolledigen van de plastisch kunstenaar/theatermaker.

Haal dat naïef beeldend gedoe, die slecht vallende dorre bladeren weg en maak er een concernante uitvoering van. Of toon wat Maeterlinck bedoelde. Kinderen die laat op de avond op hun tenen naar buiten zijn geslopen om het park bij nacht te ruiken, voelen, horen in het blinde weg. Het blinde, dat is de priester. Zo gezien zal de as van Maeterlinck blijven kloppen op mijn borst.

Guido Lauwaert
gent, 2012-03-25

www.lod.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content