Opera: Uitmuntend maar zonder franje

Andreas Wolf (Leporello), Rinat Shaham (Donna Elvira), Julie Mathevet (Zerlina), Topi Lehtipuu (Don Ottavio), Barbara Hannigan (Donna Anna) © Bernd Uhlig
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Een meer dan geslaagde productie, deze Don Giovanni. De Munt bewijst alweer dat het zijn geld meer dan waard is. Dat het zelfs met een beschamend budget producties van wereldniveau kan bouwen.

Wolfgang Amadeus Mozart [1756-1791] maakte de mooiste opera’s: de muziek lijkt moeiteloos maar is complex, lichtvoetig maar diepzinnig, begrijpelijk maar mysterieus, vrolijk doch niet zonder droeve ondertoon. Er is altijd een happy end, ook al sterft de held aan het einde. Hij is geen suikerbakker en de reden daarvoor zijn de hoger genoemde kwaliteiten en een uitstekende librettist.

Het zwaktepunt bij de meeste opera’s is het libretto. Het zijn verhalen ergens vandaan gesleept die ontzield werden en erdoor op de camping van de camp kamperen. De muziek kwam op de eerste plaats, de vertolking op de tweede en het verhaal op de derde. Bij Lorenzo Da Ponte is dat niet het geval. Hij schreef drie libretto’s voor Mozart, maar meer dan bij de andere twee was het libretto van Don +Giovanni het resultaat van gekibbel en geknutsel tussen componist en librettist. Ongetwijfeld is het daardoor het meesterwerk van Mozart geworden. Volgens zijn weduwe moet hij dat ook gevonden hebben, al heeft nooit iemand hem dat horen zeggen of staat het in een van zijn honderden brieven.

Wat anders dan een liefdeshistorie met de zeven hoofdzonden kan een verhaal zijn als Don Juan er aan te pas komt? Hij is de patroonheilige van ontrouw, wanhoop, ongeloof, haat, verraad, wraak en passie. De verkorting van de korte inhoud is verspilde energie. De onder- en bovenlagen zijn heel wat belangrijker om de schepping, het concept en de belevenis te begrijpen.

In zijn opera’s streefde Mozart vooral naar het tekenen van menselijke karakters. Het sterkst komt dit tot uiting in Don Giovanni [1787]. Zowel de komische als de ernstige kant worden belicht en iets wat elke mens heeft, zelfs degene met de grootste mensenkennis: hij trapt in de leugen, wordt bedrogen, vergist zich in zijn oordeel. Dat heeft de mens aan zijn verstand te danken en aan dat verstand hebben we niet alleen de oorlog maar ook de kunst te danken. Leugen, bedrog en fout oordeel, daar heeft Don Giovanni geen gebrek aan. Het enig zuivere personage is Il Commendatore, maar die is 99% van de tijd geen mens maar een geest. Nauwelijks verschenen of aan het eind van de eerste scène sterft hij.

Voor deze nieuwe productie heeft De Munt Krzysztof Warlikowski als regisseur ingehuurd. Een wijze beslissing, zij het dat de Pool een prachtig geheel kan bouwen, helaas met enkele constructiefouten, die het geheel als productie verzwakken. Tevens heeft hij te weinig oog voor de afwerking van de karakters, waardoor het de personages aan psychologische diepgang mankeert. Fellini komt eens in gedachten, net als Kubrick, vooral met de centrale bordeelscène uit de film Eyes Wide Shut. Warlikowski concentreert zich op het aantonen hoe actueel het verhaal is. Daarin is hij volledig geslaagd, een pluim op zijn hoed. Hij toont aan dat verleden en heden in niets van elkaar verschillen, tenzij de mode van de tijd. Maar aan die mode heeft hij niets, daarom dat hij zijn producties zo maakt alsof de toeschouwer een voyeur is, getuige van een liefdesdrama vanachter de hoek. Zijn ensceneringen versterken ook de hypocrisie van elke burger. Hij mag dan een naam met faam hebben en naar de opera gaan, de kathedraal van de kunst, waar alle kunstvormen leven en werken, hij is niet krasvrij.

Is de enscenering van Warlikowski geslaagd, wat meer vaart was beter geweest.

Don Giovanni is een opera die het moet hebben van tempo. Ze maken dat de toeschouwer bij de zaak blijft en geen oog heeft voor de zwakke momenten van de muziek, de uitvoering, de zang, het spel, het decor en het concept. Niets is volmaakt, maar kan wel veel vergeven en vergeten. In deze productie is het duidelijk dat dirigent Ludovic Morlot orkest en koor van de Munt fabuleus laat blinken, maar zich heeft neergelegd bij de bevelen van de regisseur. Was tot vóór WO II de dirigent de opperpriester van een opera, van de late jaren vijftig is dat de regisseur geworden, wat het evenwicht enigszins stoort. In een opera moet beeld, orkest en stem een gelijkzijdige driehoek vormen. Dan pas treedt men in de lijfgeur van de perfectie.

Gelukkig wordt al dat gemiereneuk zo goed als waardeloos door een voortreffelijke cast. Jean-Sébastien Bou zet een Giovanni neer vol bloed, zweet en een flinke lap humor in gebaar en zang. Barbara Hanninga als Donna Hanna is fabuleus. Loepzuivere stem. Ook Andreas Wolf als Leporello geeft zich ten volle. Eigenlijk valt er over niemand een kwaad woord te zeggen. Hooguit dat Julie Mathevet als Zerlina meer had mogen acteren en minder paraderen. Vergefelijk, gezien haar jonge leeftijd. Wat trouwens bijzonder opvallend is, de jeugdigheid van de grote meerderheid van de solisten en koorleden. De jeugd sleurt de ouderen mee in haar enthousiasme. Waarlijk indrukwekkend is Willard White als Il commandatore. Hij hoeft zijn mond niet open te doen om de aandacht te grijpen. Maar doet hij dat wel, dan hoort men een bas van wereldklasse. Alleen al voor hem zou je deze voorstelling willen zien.

Een meer dan geslaagde productie, deze Don Giovanni, ondanks de fabricagefoutjes. De Munt bewijst alweer dat het zijn geld meer dan waard is. Dat het zelfs met een beschamend budget producties van wereldniveau kan bouwen.

Guido Lauwaert

DON GIOVANNI – Wolfgang Amadeus Mozart – productie De Munt – t/m 30 december – www.demunt.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content