Guido Lauwaert

Opera: ‘Le Duc d’Albe’ is goed maar niet denderend

Guido Lauwaert Opiniemaker

Carlos Wagner regisseert de (eindelijk) voltooide opera ‘Le Duc d’Albe’ van Gaetano Donizetti. Een matig geslaagde creatie.

Ruim 60 ernstige en komische opera’s, veel kerkmuziek, vocale wereldlijke muziek, orkestmuziek, waaronder een paar soloconcerten, en twee- en vierhandige pianomuziek heeft Gaetano Donizetti gecomponeerd. Bij het zien van de lijst kruipt de gedachte naar boven: logisch dat ze niet allemaal even sterk zijn en sommige onvoltooid bleven. Dat laatste overkwam zijn opera Le duc d’Albe ( * * * ). Maar hier is hij dan. 170 jaar na de halve compositie, twee bedrijven, heeft Giorgio Battistelli de aanzetten tot twee andere afgewerkt. De wereldpremière was op 6 mei een feit. In de Antwerpse vestiging van de Vlaamse opera.

De onvoltooidheid is niet te wijten aan een gebrek aan inspiratie. Donizetti was van Italiaanse afkomst en na heibel in Napels week hij uit naar Parijs, waar hij van de regen in de drup belandde. Vriendjespolitiek, nijd en afgunst maakte dat Le duc d’Albe in de wachtkamer belandde. Hij bleef componeren maar geestelijk kwam hij gaandeweg al te zwaar onder druk te staan. Geestelijk gestoord en geteisterd door syfilis ruilt hij Parijs voor zijn geboortestad Bergamo, waar hij in 1848 overlijdt. Kort na zijn dood zijn er plannen om de doorgecomponeerde opera af te werken. Dat gebeurt meermaals. Geen van allen is echter een lang leven beschoren. De vraag is of de nieuwste versie het eeuwig leven gegund is. De twee helften verschillen namelijk grondig van elkaar. De Donizetti-partij is speels, driftig, heeft tempo. De toeschouwer voelt Italiaans bloed met Franse wijn vermengd. Het Battistelli-deel daarentegen is loodzwaar, traag, mist vurigheid en is bloedserieus. Vooral dat laatste maakt dat eentonigheid leidt tot de wens op de laatste noot van een zingende stervende. Heeft Battistelli bewust gekozen voor kaalheid en vlakte, of is de ooit zo geroemde Italiaanse búffo gesneuveld door het eigen zwaard van de nieuwe bourgeoisie na de culturele revolutie van de jaren zestig? Het verhaal levert nochtans alle elementen op om de pathos naar een spectaculaire climax te voeren.

Tegengestelde belangen

Donizetti en zijn librettisten Eugène Scribe en Charles Duveurier doken de geschiedenis in en kwamen terecht bij Fernando Álvarez de Toledo, derde hertog van Alva. De kerel heeft schik gehad in een schrikbewind in Vlaanderen, maar hij verlangt weer naar de Spaanse zon. Met dat historisch gegeven gaan de librettisten op de loop. De hertog blijkt een zoon te hebben die in het verzet zit. De kerel, Henri, is verliefd op Hélène, de dochter van graaf Egmont, die samen met zijn kompaan graaf Hoorn op de grote markt van Brussel werd onthoofd. De dochter wil de dood van de hertog, net als Henri, maar beiden hebben tegengestelde belangen. Hélène familiale en Henri politieke. De prille liefde is wederzijds maar verpoeiert langs de kant van Hélène wanneer de hertog Henri in bescherming neemt. De verzetsgroep waar hij zowat de leiding van heeft wordt gearresteerd, op Henri na. Eet hij van twee walletjes? Eind van het liedje is dat Hélène Henri een dolk in de buik duwt.

Waar het om draait

Bij opera is het verhaal van bijkomstig belang. Het mag rammelen. De muziek, en de dirigent, daar draait het om. Het komt er dus op aan door de interpretatie van de partituur en de flexibiliteit van de dirigeerstok het verhaal geloofwaardigheid te geven. Dat is aardig gelukt. Niets dan lof dus voor dirigent Paolo Carignani, het orkest en het koor van de Vlaamse opera en de solisten. Uitschieter bij de solisten is de Zwitserse sopraan Rachael Harnisch. Met zwier vertolkt zij de rol van Hélène. Zang en spel zijn een harmonisch geheel. Zeer veel lof voor de Roemeense bariton George Petean. Zonder franje, met slechts kleine emotieverschillen speelt hij de rol van iemand die moet maar niet kan kiezen tussen onderdrukking van het verzet en liefde voor zijn zoon. Slechts een kleine ruiker voor Ismael Jordi. Zijn al te hoge en vooral te luide tenorpartij ontwapende zijn geloofwaardigheid, als verliefde man en als leider van de rebellenclub. In de hoogste regionen deed zijn stem denken aan het kreunen van een versleten remschijf. En acteren kan hij helemaal niet.

Weinig variatie

De regie van Carlos Wagner is goed maar niet denderend. Dat geldt ook voor de scenograaf Alfons Flores. De openingsscène is indrukwekkend, maar eenmaal aan het decor gewend is er weinig variatie, op wat gezochte spektakelelementen na. Het stapvoets maar dreigend oprukken van het volk en de biljartscène in het derde bedrijf haalden de film Novecento van Bernardo Bertolucci uit de stelplaats van het geheugen. De kostumering werd in de voorpubliciteit de hemel in geprezen. Nou, die viel tegen. Mooi, aardig, maar niet oogverblindend. Acteurs / zangers zijn geen mannequins. De boord van het kleed van Hélène bleef een paar maal hangen aan de hielen van haar schoenen en de hertog moest de panden van zijn mantel soms van de leuning van een ijzeren trap halen.

Tot slot twee opmerkingen

Wil men de geschiedenis van België schrijven, kan men niet anders dan die te schrijven in het licht van de geschiedenis van Vlaanderen, Henegouwen, het prinsdom Luik, en vooral Brabant, gekoppeld aan die van de Nederlanden en specifiek de rol daarin van Willem van Oranje. In het vierde bedrijf wordt even over België gesproken. In 1568! Als men de partituur afwerkt, waarom dan niet het libretto even nader bekeken en de al te historische blunders verwijderd?

Aanwezig op de première waren Annemie Turtelboom en Bart De Wever. Naar verluidt was dit hun eerste aanwezigheid in de Antwerpse opera. Volop handjes schudden dus op de receptie. Zelfs van hun totaal onbekende mensen. Het hoort bij de campagne, maar het geeft een wrang gevoel dat politici culturele gebeurtenissen afschuimen om stemmen te winnen, terwijl ze even voordien naar besparingen zochten en Cultuur voorop stond. Waarom? ‘Alles van waarde is weerloos’ dichtte Lucebert.

Guido Lauwaert

LE DUC D’ALBE – productie Vlaamse opera – tot 18 mei in Antwerpen; van 25 mei t/m 2 juni in Gent – www.vlaamseopera.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content